gepubliceerd op 16 oktober 2009
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels en barema's betreffende de erelonen en de kosten van de gerechtsmandatarissen en van de voorlopige bestuurders
30 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels en barema's betreffende de erelonen en de kosten van de gerechtsmandatarissen en van de voorlopige bestuurders
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, artikel 71, § 2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 maart 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 12 mei 2009;
Gelet op het advies nr. 46.999/2 van de Raad van State, gegeven op 4 augustus 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De gerechtsmandataris of de voorlopige bestuurder voegt binnen acht dagen na zijn aanwijzing een voorstel van ereloon bij het reorganisatiedossier voor : 1° het verlenen van bijstand bedoeld in artikel 27, §§ 1 en 2, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen;2° het bestuur van de onderneming bedoeld in artikel 28, § 1, van dezelfde wet;3° de organisatie en de realisatie van de overdracht bedoeld in artikel 60 van dezelfde wet. Het voorstel van ereloon wordt berekend op basis van een schatting van het aantal werkuren dat noodzakelijk is om zijn taak uit te voeren.
Hij motiveert het voorstel van ereloon op basis van de complexiteit van de opdracht en aan de hand van onder meer de omzet, het aantal personeelsleden, de bedrijfstak en de boekhoudkundige staat van het vermogen van de schuldenaar.
Het uurtarief van de gerechtsmandataris of van de voorlopige bestuurder wordt bepaald overeenkomstig de tarieven die gebruikelijk zijn bij de beroepscategorie waartoe hij behoort. Indien dat niet mogelijk is, wordt het uurtarief bij vergelijking met andere beroepen vastgesteld en wordt rekening gehouden met de specialisatiegraad.
Het voorstel van ereloon bevat een duidelijke vermelding van mogelijke vergoedingen en kosten die niet in het uurtarief begrepen zijn.
Indien de gerechtsmandataris of de voorlopige bestuurder tijdens de uitvoering van de taken waarop de voorstellen van ereloon bedoeld in het eerste lid betrekking hebben, vaststelt dat zijn ereloon het bedrag opgenomen in het voorstel zal overschrijden, voegt hij bij het reorganisatiedossier onverwijld een aangepast voorstel van ereloon met opgave van de redenen van die overschrijding.
Art. 2.Behalve in spoedgevallen mogen de kosten van de hulp van gespecialiseerde derden op wie de gerechtsmandataris of de voorlopige bestuurder een beroep doet, niet aanvaard worden zonder voorafgaande goedkeuring ervan door de rechtbank van koophandel.
De kosten verbonden aan de uitoefening van de opdracht van gerechtsmandataris of voorlopige bestuurder die niet begrepen zijn in het uurtarief bepaald in artikel 1 worden omstandig verantwoord.
De reiskostenvergoeding wordt vastgesteld op 0,45 euro per kilometer.
Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 maart aangepast overeenkomstig de volgende formule : 0.45 x ... (index der consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan 1 maart)/(index der consumptieprijzen van maart 2009) Telefoonoproepen naar het buitenland worden afzonderlijk vergoed op vertoon van een kostenstaat.
Art. 3.De gerechtsmandataris of de voorlopige bestuurder kan van de verzoeker een voorschot eisen, dat echter geenszins 3/4 van het totale bedrag van het voorstel van ereloon, waarop het voorschot betrekking heeft, mag overschrijden.
Dit voorschot kan, op verzoek van de verzoeker, verdeeld worden in twee gelijke bedragen, waarvan de betaling enkel bij het begin en halverwege de periode waarop deze bedragen betrekking hebben, door de gerechtsmandataris of de voorlopige bestuurder kan worden gevorderd.
Wanneer de rechtbank van koophandel evenwel de overdracht van de onderneming toestaat, wordt het voorschot volledig voldaan bij het begin van de periode van de overdracht van de onderneming.
Art. 4.Op het einde van de in artikel 1, eerste lid, bepaalde opdrachten zendt de gerechtsmandataris of de voorlopige bestuurder aan de rechtbank een eindafrekening van het ereloon en de kosten over.
De afrekening geeft een omstandige verantwoording van de gepresteerde werkuren, van de prestaties waarop ze betrekking hebben alsmede van de kosten.
Art. 5.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 september 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK