Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 november 1999
gepubliceerd op 22 december 1999

Koninklijk besluit betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016387
pub.
22/12/1999
prom.
30/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/30/1999016387/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1994 houdende oprichting, organisatie en vastlegging van de personeelsformatie van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld onze reglementering betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen te wijzigen voortvloeit uit enerzijds de gewijzigde marktomstandigheden en anderzijds de wijziging van de UN/ECE-norm voor primeur- en bewaaraardappelen waarop onze norm is afgestemd;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. Primeuraardappelen : niet rijpgeoogste aardappelen waarvan de schil over het algemeen gemakkelijk door wrijven kan worden verwijderd en die bestemd zijn om in verse toestand aan de verbruiker te worden geleverd.2. Bewaaraardappelen : rijpgeoogste aardappelen met vaste schil die bestemd zijn om in verse toestand aan de verbruiker te worden geleverd.3. Aardappelen : primeur- en bewaaraardappelen.4. Verbruiker : ieder persoon die, voor eigen verbruik, aardappelen verwerft, en ze in hun natuurlijke staat niet verder verhandelt.5. Uitvoer : het uitvoeren van aardappelen naar landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie.6. Invoer : het in vrije verkeer brengen van aardappelen, van oorsprong uit niet-Lid-Staten van de Europese Unie, alsmede de opslag in een particulier entrepôt van het type D.7. Verhandelen : het in de handel brengen, verwerven, te koop aanbieden of ten toon stellen, in bezit houden, vervoeren, verkopen, leveren, onder kosteloze of bezwarende titel afstaan, invoeren of uitvoeren.8. Dienst : Dienst plantenkwaliteit en plantenbescherming van het Bestuur voor de kwaliteit van de grondstoffen en de plantaardige sector (DG 4) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.9. Lange variëteit : aardappelvariëteit waarvan de knollen gemiddeld een lengte hebben die ten minste gelijk is aan tweemaal de grootste breedte.

Art. 2.Dit besluit bepaalt de voorwaarden waaronder aardappelen moeten worden bereid, verpakt en verhandeld.

Art. 3.Vooraleer verpakt te worden moeten aardappelen bij een, overeenkomstig art. 4, erkende bereider worden bereid.

Art. 4.§ 1. De Dienst erkent iedere persoon als bereider van aardappelen die daartoe een aanvraag indient en die persoonlijk beschikt over een inrichting die aan de volgende voorwaarden voldoet : 1. een magazijn, voorzien van een adequate isolatie, dat een minimale nuttige oppervlakte van 200 m2 heeft en dat tegen vorst is beschut;2. dit magazijn moet net, droog en voldoende verlucht zijn en voldoende verlicht kunnen worden;het mag niet worden gebruikt als opslagplaats voor goederen die geen deel uitmaken van de aardappelhandel; het moet zodanig ingericht zijn dat de bereide partijen van de niet-bereide partijen streng gescheiden zijn; 3. de ruimte van het magazijn waar de aardappelen bereid en verpakt worden moet tijdens deze bewerkingen tot ten minste 12 °C opgewarmd zijn;de knoltemperatuur dient bij het bereiden minimaal 8 °C te bedragen; 4. in de inrichting moet ten minste één gebruiksklaar sorteer- en calibreertoestel met gelede leesband aanwezig zijn, dat een bereiding van ten minste twee ton aardappelen per uur toelaat;5. in de inrichting moet een geijkt weegtoestel aanwezig zijn. § 2. De persoon wiens inrichting door de Dienst werd goedgekeurd ontvangt een persoonlijk erkenningsnummer en mag gebruik maken van de benaming "erkend bereider" van aardappelen.

Art. 5.Alleen reeds bereide aardappelen mogen verpakt worden.

Art. 6.§ 1. Het verpakken bedoeld in artikel 5 dient te geschieden hetzij bij een overeenkomstig artikel 4 erkend bereider hetzij bij een door de Dienst erkend verpakker van aardappelen.

De Dienst erkent ieder persoon als verpakker van aardappelen die daartoe een aanvraag indient en die persoonlijk beschikt over een inrichting die aan de volgende voorwaarden voldoet : 1. een magazijn, voorzien van een adequate isolatie, dat een minimale nuttige oppervlakte van 100 m2 heeft en dat tegen vorst is beschut;2. dit magazijn moet net, droog en voldoende verlucht zijn en voldoende verlicht kunnen worden;het mag niet worden gebruikt als opslagplaats voor goederen die geen deel uitmaken van de aardappelhandel; 3. in het magazijn moet een geijkt weegtoestel aanwezig zijn;4. de ruimte van het magazijn waar de aardappelen verpakt worden moet, tijdens deze bewerking, tot ten minste 12 °C opgewarmd zijn;de knoltemperatuur dient bij het verpakken minimaal 8 °C te bedragen. § 2. De persoon wiens inrichting door de Dienst werd goedgekeurd ontvangt een persoonlijk erkenningsnummer en mag gebruik maken van de benaming "erkend verpakker".

Art. 7.Zowel bereide als verpakte primeur- en bewaaraardappelen mogen slechts verhandeld worden indien zij aan de in de bijlagen I en II van dit besluit bepaalde respectievelijke kwaliteitsnormen voldoen.

Art. 8.De artikelen 3 en 5 en hoofdstuk VI van de bijlage I en II zijn niet van toepassing op aardappelen van de eigen oogst die door de teler rechtstreeks aan de verbruiker worden geleverd.

De artikelen 3 en 5 zijn tot en met 14 augustus niet van toepassing van primeuraardappelen die via veiligen en telersmarkten verhandeld worden, op voorwaarde dat ze verpakt zijn in kisten van minimum 10 kg en maximum 20 kg. De aangeboden hoeveelheid per telerslid en per verkoopdag mag niet meer dan 1.500 kg bedragen behalve voor de handgeraapte primeuraardappelen waarvan de schil over ten minste 80 % van de knoloppervlakte intact gebleven is en die praktisch vrij zijn van mechanische beschadigingen.

De artikelen 3 en 5 zijn eveneens niet van toepassing op aardappelen van de lange variëteiten die, verpakt in kisten van minimum 10 kg en maximum 20 kg, via veilingen en telersmarkten verhandeld worden.

Art. 9.In het stadium van de kleinhandel moeten bij verpakte aardappelen de voorgeschreven gegevens betreffende de aanduiding van het product op zichtbare wijze zijn aangebracht.

De aardappelen mogen evenwel uit de verpakking aangeboden worden mits : - zij aan de bepalingen van dit besluit voldoen; - op een bordje de in de normen voorziene aanduidingen, met uitzondering van het bereidersnummer en het nettogewicht, in duidelijk leesbare letters worden vermeld.

Art. 10.§ 1. De Dienst controleert de invoer en de uitvoer van aardappelen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot regeling van de kwaliteitscontrole van tuinbouwproducten en aardappelen bij de invoer en de uitvoer.

De met controle belaste ambtenaar ziet de aardappelen steekproefsgewijs na; daartoe controleert hij een hoeveelheid die voldoende groot is om de kwaliteit van de gehele partij te beoordelen.

Wanneer bij uitvoer het definitieve vervoermiddel niet op de plaats van bereiding geladen wordt, kan de uitvoerder een voorcontrole in het magazijn van bereiding aanvragen.

Bij de uitvoer van primeuraardappelen tot en met 15 september van het jaar van de oogst, is evenwel een voorcontrole, ten minste drie dagen vóór de definitieve controle, verplicht. § 2. De Dienst controleert steekproefsgewijs in alle stadia van de commercialisatie de naleving van dit besluit.

Art. 11.Ingevoerde primeur- en bewaaraardappelen moeten voldoen aan de in de bijlagen van dit besluit bepaalde respectievelijke kwaliteitsnormen met uitzondering van de aanduiding van het bereidersnummer. Indien de ingevoerde aardappelen in België verpakt worden moeten ze voldoen aan alle bepalingen van dit besluit.

Art. 12.De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op aardappelen die, mits het bewijs van bestemming van deze aardappelen wordt geleverd: - worden verhandeld, hetzij tussen het bedrijf van productie en een inrichting voor opslag of voor bereiding, hetzij tussen een inrichting voor opslag en een inrichting voor bereiding; - bestemd zijn voor industriële verwerking.

Art. 13.Op aanvraag van de uitvoerder kan de controle volgens strengere normen worden verricht om te voldoen aan de bij de transactie afgesloten handelseisen of om de in de invoerlanden geldende reglementering na te leven.

Art. 14.De Minister van Landbouw en Middenstand of de door hem gemachtigde ambtenaar kan afwijkingen verlenen op de bepalingen voorzien in dit besluit.

Art. 15.Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld en gestraft, overeenkomstig de wet van 28 maart 1975, betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw,- en zeevisserijproducten.

Art. 16.Het koninklijk besluit van 20 september 1993 betreffende de handel in primeur- en consumptieaardappelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 mei 1996 wordt opgeheven.

Art. 17.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1999.

Art. 18.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlage I Kwaliteitsnorm voor primeuraardappelen I. DEFINITIE VAN HET PRODUKT Deze norm heeft betrekking op primeuraardappelen van de variëteiten (cultivars) afgeleid van Solanum tuberosum L. en van zijn hybriden.

II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN Deze norm heeft tot doel de minimumkwaliteitseisen te omschrijven waaraan primeuraardappelen, na bereiding en verpakking, moeten beantwoorden.

Minimumeisen.

Behoudens de toegestane toleranties moeten primeuraardappelen als volgt zijn : - voor het ras de normale vorm en het normale uiterlijk hebben; - intact; d.w.z. zonder enig gebrek of enige aantasting die de integriteit van de knol wijzigt; het gedeeltelijk ontbreken van de schil wordt niet als een tekort aanzien; - gezond; de knollen mogen niet aangetast zijn door rot of zodanige afwijkingen vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie; - bijna zuiver; - vast; - bijna niet gekiemd; - vrij van abnormale uitwendige vochtigheid; - vrij van vreemde geur en/of smaak; - vrij van uit- of inwendige gebreken die de presentatie, het algemeen uitzicht, de kwaliteit en/of de bewaarbaarheid van het produkt in de verpakking schaden, zoals : - barsten (met inbegrip van groeischeuren), insnijdingen, insektenbeten, kneuzingen of ruwheid van de schil met een diepte van meer dan 3,5 mm; - groenverkleuring; een lichte bleek-groene verkleuring die niet meer dan één achtste deel van het oppervlak bedekt en die bij het normaal schillen van de aardappel wordt verwijderd, wordt niet als een tekort aanzien; - zware misvormingen; - onderhuidse grijze, blauwe of zwarte vlekken die dieper reiken dan 3,5 mm; - roestvlekken, holle harten, inwendige zwartverkleuring en andere inwendige gebreken; - bruine vlekken door zonnebrand; - vorstschade.

De primeuraarappelen moeten voldoende ontwikkeld zijn en zich in een zodanige toestand bevinden : - dat ze bestand zijn tegen vervoer en behandeling, en - dat ze in goede staat op de plaats van bestemming aankomen.

De partijen moeten vrij zijn van afval zoals grond of vreemde bestanddelen.

III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN De controle van de sortering gebeurt aan de hand van een vierkante malie.

Na sortering mag de grootte van de knollen niet kleiner zijn dan 35 mm. Tot en met 30 juni wordt deze minimumgrootte evenwel tot 30 mm teruggebracht.

In afwijking van het voorgaande lid mag de grootte van de knollen van lange variëteiten (o.m. de variëteiten Charlotte, Nicola) niet kleiner zijn dan 30 mm.

Knollen groter dan 18 mm en kleiner dan 35 mm mogen nochtans in de handel gebracht worden onder de benaming "krielaardappelen".

De vereisten inzake sortering zijn niet van toepassing op lange variëteiten met een, aan de variëteit eigen, onregelmatige vorm (o.m. de variëteiten Corne de Gatte, Ratte).

IV. TOLERANTIES In iedere verpakkingseenheid zijn, t.a.v. de voorschriften, afwijkingen in kwaliteit, in grootte en in variëteiten toegestaan.

A. Tolerantie in kwaliteit.

Er wordt maximaal 4 % van het gewicht aan knollen, die niet beantwoorden aan de minimumkwaliteitseisen, toegestaan. In ieder geval, en binnen de perken van deze afwijking, worden hoogstens toegestaan : - knollen aangetast door droogrot of phytophthora : 1 %; - knollen aangetast door ernstige uitwendige of inwendige gebreken waardoor ze ongeschikt zijn voor consumptie : 1 %.

De aardappelen moeten praktisch vrij zijn van natrot. In elk geval wordt geen enkel afwijking toegestaan voor knollen die zijn aangetast door wratziekte (Synchytrium endobioticum), door ringrot (Clavibacter michiganensis) en door bruinrot (Ralstonia solanacearum).

Bovendien wordt 2 % van het gewicht aan afval toegestaan, waarvan ten hoogste 0,5 % vreemde bestanddelen.

B. Tolerantie in grootte.

Bij primeuraardappelen, krielaardappelen uitgezonderd, wordt per verpakkingseenheid hoogstens 5 % van het gewicht aan knollen toegestaan die kleiner zijn dan de voorgeschreven minimumgrootte of die afwijken van de op de verpakking aangeduide grootte. Geen enkele knol kleiner dan 28 mm wordt toegestaan.

De partijen krielaardappelen mogen hoogstens 2 % van het gewicht aan knollen bevatten, waarvan de grootte kleiner is dan 18 mm of groter is dan 35 mm.

C. Tolerantie in variëteiten.

Er wordt 2 % van het gewicht aan aardappelen van andere variëteiten toegestaan.

V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN A. Uniformiteit.

De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit aardappelen van dezelfde kwaliteit, groottesortering (indien gesorteerd) en variëteit.De aardappelen moeten, binnen eenzelfde verpakking, homogeen zijn inzake kleur van de schil en van het vruchtvlees.

B. Verpakking.

De aardappelen moeten, gelet op het vervoer en de bestemming van het produkt, in daartoe geschikte verpakkingen (zakken, netten, kisten, enz.) worden gedaan. Wanneer papieren of plastieken zakken als verpakking gebruikt worden, moeten deze een voldoende verluchting van het produkt te verzekeren. De gebruikte verpakkingen moeten zuiver zijn, in goede staat en mogen noch een vreemde geur afgeven, noch de kwaliteit van de ingesloten aardappelen veranderen. Op de buitenkant van de verpakking mag geen enkele aanduiding zijn aangebracht met een produkt dat de kwaliteit van de aardappelen nadelig beïnvloedt. Alle verpakkingen van eenzelfde partij moeten hetzelfde gewicht hebben.

VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN Op de buitenzijde van elke verpakkingseenheid moeten, hetzij door directe druk, hetzij op een aan het sluitsysteem vastgehecht etiket, in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters de volgende gegevens aangebracht zijn : A. Identificatie. - erkend bereider of verpakker : erkenningsnummer van de Dienst.

B. Aard van het product. - "primeuraardappelen"; - naam van de variëteit.

C. Oorsprong van het product. - land; - teeltzone of nationale, gewestelijke of plaatselijke benaming (facultatief).

D. Handelskenmerken. - sortering (indien gesorteerd): de minimum grootte, gevolgd door de woorden "en meer" (facultatief) - in voorkomend geval de vermelding "krielaardappelen" of een gelijkwaardige benaming voor de knollen met een grootte van 18 tot 35 mm; - nettogewicht.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlage II Kwaliteitsnorm voor bewaaraardappelen I. DEFINITIE VAN HET PRODUKT Deze norm heeft betrekking op bewaaraardappelen van variëteiten (cultivars) afgeleid van Solanum tuberosum L. en van zijn hybriden.

II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN Deze norm heeft tot doel de minimumkwaliteitseisen te omschrijven waaraan bewaaraardappelen, na bereiding en verpakking, moeten beantwoorden.

Minimumeisen.

Behoudens de toegestane toleranties moeten bewaaraardappelen als volgt zijn : - voor het ras de normale vorm en het normale uiterlijk hebben; - intact; d.w.z. zonder enig gebrek of enige aantasting die de integriteit van de knol wijzigt; - gezond; de knollen mogen niet aangetast zijn door rot of zodanige afwijkingen vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie; - een goed gevormde schil hebben; - bijna zuiver; - vast; - bijna niet gekiemd; de kiemen mogen niet langer dan 3 mm zijn; - vrij van abnormale uitwendige vochtigheid; d.w.z. voldoende gedroogd indien gewassen; - vrij van vreemde geur en/of smaak; - vrij van uit- of inwendige gebreken die de presentatie, het algemeen uitzicht, de kwaliteit en/of de bewaarbaarheid in de verpakking schaden, zoals : - barsten (met inbegrip van groeischeuren), spleten, insnijdingen, insektenbeten, kneuzingen of ruwheid van de schil (enkel voor de variëteiten waarvan de schil normaal niet ruw is) met een diepte van meer dan 5 mm; - groenverkleuring; een bleek-groene verkleuring die niet meer dan één achtste deel van het oppervlak bedekt en die bij het normaal schillen van de aardappel wordt verwijderd, wordt niet als een tekort aanzien - zware misvormingen; - onderhuidse grijze, blauwe of zwarte vlekken die dieper reiken dan 5 mm; - roestvlekken, holle harten, inwendige zwartverkleuring en andere inwendige gebreken; - diepe schurft en poederschurft met een diepte van 2 mm of meer; - vorstschade.

De bewaaraardappelen moeten voldoende ontwikkeld zijn en zich in een zodanige toestand bevinden : - dat ze bestand zijn tegen vervoer en behandeling, en - dat ze in goede staat op de plaats van bestemming aankomen.

De partijen moeten vrij zijn van afval zoals grond of vreemde bestanddelen.

III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN De controle van de sortering gebeurt met een vierkante malie.

Na sortering mag de grootte van de knollen niet kleiner zijn dan 40 mm.

In afwijking van het voorgaande lid mag de grootte van de lange variëteiten (o.m. de variëteiten Charlotte, Nicola) niet kleiner zijn dan 30 mm.

Knollen, groter dan 18 mm en kleiner dan 40 mm, mogen evenwel in de handel gebracht worden onder de benaming "krielaardappelen".

De vereisten inzake sortering zijn niet van toepassing op lange variëteiten met een, aan de variëteit eigen, onregelmatige vorm (o.m. de variëteiten Corne de Gatte, Ratte).

IV. TOLERANTIES In elke verpakkingseenheid zijn, t.a.v. de voorschriften, afwijkingen in kwaliteit, in grootte en in variëteiten toegestaan.

A. Tolerantie in kwaliteit.

Er wordt maximaal 6 % van het gewicht aan knollen, die niet beantwoorden aan de minimumeisen, toegestaan. In elk geval, en binnen de perken van deze afwijking, worden hoogstens toegestaan : - knollen aangetast door droogrot of Phytophtora : 1 %; - knollen aangetast door ernstige uitwendige of inwendige gebreken waardoor ze ongeschikt zijn voor consumptie : 1 %.

De aardappelen moeten praktisch vrij zijn van natrot. In elk geval wordt geen enkele afwijking toegestaan voor knollen die zijn aangetast door wratziekte (Synchytrium endobioticum), door ringrot (Clavibacter michiganensis) en door bruinrot (Ralstonia solanacearum).

Bovendien wordt 2 % van het gewicht aan afval toegestaan, waarvan maximaal 0,5 % aan vreemde bestanddelen.

B. Tolerantie in grootte.

Er wordt hoogstens 5 % van het gewicht aan knollen met een grootte kleiner dan de aangenomen minimumgrootte toegestaan.

C. Tolerantie in variëteiten.

Er wordt 2 % van het gewicht aan aardappelen van andere variëteiten toegestaan.

V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN A. Uniformiteit De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit aardappelen van dezelfde kwaliteit, groottesortering (indien gesorteerd) en variëteit.

De aardappelen moeten, binnen eenzelfde verpakking, homogeen zijn inzake de kleur van de schil en van het vruchtvlees.

B. Verpakking.

De aardappelen moeten, met het oog op een goede bescherming van het produkt, in geschikte en voldoende stevige verpakkingen worden aangeboden. De gebruikte verpakkingen moeten zuiver zijn, in goede staat en mogen noch een vreemde geur afgeven, noch de kwaliteit van de ingesloten aardappelen veranderen. Op de buitenkant van de verpakking mag geen enkele aanduiding zijn aangebracht met een produkt dat de kwaliteit van de aardappelen nadelig beïnvloedt.

VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN Op de buitenzijde van elke verpakkingseenheid moeten, hetzij door directe druk, hetzij op een aan het sluitsysteem vastgehecht etiket, in duidelijke leesbare en onuitwisbare letters de volgende gegevens aangebracht zijn : A. Identificatie. - erkend bereider of verpakker : erkenningsnummer van de Dienst.

B. Aard van het produkt. - "bewaaraardappelen" of "consumptieaardappelen"; - naam van de variëteit.

C. Oorsprong van het produkt. - land; - teeltzone of nationale, gewestelijke of plaatselijke benaming (facultatief).

D. Handelskenmerken. - sortering (indien gesorteerd): de minimum grootte, gevolgd door de woorden "en meer" (facultatief); - in voorkomend geval de vermelding "krielaardappelen" of een gelijkwaardige benaming voor de knollen met een grootte van 18 tot 40 mm; - nettogewicht.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^