gepubliceerd op 16 juli 2008
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Nijvel
30 JUNI 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Nijvel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 81, 82, 83 en 86, 86bis, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 95, 96, 334, 335, 336, 337, 338 en 339;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 augustus 1985 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Nijvel;
Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Brussel, van de procureur-generaal te Brussel, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Nijvel, van de arbeidsauditeur te Nijvel, van de hoofdgriffier van de arbeidsrechtbank te Nijvel en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Nijvel;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Vestiging
Artikel 1.De arbeidsrechtbank te Nijvel is gevestigd te en houdt zitting in het gerechtelijke arrondissement Nijvel.
Samenstelling
Art. 2.De arbeidsrechtbank te Nijvel bestaat uit acht kamers. De oneven kamers zetelen bij de afdeling te Nijvel, de even kamers bij de afdeling te Waver.
De kamers 1 tot 6 zijn paritair samengesteld in functie van de bevoegdheden die hen worden toegekend krachtens dit besluit.
De zevende en de achtste kamers zijn kamers met één rechter.
Bevoegdheidstoewijzing
Art. 3.De eerste en tweede kamers nemen kennis van de geschillen over de zaken genoemd in de artikelen 578 (1° tot 13° en 15° tot 17°), 579 en 582, 3°, 4°, 6° en 8°, van het Gerechtelijk Wetboek.
De derde en vierde kamers nemen kennis van de geschillen over de zaken genoemd in de artikelen 580, 582, 7° en 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
De vijfde en zesde kamers nemen kennis van de geschillen over de zaken voorzien in de artikelen 581 en 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 augustus 2007, neemt alleen de zevende kamer kennis, zowel voor de afdeling te Nijvel als voor deze te Waver, van de geschillen over de zaken genoemd in Titel IV van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek (artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek).
Onder voorbehoud van het vorige lid nemen de zevende en achtste kamers kennis, elk voor de afdeling die hen betreft, van alle geschillen die onder de bevoegdheid vallen van de arbeidsgerechten en die voor een kamer met één rechter moeten gebracht worden.
Ieder kamer neemt bovendien kennis, rekening houdend met haar samenstelling en haar materiële bevoegdheid zoals bepaald bij huidig koninklijk besluit, en overeenkomstig de verdeling gedaan door de voorzitter van de rechtbank : a) van zaken die zouden berusten op bepalingen tot wijziging of tot aanvulling van de artikelen 578 tot 583 van hetzelfde Wetboek;b) van zaken waarvan de arbeidsgerechten kennis nemen krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende aangelegenheden niet genoemd in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze zaken worden ingeleid voor de eerste en tweede kamers.
Zittingsdagen
Art. 4.- De eerste kamer houdt zitting op de 1e, 2e, 3e en 4e donderdag van de maand; - de tweede kamer houdt zitting op de 1e, 2e, 3e en 4e dinsdag van de maand; - de derde kamer houdt zitting op de 1e, 2e, 3e en 4e dinsdag van de maand; - de vierde kamer houdt zitting op de 1e, 2e, 3e en 4e vrijdag van de maand; - de vijfde kamer houdt zitting op de 1e maandag van de maand; - de zesde kamer houdt zitting op de 2e maandag van de maand; - de 7e en 8e kamers houden zitting op de 1e, 2e, 3e en 4e maandag en donderdag van elke maand.
De kamers 1 tot 6 houden zitting om 14 u. 30 m.
De kamers 7 en 8 houden zitting om 9 uur.
De zittingen in kort geding en die waarop de procedureregels van het kort geding van toepassing zijn, evenals de procedures voorzien in de artikelen 587bis en 587ter van het Gerechtelijk Wetboek worden gehouden : - bij de afdeling te Nijvel : op donderdag om 14 uur; - bij de afdeling te Waver : op dinsdag om 14 uur.
De voorzitter van de rechtbank kan evenwel toestaan dat gepleit wordt op de andere dagen en uren die hij bepaalt.
Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op de zittingsdagen van de eerste en tweede kamer, naargelang de afdeling, om 14 u. 15 m.
Inleidingen
Art. 5.De inleidingen op verzoek of vrijwillige verschijning geschieden, voor de zaken die tot de bevoegdheden van kamers 3 tot 8 behoren, op even welke zitting gehouden door deze kamers.
De inleidingen bij deurwaardersexploot geschieden, voor de zaken behorend tot de bevoegdheden van de 3e, 4e, 5e en 6e kamers, uitsluitend op : - de 1e maandag van iedere maand voor de 5e kamer; - de 2e maandag van iedere maand voor de 6e kamer; - de 1e dinsdag van iedere maand voor de 3e kamer, - de 1e vrijdag van iedere maand voor de 4e kamer.
De inleidingen voor de 1e en 2e kamer geschieden uitsluitend, ongeacht de inleidingwijze, bij de eerste maandelijkse zitting van elke betrokken kamer, hetzij de 1e donderdag van elke maand voor de 1e kamer en de 1e dinsdag van elke maand voor de 2e kamer.
Bij deze zitting neemt de kamer kennis van gezamenlijke aanvragen van verwijzing van de zaak naar de rol, verzoekschriften van instaatstelling van de zaak in toepassing van artikel 747 van het Gerechtelijk Wetboek, van korte debatten in de zin van artikel 735 van hetzelfde Wetboek, van vonnissen bij verstek, van akkoordvonnissen en van verzoekschriften bij minnelijke schikking.
Afwijkingen naar gelang de behoeften van de dienst
Art. 6.§ 1. De kamers kunnen, naargelang van de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden waarvan zij zelf de dag en het uur bepalen in overleg met de voorzitter van de rechtbank. § 2. Indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen : - beslissen dat één of meerdere kamers extra zittingen zullen houden waarvan hij de dag en het uur bepaalt; - tijdelijk het aantal en de bevoegdheden van de kamers wijzigen, evenals de dagen en de uren van de zittingen van de pleidooien.
Art. 7.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, de dag en het uur van de vakantiezittingen en wijst de magistraten aan die zitting zullen nemen.
De voorzitter kan te allen tijde in het belang van de dienst de dienstregeling van de vakantiezittingen wijzigen.
Openbaarheid van de wijzigende bepalingen
Art. 8.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank op grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek en van dit reglement neemt, worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt en wordt ervan onmiddellijk kennis gegeven aan de eerste voorzitter van het arbeidshof, de arbeidsauditeur en hoofdgriffier van de rechtbank.
Opheffende bepaling
Art. 9.Het koninklijk besluit van 20 augustus 1985 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Nijvel, wordt opgeheven.
Inwerkingtreding
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008.
Art. 11.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk worden, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juni 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET