Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 juli 2008
gepubliceerd op 24 september 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige en welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding aan bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013161
pub.
24/09/2008
prom.
30/07/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige en welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding aan bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag (58 jaar) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige en welzijns- en gezondheidssector;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige en welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding aan bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag (58 jaar), met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige en welzijns- en gezondheidssector Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2007 Toekenning van een aanvullende vergoeding aan bepaalde oudere werknemers in geval van ontslag (58 jaar) (Overeenkomst geregistreerd op 11 februari 2008 onder het nummer 86814/CO/332)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de instellingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijnssector vallen.

Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is echter niet van toepassing op de werkgevers die reeds gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het conventioneel brugpensioen voor de leeftijd van 58 jaar.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 afgesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen en van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werknemers die beschikken over een arbeidscontract en voor zover zij werkloosheidsuitkeringen genieten en voldoen aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden zoals zij bepaald worden in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.

Art. 4.De regels van dat conventioneel brugpensioen zijn van toepassing op de werknemers van 58 jaar en ouder die worden ontslagen volgens de bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad bepaalde overlegprocedure, behalve in geval van dringende reden.

De datum die in aanmerking genomen wordt voor het bepalen van de leftijds- en anciënniteitsvoorwaarden is die waarop het arbeidscontract werkelijk een einde neemt.

De opzeggingstermijnen zijn die welke bepaald worden overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 5.De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever bedraagt de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkeringen.

Het laatste volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad berekend en geplafonneerd brutomaandloon dient als refertemaand voor de bepaling van het laatste nettoreferteloon.

Het laatste brutomaandloon omvat enerzijds het loon van de kalendermaand die aan het einde van het arbeidscontract voorafgaat en, anderzijds, 1/12e van de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn met de door de werknemer geleverde arbeidsprestaties en waarop socialezekerheidsinhoudingen gebeuren, en waarvan de periodiciteit een maand niet overschrijdt, en 1/12e van het dubbel vakantiegeld, van de eindejaarspremie en van de attractiviteitspremie.

Bij het bepalen van het laatste brutomaandloon verstaat men : - onder gemiddelde premie voor bedienden : het gemiddelde van de premies van de laatste twaalf maanden; - onder maandloon voor arbeiders : het gemiddeld loon berekend over een kwartaal, premies inbegrepen; - in geval van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een viervijde of halftijdse betrekking, loopbaanonderbreking of halftijds brugpensioen : het in aanmerking te nemen brutomaandloon is dat wat overeenstemt met het loon van het vroeger arbeidsduurstelsel.

In elk geval is deze aanvullende vergoeding de maximale bijdrage ten laste van de werkgever voor wat deze overeenkomst betreft.

De wettelijke inhoudingen worden desgevallend, voor wat deze overeenkomst betreft, afgehouden van die aanvullende vergoeding en vallen steeds ten laste van de werknemer.

Art. 6.De aanvullende vergoeding wordt maandelijks aan de betrokken werknemers uitbetaald tot wanneer het wettelijk pensioen ingaat (behalve wanneer de werknemer in tussentijd overlijdt).

De aanvullende vergoeding wordt aan de index gekoppeld volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 7.In toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 en van artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 wordt de werknemers van minder dan 60 jaar vervangen door een uitkeringsgerechtigde werkloze. De vervangingsplicht geldt tenminste voor een tijdspanne van 36 maanden. De vervanging dient niet noodzakelijk te gebeuren in dezelfde functie of dezelfde dienst als die van de bruggepensioneerde werknemer.

In toepassing van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 7 december 1992 en van artikel 9, § 1, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 kan een ontheffing van de vervangingsplicht verleend worden door de directeur van het bevoegd werkloosheidsbureau.

Art. 8.Voor al wat niet uitdrukkelijk in deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen is zijn de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 van toepassing alsook alle ter zake toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, te weten inzonderheid de bepalingen van de koninklijke besluiten van 7 december 1992 en van 3 mei 2007.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij treedt in werking op 1 januari 2008 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^