Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 mei 2024
gepubliceerd op 10 juli 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het leven lang leren, het werkbaar werk en de arbeidsmarktwerking in de textielsector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024202358
pub.
10/07/2024
prom.
30/05/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het leven lang leren, het werkbaar werk en de arbeidsmarktwerking in de textielsector (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het leven lang leren, het werkbaar werk en de arbeidsmarktwerking in de textielsector.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 mei 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023 Leven lang leren, werkbaar werk en arbeidsmarktwerking in de textielsector (Overeenkomst geregistreerd op 23 oktober 2023 onder het nummer 183228/CO/214) I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid (PC nr. 214) en op de bedienden die ze tewerkstellen.

Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld.

II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe de inspanningen die de sector in het kader van het paritair uitgebouwde sectoraal opleidingsbeleid de voorbije jaren heeft geleverd, minstens verder te zetten en waar mogelijk te verhogen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de jaren 2023 en 2024 in toepassing van hoofdstukken 9 en 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.

III. - Werkbaar werk

Art. 3.Vanuit Cobot en Cefret wordt de dienstverlening, begeleiding en ondersteuning met betrekking tot werkbaar werk verder uitgebouwd, ten dienste van de ondernemingen en de werknemers in de textielsector.

Hiertoe wordt zowel voor 2023 als voor 2024 een budget voorzien dat overeenstemt met het budget van 2022.

De sectorale sociale partners bepalen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding de opdracht om hieromtrent sectorale expertise op te bouwen, waartoe de nodige middelen, zoals hiervoor aangeduid vanuit het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" worden ingezet.

De sectorale sociale partners bepalen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding de nodige modaliteiten en voorwaarden voor deze dienstverlening, begeleiding en ondersteuning met betrekking tot werkbaar werk. In geval van betwisting over de validatie van een project werkbaar werk, neemt de Permanente Beleidsgroep Opleiding de eindbeslissing.

Eind 2024 zullen de sectorale sociale partners de stand van zaken betreffende het werkbaar werk evalueren.

De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" worden in deze zin aangepast.

De sectorale sociale partners zullen eveneens werken aan een globale toekomstvisie betreffende het werkbaar werk.

IV. - Sectorale en arbeidsmarktgerichte opleidingen

Art. 4.§ 1. Om de participatiegraad aan opleiding te verhogen, zullen door Cobot vzw/Cefret asbl aanvragen ingediend worden bij het paritair comité nr. 214 voor de erkenning van sectorale beroepsopleidingen in het stelsel betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) of voor goedkeuring door het paritair comité nr. 214 van arbeidsmarktgerichte opleidingen in het stelsel van het Vlaams Opleidingsverlof ( decreet van 12 oktober 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/10/2018 pub. 13/11/2018 numac 2018032071 bron vlaamse overheid Decreet houdende het Vlaams opleidingsverlof en houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten). § 2. Voor de uren waarop de bediende deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend door het paritair comité nr. 214 als beroepsopleiding in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) of arbeidsmarktgerichte opleidingen, goedgekeurd door het paritair comité nr. 214 in het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof ( decreet van 12 oktober 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/10/2018 pub. 13/11/2018 numac 2018032071 bron vlaamse overheid Decreet houdende het Vlaams opleidingsverlof en houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten), heeft hij recht op zijn normaal loon, zonder toepassing van de loongrens, zoals voorzien in artikel 114 van het herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen. § 3. Voor de dagen dat de bediende deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend door het paritair comité nr. 214 in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) of arbeidsmarktgerichte opleidingen, goedgekeurd door het paritair comité nr. 214 in het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof ( decreet van 12 oktober 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/10/2018 pub. 13/11/2018 numac 2018032071 bron vlaamse overheid Decreet houdende het Vlaams opleidingsverlof en houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten), heeft hij recht op maaltijdcheques.

V. - Opleidingsplan

Art. 5.In uitvoering van artikel 39 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen wordt door Cobot vzw en Cefret asbl een webapplicatie "opleidingsplan" gebouwd ten dienste van de ondernemingen en de werknemers in de textielsector.

De sectorale sociale partners bepalen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding de opdracht en de inhoud hieromtrent alsook de nodige middelen die hiervoor vanuit het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" worden ingezet.

De sectorale sociale partners wijzen op het belang van de uitvoering van de bepalingen opgenomen in artikel 36 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse bepalingen.

De werkgevers stellen één keer per burgerlijk jaar, vóór 31 maart, een opleidingsplan op voor hun werknemers in de schoot van de onderneming.

Hiertoe legt de werkgever elk jaar een ontwerp van opleidingsplan voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging, ten minste vijftien dagen voor de vergadering die wordt gepland met het oog op het onderzoeken ervan. De ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart.

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad en een vakbondsafvaardiging in de onderneming legt de werkgever het opleidingsplan voor aan de werknemers tegen uiterlijk 15 maart.

De werkgever stelt het opleidingsplan op, met dien verstande dat bijzondere aandacht zal gaan naar personen komende uit de in artikel 35 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten gedefinieerde risicogroepen, in het bijzonder de werknemers van minstens 50 jaar oud en naar knelpuntberoepen en naar de wijze van evaluatie met de werknemers.

Een bijzondere aandacht zal tevens gaan naar de werknemers, bedoeld in artikel 1, 3°, g), van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) alsook naar de werknemers met een handicap zoals bedoeld in artikel 1, 4° van het voormelde koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten.

Bij de uitwerking van het opleidingsplan dient de genderdimensie in aanmerking te worden genomen.

Het plan moet minimaal de bij artikel 6 bedoelde formele en informele opleidingen bevatten, en uitleggen op welke wijze het bijdraagt aan de investeringen in opleiding, bedoeld in artikel 6.

Het plan wordt voor een minimumduurtijd van één jaar gesloten.

VI. - Investeren in opleiding en groeipad

Art. 6.Dit artikel 6 wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk de 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten betreffende diverse arbeidsbepalingen.

In de ondernemingen die ten minste 20 werknemers tewerkstellen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, wordt voorzien in een individueel opleidingsrecht voor een voltijds tewerkgestelde werknemer met volgend groeipad : - vanaf 2023 : 2 dagen; - vanaf 2024 : 3 dagen; - vanaf 2026 : 4 dagen; - vanaf 2028 : 5 dagen.

De werkgevers die minimum tien en minder dan twintig werknemers tewerkstellen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, voorzien in een individueel opleidingsrecht voor een voltijdse werknemer met volgend groeipad : - vanaf 2023 : 1 dag; - vanaf 2026 : 2 dagen.

De werkgevers die minder dan tien werknemers tewerkstellen, worden uitgesloten van de toepassing van dit artikel 6.

De sociale partners wijzen op het belang van opleiding en vorming en bevelen deze ondernemingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen, aan om hun bedienden te stimuleren om hun positie op de arbeidsmarkt door middel van vorming en opleiding te verstevigen.

Voor de toepassing van dit artikel wordt het aantal tewerkgestelde werknemers berekend in voltijdse equivalenten op basis van de gemiddelde tewerkstelling van de referteperiode voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode die voor de eerste keer op 1 januari 2022 begint.

De referteperiode is de periode bestaande uit het vierde kwartaal van het voorlaatste jaar (n-2) en de eerste drie kwartalen van het jaar (n-1) voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode.

Om het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers in voltijdse equivalenten tijdens de referteperiode te berekenen, wordt het totaal van de op het einde van elk kwartaal van de referteperiode aangegeven werknemers in voltijdse equivalenten, gedeeld door het aantal kwartalen waarvoor de werkgever, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, werknemers aangegeven heeft die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Indien de werkgever voor de bedoelde referteperiode geen aangiftes diende over te maken aan de rijksdienst, wordt voor de bepaling van het gemiddelde verwezen naar het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het kwartaal waarbinnen de eerste tewerkstelling volgend op de referteperiode plaatsgreep.

De praktische tenuitvoerlegging van het individueel opleidingsrecht en de verwezenlijking van het groeipad wordt nagestreefd door : - het opleidingsaanbod van Cobot vzw en Cefret asbl beter en ruimer bekend te maken aan werkgevers en werknemers; - het opleidingsaanbod van Cobot vzw en Cefret asbl verder uit te breiden; - via Cobot vzw en Cefret asbl acties te ondernemen om de participatiegraad aan opleidingen te verhogen; - werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formele ais informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.

Om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen worden minstens volgende opleidingen in aanmerking genomen : a) formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; b) informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; c) de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Het saldo van de niet-opgebruikte opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat dit saldo in mindering mag gebracht worden van het opleidingskrediet van de werknemer in dat volgende jaar.

Het doel is dat op het einde van elke periode van vijf jaar, die ten vroegste kan beginnen op 1 januari 2024, of voor het einde van de arbeidsovereenkomst indien die eindigt voordat de voormelde periode van vijf jaar afloopt, de voltijds tewerkgestelde werknemer gemiddeld het minimum aantal opleidingsdagen per jaar zoals bepaald in dit artikel heeft opgenomen. Op het einde van de voormelde periode van vijf jaar, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.

VII. - Eindbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024, met uitzondering van artikel 4 dat van toepassing is gedurende de periode van 1 september 2023 tot en met 31 augustus 2025, alsook bijgevolg met uitzondering van artikel 1 waarvan de duurtijd eveneens verder loopt tot en met 31 augustus 2025.

Art. 8.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Art. 9.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^