Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2021
gepubliceerd op 09 maart 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers, betreffende het levenslang leren en de werking van de arbeidsmarkt

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020205509
pub.
09/03/2021
prom.
31/01/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 JANUARI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/07/2020 pub. 04/12/2020 numac 2020043692 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van artikel 35ter van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers, betreffende het levenslang leren en de werking van de arbeidsmarkt (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/07/2020 pub. 04/12/2020 numac 2020043692 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van artikel 35ter van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers, betreffende het levenslang leren en de werking van de arbeidsmarkt.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 januari 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers Collectieve arbeids overeenkomst van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/07/2020 pub. 04/12/2020 numac 2020043692 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van artikel 35ter van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Levenslang leren en werking van de arbeidsmarkt (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 2020 onder het nummer 161278/CO/120.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen van het administratief arrondissement Verviers en op alle daarin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers nr. 120.01. HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de modaliteiten vast die nodig zijn voor de uitvoering van de engagementen inzake opleiding en leerwezen.

Zij beoogt, ten minste, het voortzetten en, indien mogelijk, het verhogen van de inspanningen die de sector heeft geleverd in de loop van de laatste jaren in het kader van het sectoraal opleidingsbeleid dat paritair werd ontwikkeld.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de jaren 2019 en 2020, met toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) en met toepassing van hoofdstuk II, afdeling I van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk. HOOFDSTUK III. - Opleiding

Art. 3.Het CEFRET is de motor van het beleid inzake opleiding en beheer van de arbeidsmarkt in de sector. De opleidingsprojecten die worden gerealiseerd door het CEFRET worden vooraf goedgekeurd door de sociale partners van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers. HOOFDSTUK IV. - Werkgeversbijdragen

Art. 4.Bijdrage risicogroepen Zoals bepaald in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, zijn de werkgevers voor de jaren 2019 en 2020 een inspanning verschuldigd van 0,20 pct. berekend op basis van de globale bezoldiging van de werknemers en te storten in de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Deze bijdrage is driemaandelijks verschuldigd en zij wordt geïnd door de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Art. 5.Bijdrage bijkomende inspanningen permanente opleiding Zoals bepaald in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, zijn de werkgevers voor de jaren 2019 en 2020 een bijkomende inspanning verschuldigd van 0,10 pct. berekend op basis van de globale bezoldiging van de werknemers en te storten in de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Deze bijdrage is driemaandelijks verschuldigd en zij wordt geïnd door de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Zo draagt de sector bij aan de uitvoering van het engagement om bijkomende inspanningen te leveren inzake permanente vorming. HOOFDSTUK V. - Initiatieven ten gunste van de opleiding en de tewerkstelling van de risicogroepen

Art. 6.De partijen komen voor de jaren 2019 en 2020 overeen de middelen omschreven in bovengenoemd artikel 4 als volgt aan te wenden : - voor de uitwerking van opleidingsprojecten bestemd voor personen die tot de risicogroepen behoren zoals omschreven in het hierna volgend artikel 7; - voor de gedeeltelijke dekking van de werkingskosten van het sectoraal opleidingscentrum CEFRET, ten belope van een bedrag dat vooraf werd goedgekeurd door het beheerscomité van de sociale fondsen van Verviers. De opleidingsprojecten die onder meer worden gerealiseerd door het CEFRET, worden goedgekeurd binnen het directiecomité van dit centrum; - de ingroeibanen (het hierna volgende artikel 8).

Art. 7.Voor de toepassing van deze overeenkomst verstaan de partijen onder "risicogroepen" : - De werknemers van de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers die, zonder opleiding noch bijscholing, het risico lopen om langdurig werkloos te worden; - De werknemers die door herstructurering of sluiting van hun onderneming hun werk verliezen en die zonder bij- of omscholing het risico lopen langdurig werkloos te worden; - De werknemers die gedurende een lange periode getroffen zijn door tijdelijke werkloosheid; - De jongeren die een duaal of alternerend leerplan volgen en die hiervoor een akkoord sluiten met een werkgever die actief is in de textielsector; - De werkzoekenden; - De risicogroepen bedoeld in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen : 1. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;2. de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag;3. de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding;4. de werkzoekenden die nog geen 26 jaar oud zijn;5. de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid;6. de jongeren van minder dan 26 jaar die opgeleid worden hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding, hetzij in het kader van een ingroeibaan of instapstage. De werkgevers komen overeen een jaarlijkse inspanning van ten minste 0,05 pct. van de loonmassa voor te behouden aan één of meerdere van de in 1. tot 6. bovenvermelde risicogroepen, waarvan de helft (0,025 pct.) moet bestemd zijn voor de jongeren bedoeld in 6.. HOOFDSTUK VI. - Ingroeibanen

Art. 8.De sociale partners verbinden zich ertoe de jongeren, door middel van een ingroeibaan, tewerkstellingskansen te bieden in de sector.

In dit verband bedraagt het aandeel van de bijdrage voor de risicogroepen dat bestemd is voor de jongeren 0,05 pct. van de loonmassa.

Elke jongere komt in aanmerking voor een ingroeibaan, ongeacht de aard van de overeenkomst (individueel beroepsonderwijs, duaal of alternerend leren, overeenkomst van bepaalde of onbepaalde duur, uitzendarbeid,...).

Het CEFRET staat in voor de ontwikkeling van ondersteunende en bijkomende acties in dit kader volgens de modaliteiten vastgesteld door de sectorale sociale partners. HOOFDSTUK VII. - Sectorale opleidingen en opleidingen gericht op de arbeidsmarkt

Art. 9.§ 1. Teneinde de deelnamegraad aan de opleidingen te verhogen, zal het CEFRET bij het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers of bij het Paritair Comité voor de textielnijverheid aanvragen indienen voor de erkenning van de sectorale beroepsopleidingen in het kader van het stelsel van betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). § 2. Voor de uren tijdens dewelke een arbeid(st)er deelneemt aan een sectorale opleiding die is erkend als een beroepsopleiding in het kader van het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), heeft hij/zij recht op zijn gebruikelijke loon zonder toepassing van het loonplafond betreffende het betaald educatief verlof, zoals bepaald in artikel 114 van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen. § 3. Voor de dagen tijdens dewelke de arbeid(st)er deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend door het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers of door het Paritair Comité voor de textielnijverheid in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), heeft hi/zij recht op maaltijdcheques. HOOFDSTUK VIII. - Inspanningen inzake opleiding en groeitraject

Art. 10.In uitvoering van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk wordt voorzien in een opleidingsinspanning gelijkwaardig aan twee dagen gemiddeld per jaar per voltijds equivalent.

De sociale partners voorzien in het volgende groeipad om het aantal opleidingsdagen te verhogen om aldus bij te dragen tot de interprofessionele doelstelling : - periode 2019-2020 : verhoging van de opleidingsinspanning voorzien in het eerste lid met 10 pct. tot 2,2 dagen; - periode 2021-2022 : vast te leggen tijdens de sectorale onderhandelingen voor de periode 2021-2022.

De realisatie van dit groeipad wordt nagestreefd door : - het opleidingsaanbod van het CEFRET beter en ruimer bekend te maken bij de werkgevers en de werknemers; - het opleidingsaanbod van het CEFRET verder te blijven uitbreiden; - acties te ondernemen door toedoen van het CEFRET om de deelnamegraad aan opleidingen te verhogen; - door de werkgevers aan te moedigen om alle zowel formele als informele inspanningen inzake opleiding nauwkeurig te registreren; - door de erkenning, door het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers of door het Paritair Comité voor de textielnijverheid, van sectorale beroepsopleidingen, in het stelsel van betaald educatief verlof. HOOFDSTUK IX. - Opleidingsplan

Art. 11.Binnen de onderneming kan een opleidingsplan worden uitgewerkt dat rekening houdt met de volgende elementen : - Voor de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2019 heeft het opleidingsplan betrekking op de opleidingen die tot stand komen tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019; - Voor de periode van 1 januari 2020 tot 31 december 2020 heeft het opleidingsplan betrekking op de opleidingen die zullen worden uitgevoerd tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020; - In het opleidingsplan wordt de inhoud vermeld van de opleiding waarin voorzien is, het aantal betrokken arbeid(st)ers en de tijd die wordt besteed aan de opleiding. In het kader van de eventuele opleidingsinspanningen ten gunste van de werkzoekenden, kan in financiële stimuli worden voorzien; - Alle mogelijke opleidingen komen in aanmerking. Het plan heeft zowel betrekking op de interne en externe opleidingen alsook de opleidingen die de onderneming zelf organiseert en uitvoert (cf. opleiding "on the job") en die waarvoor zij een beroep doet op externe opleiders. De opleidingen inzake veiligheid, gezondheid en milieu, ongeacht of zij al dan niet opgelegd zijn door de reglementering, kunnen eveneens in aanmerking komen in het kader van de opleidingsplannen en van het trekkingsrecht; - Het opleidingsplan moet tegemoetkomen aan de opleidingsbehoeften van de werkgever en de arbeid(st)ers); - Voor de opmaak van het opleidingsplan kan men een beroep doen op CEFRET; - Het opleidingsplan moet door de werkgever worden voorgelegd aan de ondernemingsraad, aan de CPBW of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis, aan het gewestelijk paritair contactcomité; - Het opleidingsplan moet worden besproken, goedgekeurd en opgevolgd door het hierboven vermelde orgaan. In het gewestelijk paritair contactcomité heeft de opvolging plaats op basis van de nodige documenten, uitgewerkt door de betrokken onderneming. Wanneer dit comité, bij gebreke van voldoende informatie, haar taak niet kan vervullen, kunnen de vakbonden een beroep doen op de vakbondstechnici volgens de gepaste procedure in de textielsector; - Als het opleidingsplan niet wordt goedgekeurd door het hierboven vermelde orgaan, kan de werkgever het voorleggen aan de paritaire werkgroep, opgericht in het paritair subcomité. Deze paritaire werkgroep zal de eindbeslissing nemen over dit opleidingsplan. HOOFDSTUK X. - Trekkingsrecht

Art. 12.De onderneming die een opleiding aanbiedt aan haar arbeid(st)ers en/of aan de werkzoekenden in het kader van een goedgekeurd opleidingsplan, zoals bepaald in artikel 11, kan een gedeelte van de kosten ervan terugkrijgen op basis van een trekkingsrecht bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Het trekkingsrecht kan worden uitgeoefend volgens de volgende voorwaarden : - De onderneming moet haar aanvraag voor de toekenning van het trekkingsrecht indienen bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Voor de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2019 stuurt zij uiterlijk op 31 maart 2020, per gewone brief of digitaal (e-mail), haar aanvraag en een exemplaar van het goedgekeurde opleidingsplan naar de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Voor de periode van 1 januari 2020 tot 31 december 2020 stuurt zij uiterlijk op 15 december 2020, per gewone brief of digitaal (e-mail), haar aanvraag alsook een exemplaar van het goedgekeurde opleidingsplan naar de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers"; - Het trekkingsrecht bedraagt per onderneming en per kalenderjaar maximaal 0,10 pct. van de loonmassa van de arbeid(st)ers van de onderneming; - Alleen de kosten, bepaald in artikel 13 hieronder, voor de opleidingen die hebben plaatsgehad tussen 1 januari 2019 en 31 december 2020, in het kader van een goedgekeurd opleidingsplan, komen in aanmerking voor het trekkingsrecht; - De betaling van het trekkingsrecht gebeurt op basis van het bewijs van de gedane kosten. Het volstaat dat de onderneming het bewijs aanbrengt van haar uitgaven ten belope van het trekkingsrecht; - Het bewijs van de uitgaven die werden gedaan in 2019 moet vóór 30 juni 2020 worden neergelegd bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Het bewijs van de uitgaven die werden gedaan in 2020 moet vóór 31 maart 2021 worden neergelegd bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers"; - Een kopie van het bewijs van de uitgaven wordt bezorgd aan de leden van de ondernemingsraad, van het CPBW, of, bij gebreke daarvan, aan de vakbondsafvaardiging of, bij gebreke daarvan, aan het gewestelijk paritair contactcomité.

Art. 13.De in rekening te nemen kosten voor het trekkingsrecht zijn enkel de kosten betreffende de opleidingen zoals bepaald in het opleidingsplan bedoeld in bovenstaand artikel 11. HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen

Art. 14.Zonder afbreuk te doen aan datgene wat voorafgaat in verband met het trekkingsrecht, moeten de ondernemingen worden aangemoedigd om gebruik te maken van de financiële tegemoetkomingen die worden aangeboden door de regionale, nationale, Europese en andere instanties.

Art. 15.Wanneer de arbeid(st)er die een opleiding volgt in het kader van een goedgekeurd opleidingsplan bijkomende onkosten moet doen (onder andere verplaatsingskosten), zullen deze onkosten worden vergoed door de werkgever, mits de bewijsstukken worden verstrekt.

Art. 16.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020.

Art. 17.De partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden bij koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^