Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 augustus 1999
gepubliceerd op 09 oktober 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012570
pub.
09/10/1999
prom.
31/08/1999
ELI
eli/besluit/1999/08/31/1999012570/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, §1, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1992, bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983 en bij de wet van 26 maart 1999;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de huidige economische toestand vereist dat zonder verwijl de nodige maatregelen worden genomen om de regeling aan te passen die omschrijft onder welke voorwaarden het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geheel schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren.

Art. 2.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de individuele arbeidsovereenkomst geschorst worden op voorwaarde dat de schorsing ingaat op de eerste werkdag van de week en dat zij geldt voor een ononderbroken periode van volledige werkloosheid van één of twee weken.

In afwijking van dit principe zijn volgende systemen van gedeeltelijke werkloosheid toegestaan : 1° De werkgever opteert voor een systeem van terugroepen waarbij elke werknemer die economisch werkloos werd gesteld tweemaal per trimester kan worden teruggeroepen in de loop van een week werkloosheid.In dit geval zal de werkgever enkel het loon verschuldigd zijn voor de in die week werkelijk gepresteerde dagen en waarborgt hij de wedertewerkstelling tot het einde van de lopende week. 2° De werkgever opteert voor een systeem van instellen van tijdelijke werkloosheid van maximaal twee opeenvolgende weken, en dit in een cyclus van drie weken, waarbij de derde week verplicht een normale werkweek is.Gedurende deze periode van één of twee weken tijdelijke werkloosheid zijn maximaal vijf dagen tijdelijke werkloosheid per werknemer toegelaten. Deze werkloosheidsdagen moeten de twee opeenvolgende wekelijkse rustdagen voorafgaan of volgen. In dit geval zal de werkgever enkel het loon verschuldigd zijn voor de in die week gepresteerde dagen.

Art. 3.De in artikel 1 bedoelde werklieden worden schriftelijk, en ten laatste op de woensdag van de week die aan de volledige of gedeeltelijke schorsing voorafgaat, in kennis gesteld van het werkloosheidssysteem dat zal worden toegepast.

De kennisgeving moet de maximumduur van de schorsing vermelden.

Art. 4.Een afschrift van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving moet door de werkgever onder een bij de post aangetekende omslag, ten laatste de vrijdag van de week tijdens welke zij werd gedaan, aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is, overgemaakt worden.

Art. 5.De in artikel 3 bedoelde kennisgeving en de in artikel 4 bedoelde mededeling vermelden de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan, de datum waarop die schorsing een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.

De in artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen, en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 10 juni 1997 waarbij voor de ondernemingen welke onder het Nationaal Paritair Comité voor het drukkerij-, graphische kunst- en dagbladbedrijf vallen, de voorwaarden worden vastgesteld waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 1999.

Art. 8.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.

Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad van 21 januari 1984.

Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

^