Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2018
gepubliceerd op 23 februari 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017040972
pub.
23/02/2018
prom.
31/01/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 januari 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2017 Geldende ervaringsbarema's (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2017 onder het nummer 140942/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Onder "werknemer" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Barema's van de arbeiders

Art. 2.§ 1. Onderstaande tabel bevat de minimum uurlonen voor een wekelijkse arbeidsduur van38 uur vanaf 1 juli 2017. Ze staan tegenover het referentie-indexcijfer 104,51 (basis = 2013).

CATEGORIE

EUR

Maanden dienst/Mois de service

Jaren dienst/Années de service

0

6

12

2

4

6

8

I

Schoonmaakpersoneel/ Personnel de nettoyage

10,4446

10,6336

10,7441

10,7841

10,8141

10,8341

10,8441

Onderhoudspersoneel/ Personnel d'entretien

10,4446

10,6336

10,7441

10,7841

10,8141

10,8341

10,8441

Geschoold onderhoudspersoneel/ Personnel d'entretien qualifié

12,3698

12,4098

12,4398

12,4598

12,4698

II

Toezichtspersoneel/ Personnel de surveillance

11,6774

11,7174

11,7474

11,7674

11,7774

III

Beginnend operateur/ Opérateur débutant

10,5453

10,5853

10,6153

10,6353

10,6453

Hulpoperateur/ Aide-opérateur

10,8089

10,8489

10,8789

10,8989

10,9089

Vakbekwaam operateur (minder dan 5 zalen)/ Opérateur qualifié (moins de 5 salles)

12,0673

12,1073

12,1373

12,1573

12,1673

Vakbekwaam operateur (minstens 5 zalen)/ Opérateur qualifié (au moins 5 salles)

12,3698

12,4098

12,4398

12,4598

12,4698

IV

Hostessen en stewards/ Hôtesses et stewards

10,4446

10,6336

10,7441

10,7841

10,8141

10,8341

10,8441

Hostessen/ Stewards-kassiers/ Hôtesses/ Stewards caissier(ère)s

10,9228

10,9628

10,9928

11,0128

11,0228

Parkeerbegeleiders/ Convoyeurs au parking

10,4446

10,6336

10,7441

10,7841

10,8141

10,8341

10,8441

Toonbankpersoneel/ Personnel au comptoir

10,5453

10,8089

10,9228

10,9628

10,9928

11,0128

11,0228

Geschoold barman/ Barman qualifié

11,2707

11,5503

11,6774

11,7174

11,7474

11,7674

11,7774

V

Hoofdoperateur/ Chef-opérateur

13,3876

13,4276

13,4576

13,4776

13,4876

Chef schoonmaak/ Chef-nettoyage

12,0966

12,1366

12,1666

12,1866

12,1966

Chef onderhoud/ Chef-entretien

12,0966

12,1366

12,1666

12,1866

12,1966

Chef hostessen/stewards/ Chef hôtesses/stewards

12,0966

12,1366

12,1666

12,1866

12,1966

Chef parkeerbegeleiders/ Chef convoyeurs au parking

12,0966

12,1366

12,1666

12,1866

12,1966


§ 2. Werklieden van minder dan 18 jaar Het barema voor werklieden die minder dan 18 jaar oud zijn, wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2012. HOOFDSTUK III. - Barema's van de bedienden

Art. 3.§ 1. Onderstaande tabel bevat de minimum maandlonen voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur vanaf 1 juli 2017. Ze staan tegenover het referentie-indexcijfer 104,51 (basis = 2013).

Categorie/Catégorie Ervaring/Expérience

1

2

3

4

5

0

1 707,15

1 784,00

1 799,32

2 077,64

2 500,47

1

1 769,43

1 864,40

1 996,78

2 091,16

2 516,55

2

1 779,63

1 890,45

2 005,96

2 102,66

2 532,39

3

1 789,65

1 916,51

2 043,05

2 128,92

2 548,56

4

1 803,77

1 946,80

2 079,72

2 154,70

2 564,35

5

1 818,13

1 977,06

2 116,14

2 196,33

2 618,81

6

1 832,24

2 006,84

2 153,14

2 219,92

2 629,38

7

1 846,31

2 035,78

2 153,14

2 242,57

2 683,72

8

1 860,53

2 062,97

2 226,61

2 325,96

2 792,39

9

1 874,79

2 090,43

2 263,36

2 367,65

2 846,86

10

1 886,72

2 115,39

2 300,26

2 409,68

2 901,72

11

1 898,98

2 138,73

2 337,03

2 451,14

2 955,63

12

1 911,18

2 161,66

2 373,85

2 492,93

3 009,95

13

1 923,08

2 184,74

2 402,99

2 530,77

3 064,42

14

1 935,01

2 207,63

2 432,16

2 564,93

3 110,12

15

1 946,96

2 230,79

2 460,99

2 598,82

3 155,80

16

1 946,96

2 230,79

2 493,50

2 637,87

3 209,23

17

1 955,17

2 245,42

2 559,64

2 691,77

3 255,07

18

1 955,17

2 245,42

2 559,64

2 710,35

3 300,65

19

1 963,40

2 260,41

2 576,50

2 719,33

3 300,65

20

1 963,40

2 260,41

2 576,50

2 734,24

3 337,35

21

1 963,40

2 260,41

2 633,74

2 764,81

3 337,35

22

1 963,40

2 260,41

2 633,74

2 781,85

3 378,83


§ 2. Principes De loonschaal bepaalt de minimumlonen in elke categorie in functie van de ervaring van de werknemer.

Het sectorale baremieke loon van de werknemer volgt de evolutie van de ervaringscurve tot dat hij het maximum ervan heeft bereikt.

