Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 november 2001
gepubliceerd op 16 februari 2002

Koninklijk besluit betreffende de extra betalingen in de sector rundvlees

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2002016402
pub.
16/02/2002
prom.
30/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/30/2002016402/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de extra betalingen in de sector rundvlees


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 december 1970 houdende goedkeuring van het besluit van 21 april 1970 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende de vervanging van de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1593/2000 van 17 juli 2000;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2721/2000 van 13 december 2000;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk- en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 603/2001 van 28 maart 2001;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 536/93 van de Commissie van 9 maart 1993 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de extra heffing in de sector melk- en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1255/98 van 17 juni 1998;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk- en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1670/2000 van 20 juli 2000;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot premieregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 192/2001 van 30 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1996 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk- en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om zonder uitstel de maatregelen te treffen inzake de extra betalingen in de sector rundvlees om zich te schikken naar de bepalingen van de in 1999 getroffen verordeningen, zoals vermeld in de aanhef;

Op de voordracht van Onze Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. De producent : de landbouwuitbater, natuurlijke of rechtspersoon of de groepering van natuurlijke personen of van rechtspersonen of van beide, die op een autonome manier, voor eigen profijt en rekening, een bedrijf beheert en runderen houdt, en die uit dien hoofde, rechtstreeks melk- of andere zuivelproducten aan de eindverbruiker verkoopt of ze levert aan een koper, en/of de runderen in de handel brengt.2. Bedrijf : het geheel van de productie-eenheden, gelegen op het nationaal grondgebied, die op een autonome wijze worden geëxploiteerd door één en dezelfde producent, ongeacht de speculaties.3. Productie-eenheid : het geheel van de functioneel samenhangende middelen, door de producent uitgebaat voor de productie van vlees omvattend voor zijn exclusief gebruik, de runderen en/of schapen, de veestallen voor de runderen en/of schapen, de gronden voor de productie van voedergewassen en de voedervoorraden, en/of, voor de productie van melk, omvattend voor zijn exclusief gebruik, de melkveestal, de voor de melkproductie gebruikte gronden, de melkinstallatie, de melkkoeien, de voedervoorraden en de melkkoeltank of de melkkruiken.4. De Minister : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 2.Conform de beschikkingen van de verordening (EG) nr. 1254/1999 nemen de extra betalingen in de sector rundvlees de vorm aan van veebetalingen aan de producenten.

Art. 3.§ 1. De veebetalingen aan de producenten worden toegekend voor zoogkoeien, vaarzen en voor melkkoeien. § 2. De betalingen voor zoogkoeien en vaarzen worden vastgesteld op 80 % van het in bijlage IV van verordening (EG) nr. 1254/1999 voorziene globaal bedrag. § 3. De betalingen voor de melkkoeien worden vastgesteld op 20 % van het in bijlage IV van verordening (EG) nr. 1254/1999 voorziene globaal bedrag.

Art. 4.§ 1. De betalingen voor de zoogkoeien en de vaarzen worden toegekend als aanvulling op de zoogkoeienpremie aan de producent die een premie ontvangt conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor de zoogkoeien. § 2. De betalingen voor de melkkoeien worden toegekend aan de producenten, op basis van de op het bedrijf beschikbare individuele referentiehoeveelheid melk, bedoeld bij het artikel 16, § 3, van de verordening (EG) nr 1255/1999. § 3. De Minister stelt de modaliteiten vast tot berekening van de eenheidsbedragen van de in § 1 en § 2 voorziene betalingen per zoogkoe, per vaars, en per liter van de individuele referentiehoeveelheid bedoeld in § 2 en tot uitvoering van de extra betalingen.

Art. 5.De Minister wijst het Bestuur aan dat wordt belast met de uitvoering van de extra betalingen alsmede met de terugvordering van de ten onrechte gedane betalingen.

Art. 6.Ten einde in overeenstemming te zijn met de bepalingen van artikel 7 van de verordening (EG) nr. 1259/1999, kan de Minister bijkomende toekenningsvoorwaarden bepalen.

Art. 7.De overtredingen van de bepalingen van verordeningen (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1255/1999, (EG) nr. 1259/1999, (EG) nr. 2342/1999, (EEG) nr. 3508/92 en (EEG) nr. 3887/92, van de bepalingen van dit besluit en van de bepalingen genomen krachtens dit besluit, worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Art. 8.In toepassing van het artikel 44 van de verordening (EG) nr. 2342/1999, wordt elke inbreuk betreffende het onwettelijk gebruik of het in bezit hebben van stoffen of producten die door de communautaire wetgeving in de diergeneeskundige sector niet toegestaan zijn, in de zin van het artikel 23, § 1, van de verordening (EG) nr. 1254/1999, bestraft met de uitsluiting van het recht op de extra betalingen en, in geval van recidive binnen de 12 maanden van de vaststelling van de eerste inbreuk, bestraft met een bijkomende periode van twee jaar uitsluiting.

Bij een tweede recidive tijdens dezelfde periode wordt de uitsluiting gebracht op 5 jaar.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 10.Onze Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 november 2001 ALBERT Van Koningswege : De Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK

^