gepubliceerd op 03 februari 2006
Koninklijk besluit tot bepaling van de contractuele voorwaarden en het geldelijk statuut van de leden van het Directiecomité van het Bureau voor Normalisatie
31 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de contractuele voorwaarden en het geldelijk statuut van de leden van het Directiecomité van het Bureau voor Normalisatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 april 2003 betreffende de normalisatie, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 oktober 2004 en 3 maart 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 12 mei 2005;
Gelet op het protocol nr. 89 van 5 oktober 2005 van sectorcomité IV « Economische Zaken »;
Gelet op het advies 39.506/1 van de Raad van State, gegeven op 15 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De rechten en de verplichtingen van ieder lid van het Directiecomité worden geregeld in een individuele overeenkomst gesloten met de Minister bevoegd voor Economie.
Art. 2.De overeenkomst bedoeld in artikel 1 is een overeenkomst van bepaalde duur onderworpen aan de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art. 3.De Voorzitter van het Directiecomité geniet het voordeel van de weddeschaal A52 bedoeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, met een geldelijke anciënniteit van minimum12 jaar.
De andere leden van het Directiecomité genieten het voordeel van de weddeschaal A42 bedoeld in bijlage 3 bij het voornoemde koninklijk besluit, met een geldelijke anciënniteit van minimum12 jaar.
De anciënniteit, verkregen overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten en die 12 jaar overstijgt, komt in aanmerking voor het toekennen van weddenverhogingen.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 januari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN