gepubliceerd op 18 september 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, ter uitvoering van het op 11 juni 2007 gesloten protocol akkoord
30 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, ter uitvoering van het op 11 juni 2007 gesloten protocol akkoord (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, ter uitvoering van het op 11 juni 2007 gesloten protocol akkoord.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Vertaling Bijlage Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 Uitvoering van het op 11 juni 2007 gesloten protocol akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2008 onder het nummer 86639/CO/120.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen van het administratief arrondissement Verviers en op alle werklieden en werksters die er tewerkgesteld zijn en die vallen onder de bevoegdheid van het autonoom Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers. HOOFDSTUK II. - Financieel evenwicht van de sociale fondsen
Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 1975 ter coördinering van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers worden de reële en de baremalonen met 1 pct. verhoogd op het ogenblik waarop de lonen aan de indexschijf 105,894 - 108,010 (basis 2004 = 100) worden gekoppeld in toepassing van de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De latere indexeringen zullen integraal in de lonen worden doorberekend.
Art. 3.Van het in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde ogenblik warrop de lonen aan de indexschijf 105,894 - 101,010 (basis 2004 = 100) worden gekoppeld, wordt de in hoofdstuk VI, artikel 16, littera I van de statuten van het "Fonds de Sécurité d'Existence de l'Industrie Textile de l'arrondissement administratif de Verviers" bedoelde werkgeversbijdrage verhoogd met 1 pct. en zal dus 1,5 pct. naar 2,35 pct. gaan tot 31 december 2008.
Op 1 januari 2009 zal de bijdrage verhoogd worden met 0,67 pct. en dus 3,02 bedragen.
De concrete inningswijze van voornoemde bijdrage worden door de gecoördineerde statuten van het "Fonds de Sécurité d'Existence de l'Industrie Textile de l'arrondissement administratif de Verviers" HOOFDSTUK III. - Conventioneel brugpensioen
Art. 4.Het stelsel van aanvullende vergoeding voor oudere werknemers bij ontslag, bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1981, respectievelijk verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 3 februari 1986 tot 31 december 1989, van 20 maart 1989 tot 31 december 1990, van 9 april 1991 tot 31 december 1992, van 4 mei 1993 tot 31 december 1994, van 27 maart 1995 tot 30 juni 1995, van 23 juni 1995 en 4 december 1995 tot 31 december 1996, van 26 mei 1997 tot 31 december 1998, van 18 juni 1999 tot 31 december 2000, van 18 juni 2001 tot 31 december 2002, van 20 juni 2003 tot 30 juni 2005, van 19 augustus 2005 tot 31 december 2007, wordt verlengd tot 31 december 2010 onder de in artikel 5 hierna bepaalde voorwaarden.
Art. 5.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact en betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen bij conventioneel brugpensioen wordt de leeftijd waarop men brugpensioen kan genieten vanaf 1 januari 2008 op 60 jaar vastgesteld.
Buiten de anciënniteitsvoorwaarden die door voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten worden bepaald, hetzij een beroepsloopbaan van 30 jaar voor mannen en van 26 jaar voor vrouwen, moeten de arbeid(st)ers aan een van volgende anciënniteitsvoorwaarden voldoen om conventioneel brugpensioen te kunnen genieten : - ofwel 15 jaren loonarbeid in de sectoren textiel, breiwerk, kleding, confectie en/of vlasbereiding, - ofwel 5 jaren loonarbeid in de sectoren textiel, breiwerk, kleding, confectie en/of vlasbereiding in de loop van de laatste tien jaar, waarvan minstens 1 jaar in de loop van de laatste twee jaar.
Voor wat betreft de gelijkschakeling met arbeidsdagen wordt eveneens verwezen naar artikel 2, § 1 van voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten.
Art. 6.Voor de arbeid(st)ers die op brugpensioen vertrekken tijdens de jaren 2008, 2009 en 2010 wordt de aanvullende vergoeding betaald door het "Fonds de Sécurité d'Existence de l'Industrie textile de l'arrondissement administratif de Verviers" (PSC 120.01).
Bovendien worden de bijzondere bijdragen ten laste van de werkgever die door artikels 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/1989 pub. 14/11/2011 numac 2011000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Programmawet sluiten en artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en hun uitvoeringsbeslutien, worden opgelegd, ten laste genomen door het "Fonds de Sécurité d'Existence de l'industrie textile de l'arrondissement administratif de Verviers".
Art. 7.De bijdrage waarvan sprake in artikel 16, van de gecoördineerde statuten van het "Fonds de sécurité d'exsitence de l'industrie textiele de l'arrondissement administratif de Verviers" blijft onveranderd behouden op 1,35 pct. tot de eerstvolgende indexering, zoals bepaald in artikel 2, § 1.
Vanaf dat ogenblik wordt de bijdrage van 1,35 pct. opgetrokken tot 2,35 pct. tot 31 december 2008.
Vanaf 1 januari 2009 wordt de bijdrage verhoogd met 0,67 pct. en zal dus 3,02 pct. bedragen.
Art. 8.De verplichtingen die uit dit stelsel voortkomen maken het voorwerp uit van een aparte collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Conventioneel brugpensioen voor werknemers bij nachtarbeid
Art. 9.Er wordt overeengekomen een stelsel van aanvullende vergoeding in te voeren voor sommige oudere werknemers wanneer zij ontslagen worden, vanaf 1 januari 2008, voor de werknemers met nachtarbeid die minstens 56 jaar ouder zijn.
Die werknemers dienen aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden te voldoen die de toegang tot het bijzondere stelsel van conventioneel brugpensioen regelen, alsook aan de anciënniteitsvoorwaarde die in artikel 5, littera b hierboven werd bepaald.
Art. 10.Voor voornoemde werknemer die tot het brugpensioenstelsel toetreden in de loop van het jaar 2008 wordt de aanvullende vergoeding betaald door het "Fonds de sécurité d'exsitence de l'industrie textiele de l'arrondissement administratif de Verviers".
Bovendien worden de bijzondere bijdragen ten laste van de werkgever die door artikels 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/1989 pub. 14/11/2011 numac 2011000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Programmawet sluiten en artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en hun uitvoeringsbesluiten, worden opgelegd, ten laste genomen door het "Fonds de sécurité d'exsitence de l'industrie textiele de l'arrondissement administratif de Verviers".
Art. 11.De verplichtingen die uit dit stelsel voortkomen maken het voorwerp uit van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 12.De in het raam van het conventioneel brugpensioen voor de arbeid(st)ers toegekende aanvullende vergoeding waarvan het bruto bedrag lager is dan 99,16 EUR per maand, wordt verhoogd tot 99,16 EUR per maand. Deze verhoging mag evenwel niet als gevolg hebben dat het totale bruto maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen de drempel die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de aan de Rijksdienst voor Pensioenen te storten persoonlijke inhouding van de werknemer zonder gezinslast overschreden wordt.
Art. 13.De beslissing van het paritair subcomité van 20 juni 2003 betreffende de overgang van de stelsels van vervroegd (bedrijfs)pensioen naar het brugpensioenstelsel wordt tot 31 december 2010 verlengd. HOOFDSTUK V. - Halftijds brugpensioen
Art. 14.Er wordt een stelsel van halftijds brugpensioen ingevoerd, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers ingeval van halvering van de arbeidsprestaties.
De minimumleeftijd om tot het halftijds brugpensioen toe te treden wordt op 56 jaar bepaald.
Voor de arbeid(st)ers die van 1 januari 2008 tot 31 december 2008 tot het halftijds brugpensioenstelsel toetreden wordt de aanvullende vergoeding betaald door het "Fonds de sécurité d'exsitence pour les ouvriers(ières) de l'industrie textile de l'arrondissement administratif de Verviers".
Het fonds neemt eveneens de kosten van de eventuele hoofdelijke bijdrage ten laste en verzorgt de administratieve formaliteiten.
