gepubliceerd op 28 januari 2009
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar (1)
1 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar (lange loopbaan) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar (lange loopbaan).
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2008 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar (lange loopbaan) (Overeenkomst geregistreerd op 15 mei 2008 onder het nummer 88259/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werknemers genoemd van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden
Art. 2.Rekening houdend met de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact en van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 van 20 december 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt het brugpensioen toegestaan in alle gevallen van ontslag, behalve om dringende reden, van een werknemer die de leeftijdsgrens van 56 jaar bereikt heeft en die aan de volgende voorwaarde voldoet : - het bewijs kunnen leveren dat hij een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende heeft en dat vóór de leeftijd van 17 jaar gedurende ten minste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor socialezekerheidsbijdragen zijn betaald met volledige onderwerping aan de sociale zekerheid of ten minste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van het leerlingenwezen welke zich situeren vóór 1 september 1983.
De datum die in acht moet worden genomen om de leeftijd en de anciënniteitvoorwaarden te bepalen is deze waarop de arbeidsovereenkomst effectief verstrijkt. HOOFDSTUK III. - Vergoeding
Art. 3.§ 1. De vergoeding is ten laste van het "Waarborg- en Sociaal fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs".
Art. 4.Het waarborg- en sociaal fonds neemt de terugbetaling aan de werkgevers ten laste van de aanvullende vergoeding zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, en van de bijzondere werkgeversbijdragen. Het waarborg- en sociaal fonds zal ertoe gehouden zijn binnen de limieten van de daartoe geïnde bijdragen te blijven. HOOFDSTUK IV. - Berekeningswijze
Art. 5.De aftrek van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon. HOOFDSTUK V. - Geldigheid
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur.
Zij treedt in werking op 1 januari 2008 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2009.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET