gepubliceerd op 02 oktober 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende het Nationaal Akkoord 2007-2008
30 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende het Nationaal Akkoord 2007-2008 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2007 Nationaal akkoord 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83811/CO/142.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder « arbeiders » verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Inkomenszekerheid
Art. 2.Koopkracht Afdeling 1. - Indexering
Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de reële index volgens de formule « sociale index » (= 4-maandelijks gemiddelde) december van het voorgaande kalenderjaar tegenover december van het kalenderjaar daarvoor. Afdeling 2. - Verhoging van de minimumuurlonen en de effectieve
uurlonen - Op 1 november 2007 worden alle lonen verhoogd met 0,7 pct. - Op 1 mei 2008 worden alle lonen verhoogd met het saldo van 4,9 pct. verminderd met de som van de reële index op 1 januari 2007, de loonsverhoging van 0,7 pct. op 1 november 2007 en de reële index op 1 januari 2008.
Indien dit saldo negatief is, wordt er geen loonsverhoging toegepast.
Deze saldoformule dient als uitzonderlijk en éénmalig te worden beschouwd.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 23 juni 2005zall vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Partijen engageren zich de bestaande functieclassificatie te actualiseren en een procedure bij betwisting uit te werken.
Art. 3.Eindejaarspremie Het aantal gelijkgestelde dagen in geval van ongeval of ziekte wordt begrensd tot 60 dagen, voor zover de arbeidsongeschiktheid een ononderbroken duur van ten minste één maand heeft.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 23 juni 2005 zal vanaf 1 december 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Het vaderschapsverlof dient te worden geïntegreerd in artikel 7, punt 3).
Art. 4.Sociaal fonds § 1. Vanaf 1 januari 2008 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexering op 1 januari 2006 en op 1 januari 2007 (de sociale index van de maand december van het voorgaande kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand december van het kalenderjaar daarvoor).
Door deze berekening met name 2,08 pct. op 1 januari 2006 en 1,85 pct. op 1 januari 2007 worden de aanvullende vergoedingen met 3,97 pct. geïndexeerd.
Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 januari 2008 als volgt verhoogd : - Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid, bij volledige werkloosheid, voor oudere werklozen en oudere zieken : - 5,38 EUR per werkloosheidsuitkering; - 2,69 EUR per halve werkloosheidsuitkering.
Aanvullende vergoedingen bij ziekte : - 58,89 EUR na 60 dagen; - 80,13 EUR na 120 dagen; - 104,06 EUR bij een langere ziekteperiode. § 2. Vanaf 1 januari 2008 wordt de minimumleeftijd voor oudere zieken van 55 jaar op 53 jaar gebracht, mits 5 jaar anciënniteit in de sector.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 23 juni 2005 zal vanaf 1 januari 2008 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst te worden aangepast om uitvoering te geven aan het generatiepact.
Art. 5.Sectoraal pensioenfonds Vanaf 1 januari 2008 wordt de bijdrage van 0,7 pct. van de brutobezoldigingen van de arbeiders voor het sectoraal pensioenstelsel verhoogd met 1,2 pct..
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 inzake het sectoraal pensioenstelsel zal vanaf 1 januari 2008 in die zin voor onbepaalde duur worden aangepast.
Art. 6.Anciënniteitstoeslag Vanaf 1 oktober 2007 wordt aan arbeiders met volgende anciënniteit in de onderneming een anciënniteitstoeslag op het uurloon toegekend, met name - na 10 jaar anciënniteit in de onderneming wordt een ancïenniteitstoeslag toegekend van 0,05 EUR; - na 20 jaar anciënniteit in de onderneming wordt een bijkomende ancïenniteitstoeslag toegekend van 0,05 EUR; - na 30 jaar anciënniteit in de onderneming wordt een bijkomende ancïenniteitstoeslag toegekend van 0,05 EUR. Hierdoor wordt vanaf 1 oktober 2007 voor een arbeider met 20 jaar of meer anciënniteit in de onderneming een anciënniteitstoeslag toegekend van 0,10 EUR/uur en voor een arbeider met 30 jaar of meer anciënniteit van 0,15 EUR/uur.
Deze forfaitaire verhoging wordt toegekend de maand volgend op de maand waarin hogervermelde anciënniteit bereikt werd. Voor de berekening van de anciënniteit, wordt rekening gehouden met de datum van indiensttreding die op elke individuele loonfiche en/of individuele rekening dient vermeld.
Deze forfaitaire verhoging wordt toegekend ongeacht het uurregime waarin de arbeider is tewerkgesteld. Bovendien is deze vergoeding recurrent naar de volgende jaren.
Ondernemingen die in hun uurloon via een collectieve arbeidsovereenkomst een anciënniteitsvergoeding voorzien hebben, dienen zich minimaal aan te passen aan de sectorale regeling. Andere anciënniteitregelingen op ondernemingsvlak blijven onverminderd van toepassing naast de sectorale regeling.
Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake anciënniteitstoeslag zal vanaf 1 oktober 2007 voor onbepaalde duur worden opgemaakt. HOOFDSTUK III. - Werkzekerheid
Art. 7.Sectorale tewerkstellingscel De sectorale tewerkstellingscel die in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 in de schoot van Educam werd ingevoerd, dient uitvoering te geven aan de afspraken gemaakt in het Generatiepact alsook aan de regelgeving op regionaal vlak.
De sociale partners zullen binnen Educam, rekening houdend met bovenvermelde principes verder uitvoering geven aan de sectorale tewerkstellingscel.
Opmerking De principes van deze sectorale tewerkstellingscel zullen worden ingeschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding vanaf 1 juli 2007, en dit voor onbepaalde duur.
Art. 8.Werkzekerheidsclausule Voor de duur van het akkoord 2007-2008 worden de aanbevelingen inzake werkzekerheid, zoals voorzien in artikel 6 van het nationaal akkoord 2005-2006 verlengd : « Voor de duur van dit akkoord zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot afdankingen om economische redenen vooraleer alle andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen - met inbegrip van tijdelijke werkloosheid - uitgeput zijn.
Wanneer zich echter onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen, waardoor bijvoorbeeld tijdelijke werkloosheid of andere equivalente maatregelen sociaal-economische onhoudbaar worden, zal de toestand paritair onderzocht en besproken worden op het gepaste niveau in functie van een na te steven oplossing. »
Art. 9.Uitzendarbeid en onderaanneming Voor de duur van het akkoord 2007-2008 worden de aanbevelingen verlengd inzake werkzekerheid, zoals voorzien in artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006. § 1. Het beroep op de contracten voor uitzendarbeid zal beperkt worden tot de in de wet van 24 juli 1987 voorziene gevallen, met inachtname van het uitzonderingskarakter van dit regime. § 2. De raadplegingsprocedure, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 36, 58 en 58bis van de Nationale Arbeidsraad waarbij de vakbondsafvaardiging, en bij ontstentenis de werknemersorganisaties, voorafgaand haar/hun toestemming moeten verlenen inzake het gebruik van uitzendkrachten in de onderneming, zal strikt worden toegepast.
Partijen bevelen aan het beroep op contracten van onderaanneming te beperken en engageren zich om alle maatregelen te nemen om praktijken inzake schijnzelfstandigheid uit te roeien.
Art. 10.Contracten bepaalde duur en bepaald werk - De anciënniteit van een arbeider die bij eenzelfde werkgever, na afloop van het contract van bepaalde duur of de vervangingsovereenkomst wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur, wordt mee in rekening genomen voor de vaststelling van de loonbarema's. - Indien de arbeider na afloop van opeenvolgende contracten van bepaalde duur of vervangingsovereenkomsten van telkens minsten 6 maanden voor dezelfde functie wordt aangeworven in een contract van onbepaalde duur, kan geen nieuwe proefperiode worden overeengekomen Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake contracten bepaalde duur en bepaald werk zal worden opgemaakt vanaf 1 juli 2007, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. - Vorming en opleiding
Art. 11.Algemene bepalingen In uitvoering van het interprofessioneel akkoord engageren de sociale partners zich de participatiegraad van de arbeiders met 5 pct. te verhogen en voorzien hiervoor het volgens menu : - het verruimen van het aanbod van opleidingen georganiseerd door Educam; - een sectoraal vormingsaanbod buiten de werkuren; - het installeren van een paritaire sectorale stuurgroep in de schoot van Educam.
Art. 12.Risicogroepen - Bevestiging van de bijdrage van 0,15 pct. voor onbepaalde duur; - Voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de aansluiting opleiding-arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs; - Verlenging van de bepalingen met betrekking tot instroom van risicogroepen.
Art. 13.Recht op permanente vorming - Bevestiging van de bijdrage van 0,15 pct. voor onbepaalde duur; - Actievere rol van de Educam-adviseurs indien er zich in der onderneming problemen voordoen bij het opmaken en uitwerken van opleidingsplannenvoor arbeiders die van dit recht geen gebruik kunnen of willen maken; - Opleiding buiten de werkuren is slechts mogelijk mits voldaan aan volgende criteria : - voor specifieke beroepen en activiteiten die vorming tijdens de werkuren onmogelijk maken; - minimum 4 uren en maximum 24 uren per 2 jaar per arbeider; - keuzemogelijkheid tussen recuperatie of uitbetalen van de vormingsuren; - enkel op vrijwillige basis en alleen voor arbeiders met een contract van onbepaalde duur; - onder controle en na een snelprocedure en mits voorafgaande goedkeuring door enerzijds de vakbondsafvaardiging en anderzijds die op te richten paritaire sectorale stuurgroep inzake vorming; - voor een duurtijd van 2 jaar met een evaluatie.
Verdere modaliteiten en omkaderingsmaatregelen zullen worden uitgewerkt.
Opmerking De ondertekenende partijen verklaren zich akkoord om, rekening houdend met deze principes, een collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding af te sluiten, en dit vanaf 1 juli 2007 voor onbepaalde duur, met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot vorming buiten de arbeidstijd met een geldigheid van 2 jaar. HOOFDSTUK V. - Arbeidstijd en flexibiliteit
Art. 14.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.
Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen (in bijlage). HOOFDSTUK VI. - Loopbaanplanning
Art. 15.Tijdskrediet en loopbaanvermindering Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake tijdskrediet en loopbaanvermindering van 27 juni 2003 zal vanaf 1 juli 2007 worden aangepast aan de collectieve arbeidsovereenkomst 77quater inzake tijdskrediet en dit voor onbepaalde duur.
Art. 16.Eindeloopbaan § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 december 2009.
Opmerking In die zin zullen de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen van 23 juni 2005, met name verlenging bestaande ondernemingsakkoorden brugpensioen en verlenging van het sectorale brugpensioenakkoord voor arbeiders en arbeidsters vanaf 58 jaar, worden verlengd vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 december 2009. § 2. In de collectieve arbeidsovereenkomst inzake verlenging bestaande sectorale brugpensioenakkoorden voor mannen vanaf 57 jaar en vrouwen vanaf 55 jaar van 23 juni 2005 wordt de brugpensioenleeftijd voor vrouwen verhoogd tot 57 jaar.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake verlenging bestaande sectorale brugpensioenakkoorden voor mannen vanaf 57 jaar en vrouwen vanaf 55 jaar van 23 juni 2005 zal vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 december 2009 in die zin worden aangepast. § 3. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt er een recht op brugpensioen geïnstalleerd vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan.
De betaling van de aanvullende vergoedingen zal integraal door het sociaal fonds worden ten laste genomen.
Opmerking In uitvoering hiervan wordt vanaf 1 januari 2008 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar.
De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 23 juni 2005 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 januari 2008 en dit voor onbepaalde duur. § 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op brugpensioen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen het recht op de aanvullende vergoeding : - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoord tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen; - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen en inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid zullen vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast. § 5. Voor de duur van het akkoord 2007-2008 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen-procedure, zoals voorzien in artikel 12, § 2, van het nationaal akkoord 2005-2006 verlengd.
Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : minstens 1 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider (bij aangetekende brief) uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaand door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VII. - Inspraak en overleg
Art. 17.Statuut van de vakbondsafvaardiging § 1. In artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardiging van 23 juni 2005 dient de laatste alinea te worden vervangen door « Indien het mandaat van een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden een einde neemt tijdens de uitoefening van dit mandaat, heeft de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, het recht om de persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen ». § 2. