Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2017
gepubliceerd op 14 februari 2017

Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Investeringscel voor het spoor

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2017010586
pub.
14/02/2017
prom.
31/01/2017
ELI
eli/besluit/2017/01/31/2017010586/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 JANUARI 2017. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Investeringscel voor het spoor


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het voorliggende koninklijk besluit heeft tot doel artikel 47/2 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven uit te voeren. Dit artikel voorziet in de oprichting van een Investeringscel voor het spoor. De samenstelling en de werking van deze Investeringscel moeten evenwel worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

De Investeringscel zal op twee niveaus functioneren : -een technisch- analytisch niveau; - een strategisch niveau.

Gelet op de strategische visie voor het spoor in België zoals deze werd voorgesteld op 15 juli 2015 in de Kamercommissie Infrastructuur, is het wel de bedoeling om de gewesten op beide niveaus te betrekken bij de werkzaamheden van deze cel. Daarom worden de gewestregeringen uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen op het technisch-analytisch niveau van de cel. Deze deelname geschiedt op vrijwillige basis.

Wat het strategisch niveau betreft, zullen de gewesten bij de werkzaamheden worden betrokken via een werkgroep die ressorteert onder het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit (ECMM) dat werd opgericht op grond van het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 tussen de Staat en de Gewesten betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012 van de NMBS. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Mobiliteit, belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en bevoegd voor Infrabel, F. BELLOT

Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 60.685/4 van 16 januari 2017 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Investeringscel voor het spoor' Op 19 december 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Mobiliteit belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Investeringscel voor het spoor'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 16 januari 2017. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Martine Baguet en Bernard Blero, staatsraden, Christian Behrendt en Marianne Dony, assessoren, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 januari 2017.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. Teneinde nauwkeuriger aan te geven wat de rechtsgrond van het ontwerp is, moet aan het eerste lid van de aanhef worden toegevoegd dat artikel 47/2, vijfde lid, van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten `betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven' ingevoegd is bij de wet van 3 augustus 2016.2. De aanhef moet aangevuld worden met de vermelding van de akkoordbevinding van de minister van Begroting, die dateert van 28 november 2016.3. In artikel 2, eerste lid, van het ontwerp moeten de woorden "op technisch niveau" vervallen.Het ontwerp voorziet immers niet in een andere samenstelling voor het onderzoek van kwesties die bestempeld zouden kunnen worden als kwesties die niet onder het technisch niveau ressorteren.

Dat, zoals in het ontworpen verslag aan de Koning staat, het overleg met de gewestregeringen op strategisch niveau gevoerd wordt door het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit, (1) doet daar niets aan af. 4. Aangezien de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer onder het hiërarchische gezag staat van de minister, behoort aan die dienst geen autonome bevoegdheid te worden toegekend om voorstellen te doen met het oog op het benoemen of ontslaan van de vertegenwoordigers van die federale overheidsdienst.Artikel 2, tweede lid, van het ontwerp dient bijgevolg te worden geredigeerd als volgt : "De minister benoemt en ontslaat de in het eerste lid bedoelde leden van de cel. Voor de in het eerste lid, 2° en 3°, bedoelde kandidaten handelt hij op voorstel van de betrokken entiteiten op grond van een dubbeltal." Het derde lid moet dienovereenkomstig worden aangepast. 5. Er moet gepreciseerd worden dat de benoeming van de plaatsvervangende leden op dezelfde wijze geschiedt als de benoeming van de effectieve leden.6. In artikel 2, tweede en derde lid, van het ontwerp, moet gepreciseerd worden of het feit dat een dubbeltal moet worden opgemaakt voor de voordracht van de kandidaten enkel geldt voor de effectieve leden, dan wel of dat ook geldt voor de plaatsvervangende leden en de eventuele vervangers.7. In artikel 3 wordt het werkwoord "vertegenwoordigen" in een verkeerde betekenis gebruikt.Aangezien de cel geen onderscheiden rechtspersoonlijkheid heeft ten opzichte van de Staat, is er geen grond tot "vertegenwoordiging". De redactie van deze bepaling, die niet echt nodig is, moet worden herzien in het licht van deze opmerking. 8. Wat artikel 6 betreft, is het gebruikelijk dat de Koning de minister machtigt om het huishoudelijk reglement goed te keuren van de besturen of diensten die over een bepaalde autonomie beschikken. De griffier, Colette Gigot De voorzitter, Pierre Liénardy _______ Nota (1) Opgericht bij artikel 3 van het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 `tussen de Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot het meerjarig investeringsplan voor 2001-2012 van de NMBS'. 31 JANUARI 2017. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Investeringscel voor het spoor FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikel 47/2, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 3 augustus 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 oktober 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 28 november 2016;

