gepubliceerd op 27 november 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben
1 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2006 Statuut van de syndicale afvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2007 onder het nummer 83938/CO/305) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel van de instellingen die onder de federale sectoren van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten ressorteren en die minder dan 50 werknemers in dienst hebben, te weten : - de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn; - de psychiatrische verzorgingstehuizen; - de initiatieven van beschut wonen; - de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra; - de revalidatiecentra; - de thuisverpleging; - de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging; - de Diensten voor het Bloed van het Rode Kruis van België; - de medisch-pediatrische centra; - de wijkgezondheidscentra. HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 6.2. van het akkoord betreffende de federale gezondheidsdiensten voor de privésector van 26 april 2005.
Art. 3.De werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten verklaren dat de essentiële beginselen betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen bepaald worden door deze overeenkomst.
Art. 4.De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.
De werkgevers eerbiedigen de waardigheid der werknemers en zij maken er een erepunt van hen met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verbinden er zich toe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming direct nog indirect te hinderen.
Art. 5.De werkgeversorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangeslotenen aan te bevelen, op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om hen te beletten bij een vakbond aan te sluiten.
De werknemersorganisaties verbinden er zich toe onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging aan hun organisaties waaruit zij zijn samengesteld aan te bevelen in de ondernemingen de praktijken van paritaire verhoudingen die met de geest van deze overeenkomst stroken na te leven.
Art. 6.De organisaties verbinden er zich toe hun aangesloten organisaties aan te bevelen : - respectievelijk de hoofden van de instellingen en de syndicale afgevaardigden te verzoeken in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die bepalend zijn voor de goede sociale verhoudingen in de onderneming; - er over te waken dat dezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en hun inspanningen bundelen ten einde de naleving ervan te verzekeren.
Art. 7.De werknemersorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangesloten organisaties aan te bevelen zich onderling akkoord te stellen en daartoe eventueel een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité voor het aanwijzen van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging in de ondernemingen, en er voor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden beschikken over het gezag voor het uitvoeren van hun functies, evenals voor hun bevoegdheid. HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de syndicale delegatie
Art. 8.Alleen de erkende syndicale organisaties vermeld in artikel 3 hebben het recht om de leden van de syndicale afvaardiging aan te duiden.
Art. 9.Een syndicale afvaardiging kan opgericht worden in elke instelling : A. Die gedurende 6 maanden voor de aanvraag tot oprichting, minstens het onderstaan aantal personeelsleden in dienst heeft, en dit ongeacht hun contractuele arbeidstijd : - 40 personeelsleden : inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2007; - 30 personeelsleden : inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2008; - 20 personeelsleden : inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2009.
Onder « personeelsleden in dienst » wordt verstaan : alle personeelsleden die aan de wetten op de sociale zekerheid voor werknemers onderworpen zijn, met uitzondering van de personen die zijn aangeworven onder een studentencontract tijdens de schoolvakantieperiodes en de personen die zijn aangeworven onder een vervangingscontract ter vervanging van een werknemer wiens contract geschorst is voor zijn volledige contractuele duur en voor zover de vervanger wordt meegeteld.
Het nazicht van dit artikel zal gebeuren via de voorzitter van het paritair comité.
B. En als 50 pct. van het personeel van de instelling een aanvraag doet en aanvaardt om vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging. De aanvraag en een lijst van namen en handtekeningen van personen die vragen om vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging, wordt gericht aan de voorzitter van het paritair comité volgens het model in bijlage. De aanvraag wordt vervolgens, vergezeld van een attest opgemaakt door de voorzitter van het paritair comité dat bevestigt dat aan de voorwaarden van dit artikel voldaan is, gericht aan de werkgever.
De voorzitter van het paritair comité verzendt eveneens een kopie van de aanvraag aan alle bekende vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.
Art. 10.§ 1. Om een mandaat van afgevaardigde te kunnen uitoefenen, moeten de werknemers op de datum van de oprichting van de vakbondsafvaardiging aan de volgende voorwaarden voldoen : 1. ten minste 18 jaar oud zijn;2. geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel, belast met het dagelijks beheer van de instelling;3. minstens zes maanden ononderbroken tewerkgesteld zijn in de instelling;4. de leeftijd van vijfenzestig jaar niet hebben bereikt;5. niet in opzeggingstermijn zijn, noch in proefperiode. Het mandaat van de personeelsafgevaardigde neemt een einde : 1. in geval van niet-vernieuwing;2. indien de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel;3. in geval van schriftelijk aan de werkgever meegedeelde ontslagneming;4. indien de afgevaardigde geen lid meer is van de werknemersorganisatie die de kandidatuur heeft voorgedragen;5. zodra de betrokkene deel uitmaakt van het leidinggevend personeel, belast met het dagelijks beheer van de instelling;6. in geval van overlijden. § 2. Indien het mandaat van een personeelsafgevaardigde een einde neemt, stelt de syndicale organisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, een nieuwe personeelsafgevaardigde aan voor de resterende duur van het mandaat. § 3. De vakbondsafvaardiging in de instelling is samengesteld uit twee effectieve mandaten in de instellingen van 20 tot 49 werknemers.
Art. 11.Rekening houdend met hoger genoemd artikel 7, gebeurt de aanduiding van de vakbondsafgevaardigde bij middel van een aangetekend schrijven, gericht aan de werkgever door de erkende syndicale organisatie die de syndicale afvaardiging opstart.
Als meerdere vakorganisaties, aanwezig in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten aanspraak maken op ten minste één mandaat, sturen zij de werkgever een gemeenschappelijke brief tot aanwijzing. In geval van geschil met betrekking tot de verdeling van de mandaten, doen de vakorganisaties een beroep op de voorzitter van het paritair comité : de verdeling gebeurt dan op basis van het aantal aangesloten leden in de instelling.
De duur van het mandaat van de vakbondsafvaardiging bedraagt 4 jaar, stilzwijgend verlengbaar. Een organisatie die aanspraak maakt op tenminste één mandaat bij de vernieuwing van de mandaten, moet dit via een aangetekende brief, ten minste één maand vóór het aflopen van de huidige mandaten, laten weten aan de werkgever en aan de vakorganisaties die reeds mandaten uitoefenen. Op vraag van een vakorganisatie die niet vertegenwoordigd is in de afvaardiging moet de werkgever de datum van de vernieuwing van de mandaten, de bevestiging en de gegevens van de organisatie die de mandaten bezitten doorgeven.
In onderhavig geval is de procedure, bepaald in artikel 7 en de alinea's 1 en 2 van dit artikel, eveneens van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging
Art. 12.Deze heeft betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming;3. waken op de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;4. de naleving van de algemene beginselen bepaald in de artikelen 3 tot 6 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK V. - Werking
Art. 13.De syndicale afvaardiging mag na raadpleging van de directie mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren. Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn.
Art. 14.Vergaderingen van het personeel kunnen in de instelling plaats hebben, dit in overleg met de directie en de afvaardiging. Dag, uur en duur van deze vergaderingen worden bepaald hetzij na de werkdag, hetzij tussen een rustpauze. Het spreekt vanzelf dat door het houden van deze vergaderingen, de werking van de dienst onder geen enkel opzicht enige moeilijkheden mag ondervinden.
Art. 15.Teneinde de bijeenkomsten bij de directie voor te bereiden, zal de syndicale afvaardiging eveneens kunnen vergaderen tijdens de diensturen, volgens praktische schikkingen die bij onderling akkoord vastgesteld worden tussen de directie en de syndicale afvaardiging.
De syndicale afvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende vergaderingen.
Art. 16.De directie raadpleegt de syndicale afvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen overwogen worden die rechtstreeks de personeelsproblematiek beïnvloeden.
Art. 17.De directie en de syndicale afvaardiging gaan de verbintenis aan met elkaar te onderhandelen telkens een der partijen een onderhoud aanvraagt. Dit onderhoud moet binnen acht dagen na de aanvraag plaatshebben.
De uren aan deze vergaderingen besteed worden beschouwd als normale arbeidsuren.
Art. 18.Wanneer eventuele besprekingen niet tot een akkoord leiden, kunnen de syndicale afvaardigingen beroep doen op vertegenwoordigers van hun syndicale organisaties.
De directie kan zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van haar patronale organisatie.
Indien geen oplossing gevonden wordt, kan de directie of de syndicale afvaardiging beroep doen op de verzoeningsprocedure.
Art. 19.De tussen de syndicale afvaardiging en de directie gesloten schriftelijke overeenkomsten, zullen door de directie van de instelling ter kennis worden gebracht van het personeel door aanplakking in de lokalen van de instelling, behoudens wanneer het gaat om individuele gevallen. HOOFDSTUK VI. - Statuut en rol van de afgevaardigde
Art. 20.Het mandaat van de syndicale afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent.
Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties van de categorie werknemers waartoe zij behoren.
Art. 21.Bewust van de medeverantwoordelijkheid inzake personeelsproblematiek bekijkt en behandelt de afgevaardigde de gestelde problemen met de nodige objectiviteit.
Art. 22.De afgevaardigde kan in alle omstandigheden met de directie spreken.
Art. 23.De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van zijn mandaat.
De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, te ontslaan, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die deze afgevaardigde heeft benoemd. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgende op de datum van de verzending.
De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van het voorgenomen ontslag weigert te aanvaarden. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven; de periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.
Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van het voorgenomen ontslag.
Art. 24.Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen. De maatregel tot ontslag mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van de procedure.
Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever werden ingeroepen om het ontslag te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank voorgelegd.
Art. 25.In geval van ontslag van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale afvaardiging en de syndicale organisatie die hem heeft voorgedragen, daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht.
Art. 26.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : - indien hij een syndicale afgevaardigde ontslaat, zonder de in voornoemd artikel 23 bepaalde procedure na te leven; - indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van ontslag, rekening houdend met de bepaling van artikel 23, lid 1, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend; - indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende redenen en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard; - indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de effectieve afgevaardigde een reden is tot onmiddellijk beëindiging van de overeenkomst.
De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de effectieve syndicale afgevaardigde, ingevolge artikel 52 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de vergoeding ontvangt bepaald in de wet van 19 maart 1991 houdende de bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigen, en alle aanverwante uitvoeringsbesluiten.
Art. 27.De collectieve overeenkomsten in toepassing van deze overeenkomst gesloten, bepalen de te nemen maatregelen en de na te leven opzeggingstermijnen om de voorbarige uitroeping van de werkstakig of lock-out te vermijden en om de bijlegging van de conflicten te bevorderen door een tussenkomst van de vertegenwoordigende organisaties der werkgevers en der werknemers en desnoods door dringend beroep te doen op het paritair comité of op zijn verzoeningsbureau.
Deze maatregelen dienen in overeenstemming te zijn met het koninklijk besluit van 25 mei 1951 waarbij de beslissing genomen door het Nationaal Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, in uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, bindend wordt gemaakt (Belgisch Staatsblad van 10 juni 1951). HOOFDSTUK VII. - Afwijkend stelsel
Art. 28.Voor de diensten thuisverpleging die deel uitmaken van een juridische eenheid waarvan een deel van het personeel afhangt van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, waar het statuut van de vakbondsafvaardiging reeds werd vastgelegd, kan worden afgeweken van deze collectieve arbeidsovereenkomst; daarvoor dient een bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst te kiezen voor het gunstigste van de toepasselijke vakbondsafvaardigingsstatuten. De bepalingen van de verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten terzake kunnen dus niet samengevoegd worden. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur van de overeenkomst
Art. 29.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan en is voor onbepaalde duur gesloten.
Elk der partijen kan ze beëindigen mits een schriftelijke opzegging van zes maanden.
De organisatie die daartoe het initiatief neemt, verbindt er zich toe de redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig amendementvoorstellen in te dienen, waarover de ondertekenende organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de termijn van een maand na ontvangst in het paritair comité te bespreken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET