Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 17 november 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal aanvullend pensioen WOOD-Life

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014203875
pub.
17/11/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JULI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal aanvullend pensioen WOOD-Life (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal aanvullend pensioen WOOD-Life.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 Sectoraal aanvullend pensioen WOOD-Life (Overeenkomst geregistreerd op 17 december 2013 onder het nummer 118493/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de arbeiders en arbeidsters die met een arbeidsovereenkomst zijn of waren verbonden met een werkgever die ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Art. 2.Worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst : - de werknemers die door een werkgever die buiten België is gevestigd, in België gedetacheerd worden in de zin van de bepalingen van titel II van de Verordening EEG nr. 1408/71 van de Raad; - werknemers tewerkgesteld met een studentenovereenkomst; - werknemers tewerkgesteld met een overeenkomst voor uitzendarbeid of van terbeschikkingstelling door een andere werkgever; - werknemers tewerkgesteld met een overeenkomst in het raam van een door de overheid gevoerd opleidings-, omscholings- of arbeidsintegratieplan.

Behoudens uitdrukkelijke wijziging van deze overeenkomst, worden de periodes van tewerkstelling in één van deze statuten niet in aanmerking genomen voor de opbouw van toekomstige rechten op een aanvullend sectorpensioen. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel, conform artikelen 10 en 43 van de wet van 28 april 2003 (betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003, hierna verder afgekort als de WAP), een sociaal sectoraal pensioenstelsel in te stellen en dit vanaf 1 juli 2008. De collectieve arbeidsovereenkomst is een uitvoering van de beslissing van de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

De pensioentoezegging is van het type "vaste bijdrage" zonder gewaarborgd rendement van de inrichter en wordt uitgevoerd onder de vorm van een groepsverzekering met een gegarandeerd rendement door de pensioeninstelling.

De rechten en verplichtingen van inrichter, pensioeninstelling en aangeslotenen worden beschreven in het reglement van groepsverzekering in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De solidariteitstoezegging en de keuze van de rechtspersoon belast met de uitvoering van deze toezegging worden verder behandeld in hoofdstuk VI van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De regels voor beheer en financiering van deze solidariteitstoezegging en de prestaties die voortvloeien uit deze toezegging worden geregeld in het solidariteitsreglement, in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst, het reglement van groepsverzekering en het solidariteitsreglement maken een geheel uit en moeten derhalve steeds in hun samenhang gelezen worden.

Art. 4.Ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage, zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard. HOOFDSTUK III. - Aanduiding van de inrichter

Art. 5.Overeenkomstig artikel 3, § 1, 5° van de WAP wordt het "Fonds voor bestaanszekerheid van de stoffering en de houtbewerking" aangeduid als inrichter van het sectoraal pensioenstelsel. HOOFDSTUK IV. - Aansluiting

Art. 6.6.1. Worden aangesloten, de arbeiders/sters die verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst met een werkgever zoals omschreven in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, welke ook de aard van deze arbeidsovereenkomst is (voltijds, deeltijds, van bepaalde duur of van onbepaalde duur, bepaald werk, enz) en die aan de aansluitingsvoorwaarden van 6.2. voldoen. 6.2. Om aangesloten te worden aan de aanvullende pensioenregeling moet de in artikel 6.1. vermelde arbeider/ster tenminste 23 jaar oud zijn en het bewijs leveren van het feit dat hij/zij op dat moment reeds minstens twee uitbetaalbare getrouwheidspremies ontving vanwege het fonds voor bestaanszekerheid.

Overeenkomstig artikel 13 van de WAP is de aansluiting onmiddellijk vanaf de leeftijd van 25 jaar, zonder bijkomende voorwaarden.

Met ingang van de premiestorting van december 2014 wordt de aansluitingsleeftijd verlaagd tot 21 jaar, zonder bijkomende voorwaarden. 6.3. Overeenkomstig artikel 17 van de WAP verwerft de aangeslotene de eigendom van de pensioenreserves één jaar na de aansluiting. HOOFDSTUK V. - Prestaties voor de aangeslotenen

Art. 7.Jaarlijks op 1 december wordt vanuit een financieringsfonds op de individuele toelagecontracten een bijdrage gestort, onverminderd de stortingen gebaseerd op solidariteitsprestaties zoals bepaald in artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze bijdrage wordt als volgt bepaald : - 0,6 pct. van het bruto loon dat de arbeider verdiende in de referteperiode van 1 juli van het voorafgaande jaar tot 30 juni van het jaar zelf, indien de arbeider minder dan 10 jaar anciënniteit heeft; - 1 pct. van het bruto loon dat de arbeider verdiende in de referteperiode van 1 juli van het voorafgaande jaar tot 30 juni van het jaar zelf, indien de arbeider minstens 10 jaar anciënniteit heeft.

Met ingang van de premiestorting van december 2013 worden de bijdragen als volgt opgetrokken : - 0,69 pct. van het bruto loon dat de arbeider, verdiende in de referteperiode van 1 juli van het voorafgaande jaar tot 30 juni van het jaar zelf, indien de arbeider minder dan 10 jaar anciënniteit heeft; - 1,15 pct. van het bruto loon dat de arbeider verdiende in de referteperiode van 1 juli van het voorafgaande jaar tot 30 juni van het jaar zelf, indien de arbeider minstens 10 jaar anciënniteit heeft.

De hier bedoelde anciënniteit wordt vastgesteld aan de hand van het aantal door de arbeider verworven uitbetaalbare sectorale getrouwheidspremies, met betrekking tot de beschouwde en vorige referteperiodes.

Het bruto loon waarop de bijdrage wordt berekend is het loon zoals vermeld op de getrouwheidspremie met betrekking tot dezelfde referteperiode.

Voor de aangeslotenen die overlijden of de einddatum bereiken van het contract, wordt de laatste bijdrage berekend op basis van een pro rata van het brutoloon van de vorige referteperiode. De berekening van de pro rata gebeurt in functie van het verlopen gedeelte van de actuele referteperiode ten opzichte van de volledige referteperiode.

De refertelonen alsmede de toe te passen bijdragevoet worden jaarlijks, op de overeengekomen datum, voor elke arbeider/ster door de inrichter medegedeeld aan de pensioeninstelling.

Art. 8.De aangeslotenen die aan het werk blijven hoewel zij voldoen aan alle voorwaarden van een sectoraal stelsel SWT, hebben recht op een bijkomende storting. De bijkomende storting bedraagt met ingang van de premiestorting van december 2013 95 EUR per volledige maand die in de referteperiode werd gepresteerd na het vervullen van de genoemde voorwaarden, in de mate deze periode gedekt is door een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst inzake SWT. Het maandbedrag zal worden geproratiseerd in de volgende gevallen : - bij deeltijds werk of deeltijdse loopbaanvermindering; - bij uitdiensttreding of onvolledig gepresteerde maanden.

De volgende dagen worden gelijkgesteld : - de dagen jaarlijkse vakantie : maximum 20 dagen per jaar (op basis van 5 dagen/week); - de dagen arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid om economische reden : gecumuleerd maximum van 30 dagen per jaar.

Prestaties die uitsluitend zijn geleverd met het oog op het uitvoeren van de opzeggingstermijn komen evenwel niet in aanmerking.

Deze bijkomende storting wordt jaarlijks op 1 december op de individuele toelagecontracten gestort, samen met de basisbijdrage bedoeld in artikel 7 en de eventuele solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 9.

De berekeningswijze en toekenningvoorwaarden zijn identiek aan deze die hierboven beschreven zijn onder dit artikel. HOOFDSTUK VI. - Solidariteitstoezegging

Art. 9.In overeenstemming met artikel 43 van de WAP wordt een solidariteitsluik voorzien als aanhangsel bij de aanvullende pensioentoezegging.

Uit de solidariteitsprestaties opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003, 2e editie) worden weerhouden : - een solidariteitstoezegging voor tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen, technische redenen of overmacht; - een solidariteitstoezegging voor primaire arbeidsongeschiktheid; - een uitkering bij overlijden van een aangeslotene gedurende diens beroepsloopbaan.

Art. 10.Het solidariteitsluik wordt nader omschreven in het "solidariteitsreglement" dat als bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gevoegd en er integraal deel van uitmaakt.

Het solidariteitsreglement wordt op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld van de aangeslotenen.

Art. 11.Het beheer van de solidariteitstoezeggingen wordt toevertrouwd aan een vzw "Solidariteitsfonds", met dit doel opgericht door de inrichter.

De inkomsten van de vzw bestaan uit vaste kwartaalstortingen door de inrichter.

De solidariteitsinstelling zal jaarlijks een transparantieverslag opstellen ten behoeve van de inrichter die het, op eenvoudig verzoek van de aangeslotenen, aan deze laatsten kan ter beschikking stellen.

Het transparantieverslag bevat alle elementen zoals door de WAP voorgeschreven. HOOFDSTUK VII. - Financiering

Art. 12.De pensioentoezegging wordt gefinancierd met werkgeversbijdragen, die vervat zitten in de bijdrage die de werkgevers betalen in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2011 (registratienummer 107031) tot vaststelling van de bijdrage ter financiering van het fonds voor bestaanszekerheid.

De inrichter stort maandelijks de nodige voorschotten in een financieringsfonds. De activa van het financieringsfonds, van de vrije reserve en van de individuele contracten worden door de pensioeninstelling beheerd in een gekantonneerd fonds. De modaliteiten van de financiering maken het voorwerp uit van een financieringsovereenkomst, afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling.

De patronale sociale bijdragen (8,86 pct.) worden door de inrichter aangegeven en betaald. HOOFDSTUK VIII Beheer en aanduiding van de pensioeninstelling

Art. 13.De inrichter vertrouwt het beheer toe aan de NV Allianz, met maatschappelijke zetel te Brussel, hiertoe erkend door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).

Binnen de juridische structuur van de pensioeninstelling kan de inrichter er echter voor opteren één of meer deelaspecten van het beheer aan derden toe te vertrouwen.

Art. 14.De regels die het beheer van het sectoraal pensioenstelsel beheersen zijn vastgelegd in een groepsverzekeringsreglement.

Het groepsverzekeringsreglement is vervat in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en maakt er integraal deel van uit. De pensioeninstelling zal het groepsverzekeringsreglement overhandigen aan elke aangeslotene.

Art. 15.Zoals voorgeschreven in artikel 41, § 2 van de WAP wordt een toezichtscomité opgericht. Dit comité wordt voor de ene helft samengesteld uit werknemersvertegenwoordigers en voor de andere helft uit vertegenwoordigers van de werkgevers.

Het toezichtscomité ziet toe op het beheer van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt door de pensioeninstelling jaarlijks in het bezit gesteld van een zogenaamde "transparantieverslag", alvorens zij dit ter beschikking stelt van de inrichter. De inrichter kan het verslag ter beschikking stellen aan elke aangeslotene die erom verzoekt.

Art. 16.Het transparantieverslag wordt opgesteld door de pensioeninstelling of, in voorkomend geval, door de derde aan wie een deelaspect van het beheer werd toevertrouwd en geeft een getrouw relaas van de tijdens het boekjaar uitgevoerde activiteiten en genomen beslissingen, zoals voorgeschreven door de WAP.

Art. 17.De Raad voor Aanvullende Pensioenen kan op verzoek van tenminste 10 pct. van de in artikel 1 bedoelde werkgevers of werknemers, het rendement van het pensioenstelsel onderzoeken. Indien dit rendement onvoldoende wordt geacht, zal de raad aan de inrichter aanbevelen, van pensioeninstelling te veranderen of het beheer of een gedeelte ervan uit te besteden aan (een) andere beheerder(s). HOOFDSTUK IX. - Opting-out

Art. 18.Opting out door werkgevers die reeds hebben of nog zullen voorzien in gelijkaardige regelingen als bedoeld in de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, wordt uitgesloten, behoudens uitdrukkelijke instemming door de beheerraad van de inrichter. HOOFDSTUK X Uitbetaling van het aanvullend pensioenvoordeel

Art. 19.Het groepsverzekeringsreglement stelt de modaliteiten en procedures vast voor de uitbetaling van het pensioenvoordeel.

Het aanvullend pensioenvoordeel kan ten vroegste worden uitgekeerd vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de leeftijd van 65 jaar, zowel voor mannen als voor vrouwen.

De rechten van de aangeslotene die de sector verlaat vóór de einddatum van de contracten (uittreding), worden beschreven in het groepsverzekeringsreglement. Uittreding is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de aangeslotenen en zijn huidige werkgever anders dan door overlijden of het bereiken van de einddatum, in zoverre de aangeslotene niet een nieuwe arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met een andere werkgever die eveneens aan deze pensioentoezegging onderworpen is, binnen het derde kwartaal volgend op het kwartaal van de beëindiging van de eerste arbeidsovereenkomst.

Als datum van uittreding geldt derhalve de eerste dag van het vierde kwartaal dat volgt op het kwartaal van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK XI. - Toepassingsdatum

Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in op 1 december 2013, onder voorbehoud van algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur. Elke partij kan de overeenkomst bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité opzeggen mits in achtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden die ten vroegste afloopt bij het einde van een boekjaar.

Overeenkomstig artikel 10, § 1, 3° van de WAP dienen partijen een beslissing te nemen met betrekking tot de eventuele opheffing van het pensioenstelsel. Conform artikel 10, § 1, 3° van de WAP is deze beslissing enkel geldig indien ze de steun heeft van 80 pct. van de stemmen van al de in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking gewone of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van al de gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen.

Deze beslissing moet voorafgaan aan de opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage 1 aan collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal aanvullend pensioen WOOD-Life Groepsverzekeringsreglement BIJZONDERE VOORWAARDEN HOOFDSTUK I. - Bijzondere voorwaarden

Artikel 1.Aansluiting Art. 1.1. Voorwaarden voor de aansluiting Alle werknemers die behoren tot de personeelscategorie vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst in dienst van een bedrijf waarop het pensioenstelsel van toepassing is, worden in de pensioentoezegging opgenomen vanaf indiensttreding of toetreding tot betrokken personeelscategorie.

De aansluiting geschiedt op de eerste dag van de maand waarop de aansluitingsvoorwaarden vervuld worden.

Art. 1.2. Medische formaliteiten bij aansluiting De aansluiting is niet onderworpen aan medische formaliteiten.

Art. 2.Prestaties en financiering Art. 2.1. Voorwerp van de groepsverzekering Het voorwerp van dit reglement bestaat erin, tegen storting van premies (artikel 2.3), te voorzien in het verzekeren van een dekking en overlijden, namelijk : - de uitkering van een kapitaal bij leven van de aangeslotene op de einddatum van de contracten; - de uitkering van een kapitaal bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum van de contracten. .

Art. 2.2. Definitie van de basisbegrippen 2.2.1. Einddatum van de contracten De einddatum van de contracten is bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de 65e verjaardag van de aangeslotene.

Bij verderzetting van de beroepsloopbaan na de einddatum (65 jaar) van de contracten wordt de eindtermijn van de contracten leven en overlijden telkens verlengd voor de duur van één jaar. 2.2.2. Bezoldigingen De refertebezoldiging (B) die in aanmerking wordt genomen voor het bepalen van de premies wordt berekend voor de periode van 1 juli tot 30 juni (referteperiode) op het loon zoals gedefi-nieerd in de collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze bezoldiging wordt elk jaar in november of december, volgend op de referteperiode meegedeeld door de inrichter. 2.2.3. Hoofdvervaldag De prestaties worden jaarlijks per 1 december opnieuw bepaald, en dit voor de eerste maal op 1 december 2009. 2.2.4. Eindberekening in geval van uittreding, overlijden of pensionering In geval van uittreding van de aangeslotene, of in geval van overlijden of de pensionering, zal op de dag van de uittreding, het overlijden of de einddatum van het contract worden aangepast op basis van de regels bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst.

Art.2.3. Financiering van de prestaties De premies zijn betaalbaar tot de einddatum van de contracten of tot het overlijden van de aangeslotene zo deze laatste vóór de einddatum overlijdt. 2.3.1. Bedrag van de jaarpremie ten laste van de inrichter (inrichtersbijdrage) De inrichtersbijdrage ten laste van de inrichter wordt berekend door de inrichter en is gelijk aan het bedrag betaalbaar in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de inrichtersbijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. 2.3.2. Bijdragen vanuit de solidariteitstoezegging Overeenkomstig het solidariteitsreglement zullen bijdragen vanuit de solidariteitstoezegging gestort kunnen worden. Deze bijdragen worden net zoals de inrichtersbijdragen op de afzonderlijke individuele rekening voor elke aangeslotene gestort, zijnde de toelagecontracten.

Art. 2.4. Prestaties bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum van de contracten De groepsverzekering waarborgt, ten voordele van de begunstigden, de storting van een overlijdenskapitaal waarvan het bedrag wordt vastgesteld op de terugbetaling van de wiskundige reserve, van het basiscontract en het winstdeelnamecontract "Uitgestelde kapitalen met tegenverzekering van de wiskundige reserve", opgebouwd op de eerste dag van de maand van het overlijden van de aangeslotene.

Art. 2.5. Prestaties bij leven van de aangeslotene op de einddatum van de contracten De contracten "Uitgestelde kapitalen met tegenverzekering van de wiskundige reserve", waarborgen de uitbetaling van een kapitaal indien de aangeslotene in leven is op de einddatum van de contracten.

Zo de aangeslotene vóór de einddatum van de contracten overlijdt, wordt de wiskundige reserve, opgebouwd tot op het ogenblik van overlijden, aan de aangeduide begunstigden terugbetaald.

Art. 2.6. Winstdeling De contracten opgemaakt in uitvoering van dit reglement evenals het financieringsfonds en de vrije reserve delen in de winsten geboekt in het gekantonneerd fonds PC 126. De werking en beleggingspolitiek van het gekantonneerde fonds worden beschreven in een afzonderlijke overeenkomst.

De prestaties van de individuele contracten worden vermeerderd met de winsten in het gekantonneerde fonds PC 126 toegekend door de verzekeringsonderneming voor het deel dat volgens de beslissing van het toezichtscomité niet wordt toegewezen aan de vrije reserve, conform aan de wettelijke bepalingen terzake (artikel 4-8, 1ste lid koninklijk besluit WAP 12 januari 2007).

Art. 2.7. Modaliteiten voor de premiebetaling De bijdragen (inrichtersbijdragen en bijdragen uit het solidariteitsluik) worden jaarlijks op 1 december volgend op de referteperiode individueel toegewezen aan afzonderlijke contracten die toelagecontracten genoemd worden. Deze bijdragen worden betaald door de bedragen te heffen op het financieringsfonds. De premies die worden toegewezen aan de financiering van de prestaties, worden jaarlijks als periodieke premies aangewend op de contracten.

Een borderel met opgave van de bijdragen, wordt jaarlijks door de verzekeringsonderneming opgesteld en naar de inrichter opgestuurd.

Art. 2.8. Financieringsfonds en vrije reserve Er wordt in het raam van de groepsverzekering een financieringsfonds en een vrije reserve opgericht. Deze worden door de verzekeringsonderneming beheerd. 2.8.1. Financiering van het financieringsfonds Het fonds zal worden gefinancieerd door de volgende bedragen : 1. De maandelijkse voorschotten ontvangen van de inrichter;2. De bijdragen die overeenkomstig het solidariteitsreglement vanuit de solidariteitstoezegging gestort worden;3. De financiële opbrengst gegenereerd door het financieringsfonds zelf. Andere : - De kapitalen bij overlijden bedoeld bij punt 6.2.1.6. van de algemene voorwaarden en de afkoopwaarden van de toelagecontracten ingeval de aangeslotene er niet de eigendom van bezit (artikel 7.1.2.) worden in het financieringsfonds gestort. - Het financieringsfonds ontvangt de stortingen van de bedragen waarvan sprake in artikel 5.1.2. laatste paragraaf. 2.8.2. Financiering van de vrije reserve De vrije reserve wordt gefinancierd door de volgende bedragen : 1. Het deel van de financiële opbrengst gegenereerd door de individuele contracten dat volgens de beslissing van het toezichtscomité wordt toegewezen aan de vrije reserve;2. De financiële opbrengst gegenereerd door de vrije reserve zelf. 2.8.3. Bestemming van het financieringsfonds Op het financieringsfonds kunnen heffingen worden gedaan : - tot toewijzing van de contracten; jaarpremies volgens modaliteiten van punt 2.7.; - tot aanzuivering van de tekorten zoals beschreven in artikel 7.1.1., laatste paragraaf; - tot toewijzing aan de toelagecontracten voor zover de minimumreserve vermeld in artikel 5.1.2. niet aangesproken wordt; - tot toewijzing aan de toelagecontracten bij staking van premiebetaling in toepassing van de bepalingen van artikel 8.1. 2.8.4. Bestemming van de vrije reserve De vrije reserves kunnen op basis van een beslissing van het toezichtscomité aangewend worden om bijkomende stortingen op de individuele toelagecontracten uit te voeren bovenop de bijdragen die voorzien zijn in artikel 2.3. en met respect voor alle wettelijke beschikkingen. 2.8.5. Vereffening van het financieringfonds en de vrije reserve De activa van het financieringsfonds en de vrije reserve kunnen niet terug worden opgenomen in het vermogen van de inrichter en dienen voor de financiering van de pensioentoezegging bestemd te blijven.

In geval van definitieve opheffing van de groepsverzekering, in geval van verdwijning van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de activa die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging aan de aangeslotenen toegekend in verhouding tot hun verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag dat bij toepassing van artikel 24 van de wet wordt gewaarborgd.

Het bedrag dat overeenstemt met de verworven reserves wordt op de individuele contracten van de aangeslotenen gestort.

De activa die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging zijn gelijk aan het saldo van het financieringsfonds en de vrije reserve dat overblijft na aanzuivering op de individuele contracten van de aangeslotenen van de tekorten beschreven in de laatste paragraaf van artikel 7.1.1.

In afwijking van de vorige paragraaf mag aan een geheel of gedeelte van de activa bij collectieve arbeidsovereenkomst een andere sociale bestemming worden verleend.

Art. 2.9. De jaarlijkse takst op de verzekeringspremies In afwijking van artikel 9.1. is er geen taks voor zover deze pensioentoezegging een sectorale pensioenstelsel betreft die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel 10, § 1 van de WAP. ALGEMENE VOORWAARDEN HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden

Art. 3.Beslissingsbevoegdheid en paritair beheer Art. 3.1. Invoering en wijziging van een sectoraal pensioenstelsel Het sectoraal pensioenstelsel wordt ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst. De collectieve arbeidsovereenkomst stelt het pensioenreglement vast en bevat de regels inzake het beheer van het pensioenstelsel en de keuze van de pensioeninstelling.

Het pensioenstelsel treedt in werking op de datum vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst en uiterlijk één jaar na de datum van sluiting ervan.

Wijzigingen aan de pensioentoezegging evenals veranderingen van pensioeninstelling dienen altijd bij collectieve arbeidsovereenkomst te gebeuren.

Art. 3.2. Paritair beheer Er wordt een toezichtscomité opgericht dat paritair is samengesteld overeenkomstig de regels vastgesteld in artikel 41, § 1, tweede en derde lid van de WAP. Het toezichtscomité ziet toe op de uitvoering van de pensioentoezegging en wordt in het bezit gesteld van de verklaring inzake de beleggingsbeginselen bedoeld in artikel 41bis van de WAP en van het transparantieverslag bedoeld in artikel 42, § 1 van de WAP vóór de mededeling ervan aan de inrichters. De verklaring inzake de beleggingsbeginselen evenals het transparantieverslag worden door de verzekeringsonderneming opgemaakt en aangeleverd aan het toezichtscomité.

Art. 4.Tarieven De gebruikte tarieven zijn opgemaakt op grond van de technische grondslagen die door de verzekeringsonderneming werden neergelegd overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975.

Indien de technische grondslagen gewijzigd worden, dan zullen de nieuwe tarieven die eruit voortvloeien van toepassing zijn op elke verhoging van de verzekerde prestaties en op elke nieuwe aansluiting waarvan de ingangsdatum na de datum van de tariefwijziging valt.

Art. 5.Bijwerking van de contracten Art. 5.1. Jaarlijkse bijwerking 5.1.1. Jaarlijkse berekening van premies en prestaties De premies en prestaties worden bij de aansluiting berekend.

Ze worden jaarlijks op de hoofdvervaldag van de groepsverzekering opnieuw bepaald.

Te dien einde stuurt de verzekeringsonderneming de inrichter de lijst van de personeelsleden, aangesloten bij de groepsverzekering.

De inrichter stuurt deze lijst terug met vermelding van de nieuwe bezoldigingen en van de gegevens die nodig zijn om de premies te kunnen berekenen. 5.1.2. Jaarlijkse berekening van het financieringstekort Het bedrag van de tekorten van de reserves van de individuele contracten waarvan sprake in artikel 7.1. wordt jaarlijks door de verzekeringsonderneming berekend.

De inrichter heeft de wettelijke verplichting om deze tekorten op collectieve wijze te financieren, de reserves van het financieringsfonds dienen dan ook gedurende het jaar dat volgt op de jaarlijkse bijwerking minimaal gelijk te zijn aan het bedrag van de tekorten zoals hiervoor vermeld.

Deze minimumreserve die in het financieringsfonds aanwezig dient te zijn, kan alleen verminderd worden in de loop van het verzekeringsjaar met de bedragen die uit het financieringsfonds geput worden in toepassing van artikel 7.1.1., laatste paragraaf.

Indien bij de jaarlijkse bijwerking blijkt dat de reserves uit het financieringsfonds lager zijn dan de vereiste minimumreserve, dan gaat de inrichter op vraag van de verzekeringsonderneming over tot onmiddellijke aanzuivering van het ontbrekende bedrag.

Art. 5.2. Informatie voor de aangeslotenen De aangeslotene kan op eenvoudig verzoek de tekst van het reglement bekomen bij zijn inrichter evenals het transparantierapport dat de verzekeringsonderneming jaarlijks ter beschikking stelt.

De verzekeringsonderneming zal ieder jaar ten behoeve van de aangeslotene een individuele pensioenfiche afleveren aan de inrichter.

Deze fiche bevat de gegevens zoals beschreven in artikel 26, § 1 en § 3 van de WAP. De inrichter neemt de taak op zich om de individuele pensioenfiches te bezorgen aan de actieve aangeslotenen.

De aangeslotene kan op eenvoudig verzoek een historisch overzicht van de gegevens vermeld in artikel 26, § 1, 1° en 2° verkrijgen.

Art. 5.3. Wijzigingen van de groepsverzekering De inrichter behoudt zich het recht voor, zijn aandeel in deze groepsverzekering te verminderen en zelfs af te schaffen zo de economische en/of sociale omstandigheden hem ertoe zouden verplichten of in geval van grondige wijziging van de sociale zekerheid.

Iedere wijziging van de groepsverzekering dient te gebeuren bij collectieve arbeidsovereenkomst In geval van stopzetting van de groepsverzekering is de inrichter er toe gehouden om de eventuele tekorten aan te zuiveren van de reserves van de individuele toelagecontracten, vastgesteld in toepassing van artikel 7.1.1., laatste paragraaf.

Art. 6.Uitkering van de prestaties Art. 6.1. Bij leven van de aangeslotene op de einddatum van de contracten Bij leven van de aangeslotene op de einddatum van de contracten, is hij de begunstigde van de prestaties. De prestaties worden uitgekeerd onder vorm van kapitaal.

Nochtans kan de begunstigde de vereffening vragen onder de vorm van een lijfrente in zijn voordeel en in voorkomend geval. In het voordeel van zijn huwelijkspartner of wettelijk samenwonende partner zo deze laatste hem overleeft. De vereffening geschiedt volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 6.3.

De omzettingscoëfficiënt van het kapitaal naar rente is deze van toepassing op het moment van de vereffening van de contracten.

Art. 6.2. Bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum van de contracten 6.2.1. Begunstigden Bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum van de contracten zijn de begunstigden van alle prestaties, in de volgende volgorde van voorrang : 1. de niet gerechtelijk van tafel en bed gescheiden huwelijkspartner of de wettelijk samenwonende partner;2. de kinderen waarvan de afstamming vaststaat en de adoptieve kinderen.Bij vooroverlijden van één van hen, hun afstammelingen voor het gedeelte dat zou toegekomen zijn aan de begunstigde in wiens plaats ze treden; 3. de vader en de moeder van de aangeslotene, elk voor de helft bij vooroverlijden van één van hen, komt het geheel van de verzekerde bedragen aan de overlevende toe;4. de begunstigden aangeduid bij aanhangsel door de aangeslotene;5. de wettelijke erfgenamen ten persoonlijke titel, met uitsluiting van de Staat;6. het financieringsfonds. Op verzoek van de aangeslotene kan er van deze devolutie van de begunstiging worden afgeweken; deze afwijkingen moeten echter door de aangeslotene en de verzekeringsonderneming worden getekend.

Indien de afwijking echter tot doel heeft de niet gerechtelijk van tafel en bed gescheiden huwelijkspartner of de kinderen de begunstiging te ontzeggen, moet het akkoord van de huwelijkspartner worden gevraagd in toepassing van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van de echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels.

De verzekerde prestaties worden naar keuze van de begunstigden in kapitaal uitgekeerd of onder de vorm van lijfrenten vereffend. De omzetting van het kapitaal naar rente gebeurt volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6.3.

Indien een begunstigde echter een minderjarig kind is, wordt het hem toekomende gedeelte verplicht vereffend onder de vorm van tijdelijke renten met als einddatum de 18e verjaardag van die begunstigde.

Indien beide echtgenoten of beide wettelijk samenwonende partners in eenzelfde gebeurtenis overlijden, zonder dat men de volgorde van overlijden kan bepalen, wordt de aangeslotene verondersteld de huwelijkspartner of wettelijk samenwonende partner te hebben overleefd en de vereffening onder kapitaalvorm te hebben gekozen. 6.2.2. Administratieve formaliteiten De sommen verschuldigd door de verzekeringsonderneming worden aan de begunstigden uitgekeerd na voorlegging van de volgende documenten : 1) een uittreksel uit de overlijdensakte van de aangeslotene met vermelding van zijn geboortedatum;2) een medisch getuigschrift met vermelding van de overlijdensoorzaak;3) wanneer de begunstigden niet met naam werden aangeduid, een notoriteitsakte tot staving van hun rechten. Art. 6.3. Vereffening van de contracten onder rentevorm De prestaties waarin dit reglement voorziet, kunnen op verzoek van de begunstigden onder rentevorm vereffend worden voor zover het bedrag op jaarbasis van deze rente hoger is dan 500,00 EUR. Deze laatste beperking geldt niet indien de begunstigde een minderjarig kind is.

Het bedrag van 500,00 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen die voorzien zijn in de WAP. De inrichter brengt de aangeslotenen van dit recht op de hoogte twee maanden vóór de eindvervaldag van de contracten.

In geval van overlijden van de aangeslotene vóór de eindvervaldag brengt de inrichter de begunstigden van dit recht op de hoogte binnen de twee weken die volgen op de kennisname van het overlijden.

De omzettingscoëfficiënt van het kapitaal naar rente is deze van toepassing op het moment van de vereffening van de contracten rekening houdende met de tariefbasis die de verzekeringsonderneming op dat moment hanteert. Indien het rentetarief dat bij de verzekeringsonderneming van toepassing is op het moment van de omzetting tot een lagere rente leidt dan de rente die zou bekomen worden door toepassing van de tariefbasis opgelegd door de uitvoeringsbesluiten van de WAP, dan heeft de inrichter de wettelijke verplichting dit verschil te financieren door storting van een éénmalige premie.

Het bedrag van de renten uitgekeerd op grond van een bepaald kapitaal hangt af van de leeftijd van de begunstigde bij het ingaan van de rente en verschilt naargelang het een mannelijke of een vrouwelijke begunstigde betreft.

De renten vangen aan op de eerste dag van de maand van de gebeurtenis de aanleiding geeft tot de vereffening van de verzekerde prestaties.

Ze zijn maandelijks postnumerando betaalbaar, voor de laatste maal op de maandelijkse vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de rentetrekker, of aan de gestelde einddatum indien het om tijdelijke renten gaat.

Indien de rente eveneens op het leven van de huwelijkspartner of de wettelijk samenwonende partner gevestigd werd, en voor zover deze laatste de rentetrekker overleeft, dan zullen de eerste hem/haar toekomende rentegedeelten uitbetaald worden op de vervaldag die op het overlijden van de aangeslotene volgt.

In geval de prestaties uitgekeerd worden onder de vorm van een rente, mag de overdraagbaarheidscoëfficiënt niet meer bedragen dan 80 pct.

Art. 7.Rechten van de aangeslotenen Art. 7.1. Waarborg op minimumrendement - Verworven reserves 7.1.1. Bepaling van het minimumrendement De minimumrendementen voorzien door artikel 24 van de WAP worden jaarlijks door de verzekeringsonderneming vermeld op de pensioenfiche.

De inrichter heeft de wettelijke verplichting om deze minimumrendementen te garanderen aan de aangeslotene.

Bij de jaarberekening zal de inrichter de eventuele vastgestelde tekorten van de reserves van de toelagecontracten aanzuiveren op collectieve wijze door storting in het financieringsfonds.

De inrichter machtigt de verzekeringsonderneming om de sommen uit het financieringsfonds aan te wenden voor aanzuivering van de vastgestelde tekorten bij een uitdiensttreding gevolgd door een reserveoverdracht of afkoop, bij vereffening van de contracten of bij afschaffing van de groepsverzekering. 7.1.2. Eigendom van de contracten/rechten De prestaties gevestigd door de inrichtersbijdragen en de ermee overeenstemmende winstdelingen zijn verworven door de aangeslotene behalve tijdens het eerste jaar van aansluiting.

Art. 7.2. Rechten van de aangeslotene die de sector verlaat vóór de einddatum van de contracten 7.2.1. Uittreding uit de sector Uittreding is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de aangeslotenen en zijn huidige werkgever anders dan door overlijden of het bereiken van de einddatum, in zoverre de aangeslotene niet een nieuwe arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met een andere werkgever die eveneens aan deze pensioentoezegging onderworpen is, binnen het derde kwartaal volgend op het kwartaal van de beëindiging van de eerste arbeidsovereenkomst. Als datum van uittreding geldt derhalve de eerste dag van het vierde kwartaal dat volgt op het kwartaal van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 7.2.2. Procedure Bij uittreding uit de sector, beschikt de inrichter over één jaar om de verzekeringsonderneming hierover te informeren. De verzekeringsonderneming deelt binnen de 30 dagen volgend op deze informatie de verworven prestaties en de overeenstemmende reserves mee aan de inrichter, die de aangeslotene hiervan onmiddellijk in kennis stelt.

De aangeslotene dient de bestemming van zijn verworven reserves aan de inrichter mede te delen binnen de 30 dagen volgend op de mededeling ervan. De inrichter brengt de verzekeringsonderneming op de hoogte binnen de 15 dagen van de beslissing van de aangeslotene.

Indien de aangeslotene geen keuze bekend maakt binnen de hierboven vermelde termijnen, worden zijn contracten gereduceerd. 7.2.3. Mogelijkheden geboden aan de aangeslotene Keuzemogelijkheden voor de aangeslotene Wanneer de aangeslotene de dienst van de sector vóór de einddatum van de contracten verlaat, heeft hij de mogelijkheid, op voorwaarde dat hij de verzekeringsonderneming schriftelijk op de hoogte brengt van zijn beslissing : - hetzij om de contracten te reduceren in de bestaande verzekeringscombinatie.

Een contract reduceren of premievrij maken betekent dat de verzekeringsonderneming er akte van neemt dat de premiebetaling voor het contract stopgezet wordt. Dientengevolge wordt het contractueel kapitaal op einddatum herleid tot de premievrije waarde. De premievrije waarde komst overeen met het bedrag van de reserve op het moment van reductie, opgerent aan de technische rentevoet die van toepassing is op deze reserve. - hetzij om zijn wiskundige reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling binnen de door de WAP toegelaten mogelijkheden. Bij deze overdracht zal de verzekeringsonderneming geen kosten aanrekenen. - hetzij om zijn reserves onder te brengen in de onthaalstructuur van de huidige verzekeringsonderneming en deze aan te wenden voor een andere verzekeringscombinatie met eventuele verdere premiebetaling op individuele basis.

Onthaalstructuur Indien de aangeslotene opteert voor overdracht van zijn reserves naar de onthaalstructuur worden zijn reserves toegewezen aan een individueel contract dat onderworpen is aan het reglement en de kostenstructuur eigen aan deze onthaalstructuur.

De reserves worden aangewend in de verzekeringscombinatie "Uitgestelde kapitalen met tegenverzekering van de wiskundige reserve".

De aangeslotene kan kiezen om een waarborg overlijden toe te voegen.

De verzekeringsonderneming kan de aanvaarding van de waarborg overlijden afhankelijk maken van het door de verzekeringsonderneming gunstig bevonden resultaat van medische formaliteiten waarvan de onkosten door de verzekeringsonderneming ten laste worden genomen.

Overdracht van reserves De uitgetreden werknemer kan te allen tijde opteren om zijn wiskundige reserves over te dragen naar de onthaalstructuur of een andere pensioeninstelling binnen de perken opgelegd door de WAP. Bij deze overdracht zal de verzekeringsonderneming geen kosten aanrekenen.

Art. 8.Staking van de stortingen Art. 8.1. Ingebrekestelling van de inrichter en informatie aan de aangeslotenen Bij staking van betaling van de inrichtersbijdragen wordt de inrichter ten vroegste 30 dagen te rekenen vanaf de vervaldag per aangetekende brief in gebreke gesteld en wordt er een afschrift van de ingebrekestelling naar elke aangeslotene opgestuurd.

Ingeval deze ingebrekestelling om welke reden ook niet binnen 3 maand volgend op de staking van de stortingen naar de inrichter opgestuurd werd, dan wordt elke aangeslotene bij het verstrijken van deze termijn bij gewone brief op de hoogte gebracht van de staking van betaling van de premies.

De hierboven omschreven procedure wordt echter enkel toegepast na heffing van de onbetaalde inrichtersbijdragen op het financieringsfonds.

Art. 8.2. Gevolgen van de staking van de stortingen voor de groepsverzekering of de opzegging ervan Indien de betaling van de inrichtersbijdragen wordt stopgezet, worden de contracten leven en overlijden op de vervaldag van de eerste onbetaalde premie gereduceerd. Ze blijven onderworpen aan het reglement en delen verder in de winst zoals de andere groepsverzekringscontracten.

De reductie van de contracten gebeurt op basis van de technische grondslagen die gebruikt worden voor de berekening van de premie.

Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de waarborgen in geval van overlijden, zullen in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit leven de gereduceerde waarden berekend worden met de sterftetafels voor de verrichtingen bij leven.

De aangeslotene heeft echter de mogelijkheid, de premies voor de prestaties bij leven en overlijden, volgens de volgende modaliteiten verder te storten : - De premies worden toegewezen aan een persoonlijk contract onderworpen aan de algemene voorwaarden van de individuele levensverzekering, maar dat echter het tarief van de groepsverzekering geniet, tot beloop van de niveaus van prestaties die vroeger in het raam van de groepsverzekering verzekerd waren.

Het persoonlijk contract gaat in na kennisgeving ervan aan de aangeslotene door de verzekeringsonderneming.

De voortzetting geschiedt tegen de voorwaarden van de groepsverzekering en zonder medische formaliteiten wanneer ze aangevraagd wordt binnen zes maand volgend op de stopzetting van de groepsverzekering.

Na deze termijn kan de voortzetting afhankelijk worden gesteld van het gunstig resultaat van medische formaliteiten waarvan de onkosten door de verzekeringsonderneming ten laste worden genomen. - De contracten aangegaan in het raam van de groepsverzekering worden gereduceerd.

Art. 8.3. Overdracht van de afkoopwaarden Het geheel van de toelagecontracten kan worden afgekocht met het doel de afkoopwaarden over te dragen naar een andere gemachtigde verzekeringsonderneming, naar een gemachtigd pensioenfonds of een groepsverzekering gekoppeld aan beleggingsfondsen. De inrichter licht de aangeslotenen evenals de FSMA in over de beslissing tot overdracht en de motivatie.

In het geval dat de invoering of wijziging van een plan dient te gebeuren bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij wijziging van het arbeidsreglement, dient de beslissing tot overdracht genomen te worden bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij wijziging van het arbeidsreglement.

De overgedragen reserves bevatten de wiskundige reserves van de winstdeling. De eventuele vergoeding mag in geen geval ten laste van de aangeslotenen worden gelegd.

Art. 9.Diverse bepalingen Art. 9.1. Jaarlijkse taks De jaarlijkse taks op de verzekeringscontracten wordt betaald door de inrichter. Deze taks is verschuldigd op de premies evenals op de eventuele stortingen door de inrichter in het financieringsfonds.

De taks wordt door de verzekeringsonderneming berekend, geïnd, aangegeven en doorgestort aan de staat.

Art. 9.2. Kennisgevingen De kennisgevingen aan de inrichter of de aangeslotenen geschieden geldig op het laatste adres van de inrichter meegedeeld aan de verzekeringsonderneming. Elke kennisgeving van een partij aan de andere wordt geacht gedaan te zijn op de datum van afgifte ervan op de post.

Art. 9.3. Onbetwistbaarheid Het reglement wordt opgemaakt op grond van de inlichtingen die door de inrichter en de aangeslotene oprecht en zonder weglating of onjuistheden werden verstrekt om de verzekeringsonderneming in te lichten over de omvang van de risico's die zij ten laste neemt.

Vanaf de inwerkingtreding ziet deze laatste er evenwel van af het contract te betwisten wegens alle te goeder trouw gedane weglatingen of onjuistheden.

Enkel bedrog heeft de nietigheid van het reglement tot gevolg.

Art. 9.4. Toepasbare wet - Rechtspraak De geschillen tussen de partijen omtrent de uitvoering van de overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Bescherming van de persoonlijke levenssfeer en rechten van de geregistreerde personen De persoonsgegevens die aan Allianz Belgium n.v. worden medegedeeld, dienen uitsluitend voor de volgende doelstellingen : evaluatie van de verzekerde risico's, beheer van de commerciële relatie, beheer en uitvoering van het verzekeringscontract en van de erdoor gedekte schadegevallen. Enkel voor deze doeleinden kunnen zij indien noodzakelijk worden overgemaakt aan een herverzekeraar of een expert.

Elke persoon die zijn identiteit bewijst, heeft het recht kennis te krijgen van de hem betreffende gegevens die in het bestand zijn opgenomen. Om dat recht uit te oefenen moet de belanghebbende een gedagtekend en ondertekend verzoek indienen bij de dienst : Bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Allianz Belgium n.v., Lakensestraat 35, 1000 Brussel.

Bij dit verzoek moet er een kopie worden gevoegd van de identiteitskaart van de aanvrager en moet de naam en het adres van de geneesheer worden vernield aan wie onze adviserend geneesheer eventuele medische gegevens mag mededelen.

Een bedrag van 3 EUR moet worden gestort op de rekening 310-0140765-07 (met als mededeling "J4SJ" gevolgd door de naam en voornamen van de betrokken persoon).

Deze persoon is verder gerechtigd alle onjuiste persoonsgegevens die op hem betrekking hebben, kosteloos te laten verbeteren of te doen verwijderen alsook om zich te verzetten tegen gebruik van de gegevens voor direct marketing door dit uitdrukkelijk te vermelden naast zijn handtekening op het voorliggende document.

Met het oog op een vlot beheer van het contract en van elk schadedossier en enkel daartoe, geeft de verzekerde zijn toestemming voor het verwerken van de medische persoonsgegevens door de Medische dienst.

Waarschuwing Elke oplichting of poging van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op basis van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het E.S.V. Datassur, de Meeûsplantsoen 29, 1000 Brussel, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico's ter herinnering brengt aan de aangesloten leden-verzekeraars.

Controle der verzekeringen Het Belgisch recht is van toepassing op de verzekeringsovereenkomst.

Elke klacht aangaande de uitvoering van het contract kan worden gericht aan : - de Ombudsdienst van de maatschappij Allianz Belgium n.v., Lakensestraat 35, 1000 Brussel, fax : 02-214 61 71, Ombudsdienstallianz.be, of - de Ombudsman van de verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, fax : 02-547 59 75, infombudsman.as, of - de FSMA, Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, fax : 02-220 58 17 onverminderd de mogelijkheid voor de verzekeringnemer om een rechtsvordering in te stellen.