De verhogingen binnen eenzelfde curve gaan in tijdens de eerste maand welke op de aanwerving van de werknemer volgt.

In geval van verandering van categorie zal de werknemer verplaatst worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring. § 3. De periodes van gelijkgestelde ervaring Ten opzichte van de hierboven vermelde kernprincipes komen de sociale partners overeen om volgende periodes gelijk te stellen met ervaring : - alle activiteitsperiodes binnen een beroepsomgeving (onder meer : interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, vrijwilligerswerk,...); - de jaren van studies vanaf de leeftijd van 21 jaar en eventuele jaren van legerdienst; - alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof,...) evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit,...). § 4. Jongerenbarema Vanaf 1 januari 2012 wordt het jongerenbarema afgeschaft. § 5. Overgangsbepalingen De bedienden die in functie zijn op het tijdstip van de invoering van de ervaringsbarema's zullen, in hun categorie, een aantal jaren ervaring toegewezen krijgen dat overeenstemt met de loonschaal waarop zij tot dan aanspraak konden maken.

Iedere bediende die door de toepassing van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene bepalingen één of andere schade zou lijden, zal een beroep kunnen doen op het verzoeningsbureau dat paritair is samengesteld uit leden van het paritair subcomité om zijn geval te bekijken. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen

Art. 4.Deze minimumbarema's zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Zij variëren overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn voor de lonen en wedden van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Art. 5.Meer gunstige situaties bestaande op ondernemingsvlak blijven behouden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/11/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015022558 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de geldende ervaringsbarema's (geregistreerd op 10 februari 2016 onder het nummer 131279). Ze treedt in werking op 1 juli 2017 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Ze kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend bij aangetekend schrijven bij de post en gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's Motivering van de gelijkstelling met beroepservaring De sociale partners van de sector kiezen ervoor om alle eventuele discriminatie te voorkomen door middel van de gelijkstelling van de ervaring met beroepservaring voor alle andere vormen van pertinente ervaring die verworven werd door de werknemers.

De sociale partners menen dat beroepservaring en permanente opleiding voor hogere competenties moeten worden beloond en bijdragen tot een duurzame en zekerdere arbeidsverhouding. Deze pertinente ervaring zal, op haar beurt, een hogere participatie teweegbrengen van ervaren werknemers aan het arbeidsproces, waardoor aldus een vroegtijdige uitstoot van arbeidskrachten kan worden voorkomen.

De sociale partners hebben dus beslist om een beperkt aantal periodes gelijk te stellen, namelijk : Alle activiteitsperiodes in een professioneel milieu, zowel in België als in het buitenland (met name : uitzendarbeid, overheidsdiensten, stages, overeenkomsten voor bepaalde tijd, arbeid als zelfstandige, vrijwilligerswerk, enz.) : De sociale partners menen dat het noodzakelijk, gerechtvaardigd en passend is om rekening te houden met de verschillende soorten ervaring die verworven werd in een professioneel milieu.

Studies en eventuele militaire dienst : Uitgaande van het principe dat de uitoefening van de functies in de ondernemingen van hun sector een grote waaier van bekwaamheden vereist, menen de sociale partners dat het noodzakelijk, gerechtvaardigd en passend is om rekening te houden met de verschillende soorten opleiding, alsook met de eventuele militaire dienst, gelet op het gamma van taken die zowel tijdens een militaire dienst als in de sector worden uitgevoerd.

Gelijkgestelde schorsingsperiodes, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst : De sociale partners menen dat een te beperkte interpretatie van het begrip ervaring aanleiding kan geven tot indirecte discriminatie op basis van het geslacht, zoals eerder vastgesteld werd door het Hof van Justitie. Men kan bijvoorbeeld objectief vaststellen dat vrouwelijke werknemers meestal minder beroepsloopbaan hebben opgebouwd door verschillende tijdelijke schorsingen die verband houden met het moederschap en familiale omstandigheden. De gelijkstelling van de schorsingsperiodes beoogt aldus de strijd tegen deze onrechtstreekse discriminatie.

De sociale partners menen dat de uitsluiting van sommige gelijkgestelde periodes ook aanleiding kan geven tot discriminatie, bijvoorbeeld, op basis van de gezondheidstoestand, als de ziekteperiodes niet voldoende in rekening worden genomen voor de toekenning van de ervaringsjaren. De arbeidsongeschiktheid niet gelijkstellen zou overigens strijdig zijn met de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten die uitdrukkelijk elke vorm van discriminatie verbiedt op basis van de huidige of toekomstige gezondheidstoestand.

Werkloosheid : De sociale partners van de sector zijn reeds vele jaren bezorgd over de beroepsinschakeling van de werknemers in de sector. Zo werden opleidingen georganiseerd door het sociaal fonds om het voor de werknemers mogelijk te maken om beter te beantwoorden aan de evolutie van de taken in de bioscoopzalen.

Overigens maken de werknemers zeer vaak gebruik van de werkloosheidsperiodes om zich te heroriënteren en nieuwe competenties te ontwikkelen. Het feit dat zij nadien worden aangeworven in een arbeidsrelatie met een werkgever van de sector toont aan dat deze laatste hem impliciet een toereikend ervaringsniveau toekent. Men kan dus rechtmatig veronderstellen dat deze werknemers op een efficiënte manier de periodes van beroepsinactiviteit hebben doorstaan en benut om hun "inzetbaarheid" te handhaven, en zelfs aan te vullen.

Rekening houdend met wat voorafgaat, menen de sociale partners dus dat de werkloosheidsperiodes moeten worden erkend als nuttige ervaring.

Geen rekening houden met deze periodes zou tot gevolg hebben dat de werknemers die hun niveau gehandhaafd hebben, worden gestraft.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^