Gelet op advies nr. 60.685/4 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, belast met de Nationale maatschappij der Belgische Spoorwegen en bevoegd voor Infrabel en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° de cel: de Investeringscel voor het spoor;2° de minister: de minister belast met de Nationale maatschappij der Belgische spoorwegen en bevoegd voor Infrabel.

Art. 2.De cel is op de volgende wijze samengesteld : 1° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer waarvan er één de cel voorzit;2° twee vertegenwoordigers van Infrabel die zetelen met raadgevende stem;3° twee vertegenwoordigers van de NMBS die zetelen met raadgevende stem. De Minister benoemt en ontslaat de in het eerste lid bedoelde leden van de cel. Voor de kandidaten bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°, handelt hij op voorstel van de betrokken entiteiten op grond van een dubbele lijst van kandidaten. Hij benoemt eveneens voor elk effectief lid een plaatsvervangend lid.

Als de noodzaak bestaat om onder de vertegenwoordigers bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°, van de cel een effectief of een plaatsvervangend lid te vervangen, nodigt de Minister de betrokken entiteit uit om hem, binnen de maand, een dubbele lijst van kandidaten te sturen.

De benoeming van plaatsvervangers gebeurt volgens dezelfde regels als de benoeming van effectieve leden.

De gewestregeringen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de cel. De uitnodigingen worden ten minste acht dagen voor de vergadering van de cel aan de gewestregeringen bezorgd.

Art. 3.De Federale Overheidsdienst voor Mobiliteit en Vervoer staat in voor het secretariaat van de cel. Het secretariaat is belast met het beheer van de werkzaamheden van de cel en met het overmaken van de voorbereidende documenten.

Art. 4.§ 1. De adviezen van de cel worden uitgebracht hetzij op eigen initiatief hetzij op vraag van de minister. § 2. De cel neemt zijn adviezen aan door rekening te houden met de standpunten die de vertegenwoordigers van Infrabel en van de NMBS innemen.

Wanneer het advies niet strookt met het standpunt van Infrabel en/of de NMBS, dan wordt dit standpunt bij het advies gevoegd met vermelding van de redenen hiervan. § 3. Neemt de gewestregering aan de werkzaamheden van de cel deel, dan wordt het standpunt van elke regering bij het advies gevoegd. § 4. De aangenomen adviezen worden opgestuurd naar de minister, alsook naar de andere leden van de cel.

Art. 5.§ 1. De cel stelt een huishoudelijk reglement op dat is goedgekeurd door de Minister. § 2. De cel komt minstens tweemaal per jaar samen.

De vergaderingen van de cel vinden plaats volgens de nadere regels die zijn bepaald in het huishoudelijk reglement.

De oproepingen worden ten minste acht dagen voor de samenkomst van de cel aan de in artikel 2, eerste lid, bedoelde leden verstuurd. § 3. De voorzitter van de cel, of in voorkomend geval zijn plaatsvervanger, kan zich bij zijn werkzaamheden laten bijstaan door experts van zijn keuze.

Art. 6.De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 januari 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en bevoegd voor Infrabel, F. BELLOT

^