Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 mei 2001
gepubliceerd op 30 juni 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2001007160
pub.
30/06/2001
prom.
31/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/31/2001007160/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 februari 1991 betreffende de morele consulenten bij de Krijgsmacht, die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren, inzonderheid op de artikelen 5 en 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 januari 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 februari 2001;

Gelet op het protocol van onderhandeling van 9 april 2001 van het sectorcomité XIV;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 janari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de maximumleeftijdsgrens voor benoeming zo vlug mogelijk dient geschrapt om in overeenstemming te komen met de dwingende bepalingen van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling en dat tevens de mogelijkheid dient geboden om op korte termijn de hiërarchische structuur in te vullen, zonder dewelke de goede werking van de dienst morele bijstand niet kan verzekerd worden;

Op voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk 1, afdeling 1, artikel 2, § 1, 2° vervallen de woorden « en ten hoogste 50 jaar zijn ».

Art. 2.In hoofdstuk 1, afdeling 1, artikel 10 wordt het eerste lid aangevuld als volgt : « Bij wijze van overgangsmaatregel en bij ontstentenis van kandidaten die, om bevorderd te worden tot morele consulent 1e klasse, de gestelde voorwaarden inzake anciënniteit vervullen, kan de Minister hiervan afwijken om de bevorderingen te verlenen aan de vier eerst benoemde morele consulenten 2e klasse ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponzac, 31 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^