gepubliceerd op 20 juni 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het nationaal akkoord
30 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het nationaal akkoord (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het nationaal akkoord.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023 Nationaal akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 20 november 2023 onder het nummer 183921/CO/214)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en op de bedienden die zij tewerkstellen. § 2. In afwijking op § 1 zijn de artikelen 2, 3, 5, 6 en 9 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst enkel toepasselijk op de bedienden waarvan de functie beantwoordt aan de criteria van één van de zes categorieën waarvan sprake in de functieclassificatie voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde functieclassificatie en de eraan gekoppelde weddeschaal. § 3. In afwijking op § 1 zijn enkel de bepalingen van hoofdstuk III, V, VII en VIII van toepassing op Celanese Production Belgium BV en Celanese BV en op de er in tewerkgestelde bedienden. § 4. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld.
HOOFDSTUK II. - Koopkrachtpremie
Art. 2.In toepassing van artikel 19quinquies, § 5 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van de wet van 24 mei 2023 houdende maatregelen inzake het loonoverleg voor de periode 2023-2024, worden de volgende afspraken gemaakt omtrent een sectorale regeling voor de toekenning van een koopkrachtpremie aan de baremiseerbare bedienden.
Art. 3.Aan de baremiseerbare bedienden wordt een sectorale koopkrachtpremie toegekend volgens de onderstaande modaliteiten : - In de ondernemingen met een ROA in 2022 van minstens 5 pct. : koopkrachtpremie van 100 EUR; - In de ondernemingen met een ROA in 2022 die minstens 5 pct. hoger is dan de gemiddelde ROA's over de jaren 2017-2021 (5 boekjaren) : koopkrachtpremie van 300 EUR; - In de ondernemingen met een ROA in 2022 die minstens 30 pct. hoger is dan de gemiddelde ROA's over de jaren 2017-2021 (5 boekjaren) : koopkrachtpremie van 500 EUR. Onder "ROA" wordt verstaan : de Return on Assets, zijnde de bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) gedeeld door het balanstotaal (code 10/49 of code 20/58).
Het vervullen van de voorwaarde voor hoge of uitzonderlijk hoge winst wordt beoordeeld op het niveau van de juridische entiteit.
In de berekening van het gemiddelde wordt in de teller een bedrijfsverlies (code 9901) in een bepaald jaar gelijkgesteld aan nul en wordt als jaar meegeteld in de noemer.
Bedrijven met een overgedragen verlies in 2022 worden uitgesloten.
Het resultaat moet op autonome wijze behaald zijn en niet door bijzondere gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld een fusie of een overname.
De totale kost (koopkrachtpremie + patronale last) voor alle werknemers samen mag niet meer dan 25 pct. van de winst (code 9901) bedragen, zoniet pro rata herberekening van de premie in functie van de beschikbare enveloppe.
Een koopkrachtpremie die reeds werd toegekend op ondernemingsniveau, wordt in mindering gebracht van de sectorale koopkrachtpremie.
Een door de onderneming toegekende winstpremie voor het boekjaar 2022, wordt in mindering gebracht van de sectorale koopkrachtpremie.
Indien het boekjaar afsluit op 31 maart, wordt rekening gehouden met het boekjaar van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2023.
Indien het boekjaar afsluit op 30 september, wordt rekening gehouden met het boekjaar van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022.
Indien het boekjaar start op 1 juli, wordt rekening gehouden met het boekjaar van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.
De toekenning van de koopkrachtpremie gebeurt uiterlijk op 31 december 2023 onder de vorm van elektronische consumptiecheques en op basis van de volgende modaliteiten : - in dienst op 31 oktober 2023, met minimum 1 maand anciënniteit; - pro rata de effectieve tewerkstelling in de referteperiode van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023; - met effectieve tewerkstelling worden gelijkgesteld : schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, met uitzondering van voltijds tijdskrediet of voltijds themaverlof en arbeidsongeschiktheid van meer dan 3 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van het gewaarborgd loon; - pro rata voor deeltijdsen en nieuwe indiensttredingen; - aan werknemers ontslagen om dringende reden wordt geen koopkrachtpremie toegekend.
HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsverbintenissen
Art. 4.De bepalingen inzake tewerkstellingsverbintenissen, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1983 en laatst verlengd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021, worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.
HOOFDSTUK IV. - Mobiliteit
Art. 5.Met ingang van 1 januari 2024 wordt de fietsvergoeding, voorzien door artikel 27 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007, op 0,27 EUR per kilometer, met een maximum van 40 km per dag (heen en terug), vastgesteld.
Art. 6.Artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1993 ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 1973 betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de bedienden in de textielnijverheid en het breiwerk, wordt aangevuld met onderstaande alinea : "Gelet op de fors gestegen prijs van de treinkaart sinds de inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, wordt de werkgeverstussenkomst in het woonwerk-verkeer voor privévervoer, vanaf 1 februari 2024, verhoogd tot 57 pct. van de prijs van de treinkaart.
De laatst gepubliceerde tarieven van de NMBS op 1 februari van elk jaar gelden als uitgangspunt voor de berekening.".
HOOFDSTUK V. - Fonds voor bestaanszekerheid
Art. 7.Het fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden betaalt aan de bediende een sectorale tegemoetkoming in de kinderopvang vanaf 1 januari 2024 van 1 EUR per dag met een maximum van 150 EUR per jaar en per kind tot de leeftijd van 3 jaar.
Deze sectorale tegemoetkoming geldt alleen voor kinderopvang in een gezins- of groepsopvang die wordt erkend door Kind & Gezin of l'Office de la Naissance et de l'Enfance.
De terugbetaling gebeurt door het fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden op basis van het door de opvang uitgereikte fiscaal attest waarop het dagbedrag en het aantal dagen opvang wordt vermeld voor het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het attest werd uitgereikt. Het jaar 2024 is het eerste jaar waarvoor een fiscaal attest (afgeleverd in 2025) het recht op de sectorale tegemoetkoming kan openen.
De sectorale tegemoetkoming geldt voor de periode van tewerkstelling in de textielsector. In geval van onvolledige tewerkstelling (bijvoorbeeld door indiensttreding of uitdiensttreding in de loop van het jaar), wordt het plafond van de tegemoetkoming pro rata beperkt.
De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden wordt belast met de praktische uitwerking van de aanvraagprocedure en de betalingsmodaliteiten.
Art. 8.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden worden aangepast met hetgeen in artikel 7 overeengekomen werd.
HOOFDSTUK VI. - Getrouwheid aan de sector
Art. 9.De ondernemingsanciënniteit vereist om het recht op de tweede bezoldigde afwezigheidsdag bedoeld in artikel 27, tweede lid van de algemene nationale collectieve arbeids overeenkomst van 10 mei 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 10/05/2001 pub. 19/05/2001 numac 2001031181 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende het verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp sluiten te openen, wordt met ingang van 1 januari 2024 teruggebracht van 25 jaar naar 20 jaar.
HOOFDSTUK VII. - Landingsbanen
Art. 10.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met betrekking tot de landingsbanen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal voorzien in de verlenging tot en met 30 juni 2025 van de bepalingen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2023 betreffende de landingsbanen en rekening houdende met het aangepaste reglementaire kader. Daarnaast zal deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 30 mei 2023.
HOOFDSTUK VIII. - Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 11.§ Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen voorzien in de verlenging van deze verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag tijdens de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 en met inbegrip van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid tot en met 31 december 2026 voor oudere werknemers die worden ontslagen in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen verwijzen naar en rekening houden met de verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten die dienaangaande op 30 mei 2023 in de Nationale Arbeidsraad werden gesloten. § 2. Het kliksysteem, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal ook van toepassing zijn op de terugbetaling aan de werkgevers van de aanvullende vergoeding en de capitatieve bijdragen voor de betrokken stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
HOOFDSTUK IX. - Arbeiders/bedienden
Art. 12.Een gemengde paritaire werkgroep (paritair comité nr. 120 en paritair comité nr. 214) zal de sectorale verschillen inzake loon- en arbeidsvoorwaarden tussen arbeiders en bedienden in de textielsector inventariseren.
HOOFDSTUK X. - Actualisatie bepaalde collectieve arbeidsovereenkomsten
Art. 13.Een paritaire werkgroep (paritair comité nr. 214) zal de actualisatie van bepaalde collectieve arbeidsovereenkomsten onderzoeken.
HOOFDSTUK XI. - Positief imago van de textielsector
Art. 14.De sociale partners zullen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding overleggen hoe zij kunnen werken aan een verbetering van het imago van de sector met het oog op een betere instroom van jongeren en een verankering van de huidige werknemers.
Art. 15.De sociale partners zullen gezamenlijk lobbyen in dossiers die van belang zijn voor de textielsector en voor zover er geen conflict is met de vakbonds- of werkgeversstandpunten.
HOOFDSTUK XII. - Waardig werk
Art. 16.De sociale partners in de textielsector onderschrijven het belang van due diligence ofwel ketenzorg en bevelen de bedrijven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen voor het respecteren van de mensenrechten in de gehele toeleveringsketen. In het bijzonder wordt opgeroepen aandacht te besteden aan waardige arbeidsomstandigheden en eerlijke loon- en arbeidsvoorwaarden.
HOOFDSTUK XIII. - Groene en digitale transitie
Art. 17.De sociale partners zullen in een paritaire werkgroep de sociale dialoog over de groene en digitale transitie opstarten met het oog op het verwerven van kennis teneinde de impact ervan op de textielsector te kunnen inschatten.
HOOFDSTUK XIV. - Statuut van de syndicale afvaardiging
Art. 18.In artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1973 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het bediendepersoneel der ondernemingen in de textiel- en breigoednijverheid, wordt, met ingang van 1 januari 2024, de voorwaarde onder punt c : "sedert ten minste drie jaar tewerkgesteld zijn in de textiel- of breigoednijverheid" geschrapt.
HOOFDSTUK XV. - Sociale vrede
Art. 19.Een paritaire werkgroep zal de bepalingen inzake conflictbeheersing en sociale vrede harmoniseren en moderniseren.
Art. 20.De ondertekenende partijen engageren zich de sociale vrede te respecteren gedurende de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.
HOOFDSTUK XVI. -Algemeen verbindend verklaring
Art. 21.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.
HOOFDSTUK XVII. - Duur van de overeenkomst
Art. 22.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024, met uitzondering van de artikelen 10 en 11 die van toepassing zijn van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025, artikel 20 dat van toepassing is van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 en de artikelen 1, 5, 6, 7, 9, 18 en 22 die gelden voor onbepaalde duur.
De bepalingen welke voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei 2024.
De Minister van Werk, P-Y. DERMAGNE