De bijzondere regels worden vastgelegd in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Fonds voor bestaanszekerheid
Art. 15.A. Het bedrag van de aanvullende vergoeding die wordt toegekend in geval van gedeeltelijke werkloosheid, waarvan sprake in artikel 11 van de gecoördineerde statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise" wordt vastgesteld op 5,5 EUR per dag vanaf 1 juni 2007 en verhoogd tot 6 EUR per dag vanaf 1 januari 2008.
B. Bij ontslag ten gevolge van een bedrijfssluiting of -herstructurering wordt de aanvullende werkloosheidsuitkering, die sedert 1 juni 2003 was vastgesteld op 2,50 EUR per dag, waarvan sprake in artikels 12 tot 15 van de gecoördineerde statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise", voor de duur van de periode die door deze collectieve arbeidsovereenkomst gedekt wordt, toegekend gedurende het hierna vermelde maximumaantal maanden : - arbeid(st)ers van minder dan 30 jaar : 12 maanden; - arbeid(st)ers van 30 jaar tot minder dan 40 jaar : 18 maanden; - arbeid(st)ers van 40 jaar tot minder dan 50 jaar : 60 maanden; - arbeid(st)ers van minstens 50 jaar op het ogenblik van het ontslag : 100 maanden.
C. Voor de langdurig zieke arbeid(st)ers die worden ontslagen voor een andere dan dringende reden blijft de aanvullende vergoeding sedert 1 juni 2003 vastgesteld op 2,50 Eur per dag.
Art. 16.Een aanvullende werkloosheidsuitkering van 3,72 EUR per dag wordt toegekend aan de arbeid(st)er die in 2007-2010 om gelijk welke reden tenzij dringende ontslagen wordt en op het ogenblik waarop zijn contract een einde neemt minstens 54 jaar is, tot aan de wettelijke pensioenleeftijd.
De arbeid(st)er dient 40 jaar beroepsloopbaan te bewijzen, waarvan 20 jaar in de textielsector en volledig uitkeringsgerechtigd werkloze zijn. Deze vergoeding kan niet gecumuleerd worden met het conventioneel brugpensioenstelsel, noch met het wettelijk pensioen.
Art. 17.De bedrijvigheidsvergoeding waarvan sprake in artikels 22 tot 24 van de gecoördineerde statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise" wordt sedert 1 januari 1999 jaarlijks toegekend voor de Duitstalige ondernemingen en halfjaarlijks aan de andere ondernemingen. Vanaf 2007 wordt het bedrag van de jaarlijkse vergoeding verhoogd tot 128 EUR. Bij ontslag, behalve om dringende reden, wordt de vergoeding toegekend gedurende 5 jaar na het jaar tijdens hetwelk het ontslag plaatshad, behalve wanneer de werknemer een andere activiteit heeft opgenomen.
Aan de bruggepensioneerden waarvan sprake in hoofdstukken III en IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de bedrijvigheidsvergoeding toegekend tot de pensioenleeftijd, zonder dat lager mag zijn dan wat hun wordt toegekend overeenkomstig de bestaande statutaire bepalingen vn het "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise".
Art. 18.Het basisbedrag dat dient voor de berekening van het bijkomend vakantiegeld waarvan sprake in artikels 27 tot 31 van de gecoördineerde statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise", wordt voor de jaren 2007 en 2008 vastgesteld op 7,41 EUR per gewerkte dag, met inbegrip van de dagen betaald educatief verlof en vakbondsopleiding, en voor de jaren 2009 en 2010 op 3,99 EUR per gelijkgestelde dag, zoals bepaald in artikel 19 hierna.
Art. 19.Voor de berekening van het bijkomend vakantiegeld waarvan sprake in artikel 18 worden als gelijkgestelde dagen beschouwd : - dertig dagen economische werkloosheid per werknemer per jaar; - de eerste 270 werkdagen tijdens dewelke het arbeidscontract wordt opgeschort wegens ziekte; - de dagen bevallingsrust.
Art. 20.Het percentage van de bijdrage die driemaandelijks verschuldigd is door het geheel van de werkgevers die onderworpen zijn aan het "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise" waarvan sprake in artikel 55 van de gecoördineerde statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds d'assurance complémentaire de l'industrie textile verviétoise" blijft behouden op 12,18 pct. tot 31 december 2010.
Art. 21.De vermindering met 0,70 pct. van de bijdrage aan de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales" wordt verlengd voor de periode van 1 februari 2007 tot 31 december 2010.
De vermindering met 0,62 pct. voor het "Fonds d'assurrance complémentaire" wordt verlengd voor de periode van 1 februari 2007 tot 31 december 2010.
Art. 22.De werkgevers die door deze collectieve arbeidsovereenkomst gebonden zijn verbinden zich ertoe maatregelen te nemen om de sociale fondsen waarvan sprake in artikels 20 en 21 hierboven van bijkomende fondsen te voorzien bij buitengewone vermindering van hun reserves.
Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat eventuele inbreng van liquide middelen niet in de in het raam van het volgende akkoord 2011-2012 te onderhandelen loonnorm zal verrekend worden.
De evolutie van de reserves zal tijdens het eerste kwartaal van elk kalenderjaar onderzocht worden, met ingang van 2008. Het refertebedrag is het bedrag in reserve op 31 december 2006.
Art. 23.§ 1. Onder bovenmatige vermindering van reserves die behoudende maatregelen vergt wordt verstaan : een gemiddelde vermindering van meer dan 5 pct. gedurende de laatste zes maanden; de absolute drempel die een automatische herfinanciering ter stabilisering teweegbrengt is daarbij een vermindering van 50 pct. ten opzichte van 31 december 2006. § 2. De punten betreffende de sociale fondsen en de bijbehorende bijdragen moeten het voorwerp uitmaken van een goedkeuring door het beheerscomité van de fondsen. HOOFDSTUK VII. - Tewerkstellingsmaatregelen
Art. 24.Volgende maatregelen worden genomen ter bevordering van de tewerkstelling : - verlenging van de tewerkstellingsverplichtingen; - toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad; - halftijds brugpensioen.
Tewerkstellingsverbintenissen
Art. 25.De verbintenissen inzake tewerkstelling die bepaald werden in artikel 4 tot 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 18 november 1988, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 augustus 1989, vervolledigd en verlengd voor de jaren 1991-1992 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 april 1991 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 1991-1992, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juli 1991, vervolledigd en verlengd voor de jaren 1993-1994 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1993 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 1993-1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 januari 1994, verlengd voor de jaren 1995-1996 door artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1995 en 4 december 1995 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 1995-1996, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 juli 1996, verlengd voor de jaren 1999-2000 door artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, verlengd voor de jaren 2001-2002 door artikel 24 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001, verlengd voor de jaren 2003-2004 door artikel 24 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, verlengd voor de jaren 2005-2006 door artikel 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 augustus 2005, blijven gelden voor de jaren 2007 tot 2010, ongeacht evenwel de toepassing van het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen bij conventioneel brugpensioen.
De tewerkstellingsverbintenissen die voortkomen uit het paritair commentaar betreffende de bepalingen inzake tewerkstelling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1993 worden eveneens verlengd voor de jaren 2007 tot 2010.
Art. 26.De verlenging van de tewerkstellingverbintenissen voor 4 jaar, waarvan hierboven sprake, behelst volgende beginselen : Verbod op ontslagen wegens economische of technische redenen. Van dit beginsel kan afgeweken worden overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989.
De arbeid(st)er die op grond van de geldende sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het brugpensioen werd gesteld, dient vervangen overeenkomstig artikel 9 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989. Van deze verplichting kan worden afgeweken op grond van artikels 10 en 11 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989 en mits naleving van de wettelijke bepalingen inzake vervangingsplicht van bruggepensioneerden.
De arbeid(st)er die wordt ontslagen om andere redenen dan die welke onder litterea a) en b) hierboven worden opgesomd moet binnen de maand die volgt op het einde van de opzeggingstermijn vervangen worden, of, bij ontstentenis van een opzeggingstermijn, binnen de maand die volgt op het einde van het contract. Van deze verplichting kan eveneens worden afgeweken overeenkomstig de bepalingen ter zake in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989.
Bij herstructurering van een onderneming zullen de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake arbeidsherverdeling in gunstige zin geïnterpreteerd worden.
Toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale Arbeidsraad
Art. 27.Overeenkomstig de mogelijkheden die door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale Arbeidsraad, die collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001, invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, worden geboden komen de partijen overeen volgende, door artikels 28 tot 33 hierna bepaalde afwijkingen te behouden.
Art. 28.In uitvoering van artikel 2, § 3 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de arbeid(st)ers die in overbruggingsploegen en halfoverbruggingsploegen zijn tewerkgesteld, wordt de toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis beperkt tot het tijdskredietstelsel onder vorm van een volledige opschorting van de arbeidsprestaties.
Er wordt bovendien overeengekomen dat het niet mogelijk is op ondernemingsvlak andere uitsluitingen uit het toepassingsgebied van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis overeen te komen.
Art. 29.In uitvoering van artikel 3, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis blijft de duur van de uitoefening van het recht op tijdskrediet op vijf jaar behouden over het geheel van de beroepsloopbaan.
De opname van tijdskrediet na uitputting van het eerste jaar dient te gebeuren per perioden van twaalf maanden. Het is niet mogelijk daarvan op ondernemingsvlak af te wijken.
Art. 30.In uitvoering van artikel 6, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt het recht op loopbaanvermindering met 1/5 aan de ploegenarbeid(st)ers toegekend a rato van een dag per week of gelijkwaardig. Er worden geen halve dagen toegekend.
Art. 31.In uitvoering van artikel 9, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt het recht op vermindering van de arbeidsprestaties voor arbeid(st)ers van 50 jaar en ouder in ploegenarbeid toegekend a rato van een dag per week of gelijkwaardig.
Er worden geen halve dagen toegekend aan ploegenarbeid(st)ers.
Art. 32.Voor de toepassing van artikel 15, § 5, 1ste lid van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis worden de woorden "met een eenheid" vervangen door "met twee eenheden".
Art. 33.In uitvoering van artikel 15, § 7 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis komen de partijen overeen de drempel waarvan sprake in artikel 15, § 1 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst niet te wijzigen.
De drempel kan worden verhoogd op ondernemingsvlak : - ofwel op initiatief van de werkgever; - ofwel op met redenen omklede vraag van de werknemers of hun vertegenwoordigers, waarop de werkgever al dan niet zijn met redenen omkleed akkoord geeft. De partijen dienen zich naar dat akkoord te schikken. HOOFDSTUK VIII. - Opleiding
Art. 34.De sector levert een bijkomende inspanning inzake opleiding.
Die bijkomende inspanning wordt verwezenlijkt met een sectorbijdrage van 0,10 pct. op de lonen gedurende de jaren 2007 tot 2010.
Ze levert de sector zijn bijdrage tot de uitvoering van de verbintenis tot bijkomende inspanning inzake voortdurende scholing teneinde België op weg te zetten om na zes jaar het gemiddeld peil van de drie omringende landen te halen, het is te zeggen van 1,2 pct. naar 1,9 pct. van de loonkost. Deze bijdrage van 0,10 pct. zal worden gebruikt in het raam van de opleidingsplannen en het trekkingsrecht. Een collectieve arbeidsovereenkomst zal dienaangaande afgesloten worden.
Overigens verlengt de sector eveneens de inspanning van 0,20 pct. voor de opleiding van risicogroepen. Een bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst zal dienaangaande worden afgesloten.
Bijgevolg zal ten laste van de werkgevers voor de jaren 2007 tot 2010 een globale bijdrage van 0,30 pct. geïnd worden ten voordele van de opleiding.
Art. 35.Inzake opleiding worden zo spoedig mogelijk maatregelen genomen om de voorschriften van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 na te komen. HOOFDSTUK IX. - Onderzoek en ontwikkeling
Art. 36.Inzake onderzoek en ontwikkeling zal voor het einde van het jaar een intentieverklaring opgesteld en ondertekend worden door de sociale partners. HOOFDSTUK X. - Maaltijdcheques
Art. 37.Vanaf 1 juni 2007 worden maaltijdcheques ingevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeid(st)ers.
Betreffende de toekenning van die maaltijdcheques zullen de ondertekenende partijen een collectieve arbeidsovereenkomst afsluiten die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 38.In de ondernemingen die reeds maaltijdcheques toekenden, al dan niet ter hoogte van het maximumbedrag, zal een gelijkwaardig voordeel worden toegekend op ondernemingsvlak. Die voordelen zullen kostenneutraal zijn ten opzichte van de algemene sectorale regeling inzake maaltijdcheques zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 betreffende de toekenning van maaltijdcheques.
De toekenning van de maaltijdcheques wordt als volgt geprogrammeerd : 2,50 EUR per gewerkte dag vanaf 1 juni 2007, 3,40 EUR per gewerkte dag vanaf 1 oktober 2008 en 4,20 EUR per gewerkte dag vanaf 1 april 2010. HOOFDSTUK XI. - Beroepenindeling
Art. 39.De nieuwe beroepenindeling moet ten laatste een maand na de ondertekening van deze overeenkomst afgewerkt zijn.
De rol van de vrijgestelden zal duidelijk omschreven worden in het raam van een paritair akkoord dat later zal onderhandeld worden. HOOFDSTUK XII. - Uitzendarbeid
Art. 40.De ondertekenende partijen behouden de bepalingen van artikel 25 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989 dat bepaalt dat er voor de ondernemingen die herstructureringen hebben moeten uitvoeren van 1997 tot 2010, bij nieuwe aanwervingen de voorkeur zal gegeven worden aan ontslagen arbeid(st)ers. Er wordt de werkgevers aanbevolgen de bijkomende inzet van uitzendkrachten te gebruiken als een weg naar aanwerving door de voorkeur te geven aan contracten van bepaalde duur. HOOFDSTUK XIII. - Sociaal overleg in de K.M.O.'s
Art. 41.Bij afwezigheid van een vakbondsafvaardiging in de onderneming en op vraag van de meest gerede partij zullen alle onopgelost problemen waarvoor de vakbondsafvaardiging bevoegd is besproken worden door het gewestelijk paritair contactcomité. HOOFDSTUK XIV. - Vakbondsopleiding
Art. 42.§ 1. De vakbondsorganisaties verbinden zich ertoe vooraf schriftelijk de jaarplanning van hun vakbondsopleiding mee te delen vóór 15 december voor het daaropvolgende jaar. § 2. De verwittigingstermijn van drie maanden, zoals bepaald door artikel 2, c) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 1975, wordt teruggebracht tot één maand. HOOFDSTUK XV. - Klein verlet
Art. 43.Bij overlijden van een partner of kind van de arbeid(st)er of van een kind van de partner van de arbeid(st)er blijven de drie wettelijke dagen klein verlet vastgesteld op vier dagen. HOOFDSTUK XVI. - Anciënniteit
Art. 44.De bepalingen van artikel 48 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001 betreffende de toekenning van een of meer dagen betaald verlof worden verlengd alsook de praktische toepassingswijzen.
Voor de toekenning van een anciënniteitsverlofdag blijft, bij ontslag van een arbeid(st)er wegens herstructurering ingevolge sluiting of faling, zoals bepaald in artikel 9 van het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de werkloosheid, de bij de ontslaande werkgever verworven anciënniteit behouden voor zover de arbeid(st)er binnen de zes maanden (182 kalenderdagen) volgend op de dag waarop zijn/haar dienstbetrekking bij zijn/haar vorige werkgever een einde nam, in dienst van een andere werkgever van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers treedt. Deze bepaling slaat enkel op de ondernemingen die sedert 1 januari 1999 in faling zijn gegaan. HOOFDSTUK XVII. - Toenadering arbeid(st)ers- en bediendenstatuten - carenzdag
Art. 45.Vanaf het ogenblik waarop de arbeid(st)er vijf jaar ononderbroken anciënniteit bereikt binnen de onderneming en vanaf het begin van zijn arbeidsongeschiktheid zal de eerste carenzdag per kalenderjaar, zoals omschreven in artikel 52, § 1, 2de lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, gedekt door een bezoldiging, dit wil zeggen het normale loon dat de arbeid(st)er ontvangen zou hebben indien hij/zij die dag zou gewerkt hebben. HOOFDSTUK XVIII. - Outplacement
Art. 46.Ongeacht collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van de Nationale Arbeidsraad van 10 juli 2002 hebben de arbeid(st)ers jonger dan 45 jaar op het ogenblik van hun ontslag recht op een outplacementsvergoeding van 1 000 EUR per arbeid(st)er, in mindering te brengen van het bedrag van de eventuele sociale begeleiding.
Deze bepaling is enkel van toepassing ingeval er geen reconversiecel werd opgericht. HOOFDSTUK XIX. - Geldigheidsduur van de overeenkomst en verbintenissen van de ondertekenende partijen
Art. 47.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010, met uitzondering van de in artikels 4 tot en met 14 bepaalde brugpensioenstelsels, die van toepassing zijn van 1 januari 2008 tot 31 december 2010, voor wat betreft het conventioneel brugpensioen (de partijen zullen in 2009 opnieuw samenkomen om die brugpensioenstelsels te verlengen tot 31 december 2011 indien de wetgeving het toelaat) en gedurende de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2008 voor het brugpensioen bij nachtarbeid en voor halftijds brugpensioen.
Zij stelt het geheel van de nieuwe voordelen vast die van toepassing zijn gedurende de hele voornoemde tijdspanne.
Bijgevolg verzekeren de ondertekenende partijen gedurende deze tijdspanne de verbintenissen inzake arbeidsvrede en productiviteitsgroei, wat inhoudt dat : a) gedurende de hele geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de vakbonds- en werkgeversorganisaties zich borg voor de arbeidsvrede in de ondernemingen alsook voor de daadwerkelijke medewerking van het personeel in de uitvoering van de maatregelen in toepassing van de paritair aangenomen bepalingen, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe productiewerktuigen en machines als voor de wijziging van arbeidsmethoden;b) het geheel van de bepalingen die de arbeidsvoorwaarden regelen kan in geen geval invraag worden gesteld door de vakbondsorganisaties, de werknemers, de werkgeversorganisatie of de werknemers. De vakbondsorganisaties en de werknemers verbinden zich ertoe noch op nationaal vlak, noch op gewestelijk vlak, noch op ondernemingsvlak enige eis te stellen en onthouden zich van het uitlokken of in gang zetten van enig conflict, op welke wijze of op welk niveau ook.
Wanneer problemen ontstaan op het vlak van de sectoren of van de onderneming is het gebruikelijk een paritaire verzoening naar voor te schuiven en, indien nodig, het probleem formeel op de agenda van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité te plaatsen.
Art. 48.Bovengenoemde verbintenissen inzake arbeidsvrede vallen onder de toepassing van de bepalingen die ter zake door de ondertekenende partijen werden opgesteld in het nationaal protocol van 26 juni 1969.
Art. 49.Bij ontbreken van een nationaal akkoord (Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk) op 15 april 2011 zullen de onderhandelingen voor het sectoraal akkoord 2011-2012 onmiddellijk starten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers.
Art. 50.De bepalingen van artikel 2 en 7, die voor onbeperkte duur toepasselijk zijn, kunnen opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief ter kennis gebracht van de voorzitter van het paritair subcomité van de andere ondertekende partijen.
Art. 51.De partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend verklaard zou worden bij koninklijk besluit.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, J. MILQUET