Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 augustus 1999
gepubliceerd op 04 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de loonvorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012606
pub.
04/12/1999
prom.
31/08/1999
ELI
eli/besluit/1999/08/31/1999012606/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de loonvorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de loonvorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 46086/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Sectie 1. - Meerderjarige werklieden

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Sectie 2. - Jonge werklieden

Art. 3.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar = 100 pct.) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen welke voortvloeien uit de in de bovenstaande tabel vermelde doorschuiving, worden verleend : - op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1 oktober en 31 maart; - op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april en 30 september.

Art. 4.De beroepencategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 1991 van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 januari 1992.

Sectie 3. - Stagiairs

Art. 5.De stagiair, zoals bepaald bij het koninklijk besluit nummer 230 van 31 december 1983, wordt vanaf 1 juli 1997 tot en met 30 juni 1999, gedurende zijn tweede contractsperiode van zes maanden vergoed aan 100 pct. van het in aanmerking te nemen loon. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 6.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 7.§ 1. Wanneer het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand een peil bereikt of overschrijdt gelijk aan het referte-indexcijfer waaraan de lonen gekoppeld zijn (119,34 op 1 januari 1997), vermeerderd of verminderd met 2 pct., worden de van kracht zijnde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd en gesteld tegenover een nieuw referte-indexcijfer gelijk aan het vorige, vermeerderd of verminderd met 2 pct.

Voorbeeld : de in de ondernemingen van kracht zijnde lonen op 1 januari 1997 stemmen overeen met het referte-indexcijfer 119,34. Zij blijven van toepassing zolang het indexcijfer 121,73 niet bereikt of niet lager dan 117,00 komt te liggen. § 2. Er wordt vervolgens op dezelfde manier tewerk gegaan in verband met het nieuw referte-indexcijfer bedoeld bij paragraaf 1.

Art. 8.Indien op 1 december 1998 het indexcijfer van de consumptieprijzen het geldend referte-indexcijfer niet overschrijdt, wordt op dezelfde datum aan de werklieden een éénmalige en niet overdraagbare premie van 3.000 F uitbetaald.

Art. 9.Elke aanpassing van de lonen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer de wijziging veroorzaakt en wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst "aanpassing" genoemd. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen

Art. 10.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend rekening houdend met de tweede decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond. ...,01 F tot en met...,49 F wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,50 F of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid.

Art. 11.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna bepaalde loonspanning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 12.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij vervangt deze van 29 maart 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 augustus 1995.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mme L. ONKELINX

^