SELOR - SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

Reglement van orde voor taaltesten Instituut voor de gerechtelijke opleiding Taalexamen georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 27 januari 2009 tot regeling van een taalexamen voor de directieleden van het Instituut voor de gerechtelijke opleiding met het oog op het bewijzen van de kennis van de andere landstaal dan diegene waarin zij hun examen voor een universitair diploma hebben afgelegd.

Taalexamen georganiseerd overeenkomstig artikel 5 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 27 januari 2009 Voor zover de nadere regels eigen aan de aard van de taalexamens niet bepaald zijn door de wet of het voornoemd koninklijk besluit, heeft de afgevaardigd bestuurder van SELOR besloten dat : 1. Voor wat de passieve kennis van de juridische woordenschat betreft, zal geen enkel andere vertaling als juist worden beschouwd dan deze die opgenomen is in de syllabus die in 2009 gepubliceerd is.2. Voor de oefeningen over de passieve kennis van de juridische woordenschat zullen de vragen bestaan uit een reeks termen in de taal van het examen.Deze termen worden al dan niet in een context geplaatst die er de juiste betekenis van preciseert. De kandidaat dient de vertaling te geven in de taal van zijn/haar diploma. 3. In het eerste gedeelte (passieve kennis van de juridische woordenschat) krijgen de kandidaten 70 woordenschatvragen.4. De schrijffouten die tijdens de proef over de passieve kennis van de juridische woordenschat gemaakt worden, worden als een fout gerekend.Bij substantieven hoeft het lidwoord niet te worden ingevuld. Indien een foutief lidwoord gegeven is, wordt de helft van de punten voor die vraag afgetrokken. 5. Indien de kandidaat slaagt voor het eerste gedeelte passieve kennis van de juridische woordenschat maar niet slaagt voor het mondelinge gedeelte, wordt de kandidaat bij een tweede afname van de proef vrijgesteld voor het eerste gedeelte. Brussel, 13 november 2009.

Marc Van Hemelrijck, afgevaardigd bestuurder.