DEFINITIES AFKOOP De afkoop is de verrichting waarbij de aangeslotene de onmiddellijke vereffening van zijn groepsverzekeringscontracten krijgt.

AFKOOPWAARDE De theoretische afkoopwaarde verminderd met de afkoopvergoeding.

FSMA Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.

FINANCIERINGSFONDS Collectieve reserve samengesteld bij een verzekeringsonderneming in het kader van een bepaalde groepsverzekering.

GROEPSVERZEKERING Levensverzekeringscontract of geheel van levensverzekeringscontracten afgesloten bij een verzekeringsonderneming voor één of meerdere inrichters ten voordele van gans het personeel of een gedeelte ervan of van de bedrijfsleiders.

GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT Het geheel van de contractuele bepalingen die de voorwaarden van de groepsverzekering, evenals de rechten en verplichtingen van de aangeslotenen en van de inrichter met betrekking tot die verzekering regelen.

HET KONINKLIJK BESLUIT LEVEN Het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit.

INRICHTER De rechtspersoon, paritair samengesteld, aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst door de representatieve organisaties van een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, die een pensioenstelsel invoert.

REDUCTIEWAARDE Prestaties die volgens de voorwaarden van het contract kunnen worden verzekerd door de wiskundige reserve te beschouwen als inventariskoopsom.

De reductie van de contracten gebeurt op basis van de technische grondslagen die gebruikt worden voor de berekening van de premie.

Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de waarborgen in geval van overlijden, zullen in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit leven de gereduceerde waarden berekend worden met de sterftetafels voor de verrichtingen bij leven.

TOELAGECONTRACT Contractuele bepalingen die voor een aangeslotene het gedeelte van de groepsverzekering regelen dat wordt gevormd door de bijdragen van de inrichter.

DE WAP De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van de pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003).

WETTELIJK SAMENWONENDEN De personen die samenleven volgens de "wettelijke samenwoning" die geregeld wordt in artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek.

WISKUNDIGE RESERVE VAN HET CONTRACT Reserve gevormd bij de verzekeringsonderneming door de kapitalisatie van de betaalde premies, rekening houdend met de verbruikte sommen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal aanvullend pensioen WOOD-Life Reglement tot vaststelling van de solidariteitsprestaties in het kader van de sectorale tweede pensioenpijler

Artikel 1.Dit reglement geeft concrete invulling aan de solidariteitstoezegging, vermeld in hoofdstuk VI van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 september 2009 (registratienummer 98687), koninklijk besluit van 10 oktober 2010, Belgisch Staatsblad van 9 november 2010.

Dit reglement dient te worden gelezen in samenhang met deze collectieve arbeidsovereenkomst en met het groepsverzekeringsreglement. Het wordt door de inrichter op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld van de aangeslotenen.

Art. 2.De solidariteitstoezegging wordt beheerd door de paritair beheerde vzw "WOOD-Life solidariteit".

Art. 3.De solidariteitsprestaties opgesomd in artikel 9 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst, worden als volgt geconcretiseerd : 1. Een solidariteitstoezegging voor tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen, technische redenen of overmacht.Deze toezegging bedraagt met ingang van de premiestorting van december 2013 0,74 EUR per dag tijdelijke werkloosheid in de referteperiode van 1 juli van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar.

Het aantal dagen waarover deze toezegging wordt gestort is beperkt tot 130 dagen per referteperiode. 2. Een solidariteitstoezegging voor primaire arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht of wegens arbeidsongeval. Deze toezegging voor primaire arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht bedraagt met ingang van de premiestorting van december 2013 0,74 EUR per dag arbeidsongeschiktheid en is beperkt tot 287 dagen per arbeidsongeschiktheid. De toekenning (en de telling van de 287 dagen) gebeurt vanaf de 31e dag.

De toezegging voor arbeidsongeval bedraagt met ingang van de premiestorting van december 2013 0,74 EUR per dag arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval en is beperkt tot 200 dagen per arbeidsongeval. De toekenning (en de telling van de 200 dagen) gebeurt vanaf de 31e dag.

De solidariteitstoezeggingen worden toegekend volgens dezelfde criteria en modaliteiten als deze, vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking" (registratienummer nog niet gekend op het ogenblik van de redactie), meer bepaald de aanvullende vergoedingen bij langdurige arbeidsongeschiktheid en bij arbeidsongevallen.

Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking" stelt, binnen de beschreven voorwaarden, de dagen tijdelijke werkloosheid vast aan de hand van de RSZ-gegevens. De dagen primaire arbeidsongeschiktheid en arbeidsongeval worden vastgesteld op basis van de door het fonds voor bestaanszekerheid uitbetaalde dossiers aanvullende vergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid en bij arbeidsongevallen. Het fonds deelt de dagen per betrokken arbeider mee aan de vzw "WOOD-Life solidariteit".

De VZW "WOOD-Life solidariteit" deelt jaarlijks in november het aantal dagen per solidariteitstoezegging per arbeider mee aan de verzekeringsmaatschappij en stort het totale bedrag dat overeenstemt met de solidariteitstoezeggingen.

De verzekeringsmaatschappij wijst de gestorte bedragen toe aan de individuele toelagecontracten en zorgt voor de verwerking ervan op de pensioenfiches. Vanaf dat ogenblik zijn deze solidariteitstoezeggingen onderworpen aan dezelfde regels als de jaarpremie voor het aanvullend pensioen, dit conform het groepsverzekeringsreglement. 3. Een uitkering bij overlijden van een aangeslotene gedurende diens beroepsloopbaan als arbeider bij een werkgever die ressorteert onder het paritair comité 126.De uitkering bedraagt 750 EUR bruto en wordt betaald aan de begunstigden vermeld in het groepsverzekeringsreglement.

Art. 4.De VZW "WOOD-Life solidariteit" wordt gefinancierd door vaste kwartaalstortingen vanuit het fonds voor bestaanszekerheid.

Deze kwartaalstortingen worden bepaald in functie van de totale aangegeven loonmassa en kunnen van jaar tot jaar verschillen.

De VZW "WOOD-Life solidariteit" stelt, in overleg met het fonds voor bestaanszekerheid, jaarlijks de hoogte van de stortingen vast.

Art. 5.Deze stortingen vanuit het fonds voor bestaanszekerheid bedragen steeds minstens 4,4 pct. van het totaal van de individuele jaarpremies, zodat de sectorale pensioentoezegging te aanzien is als een sociale pensioentoezegging.

Bijgevolg is de verzekeringstaks ten belope van 4,4 pct. niet van toepassing.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^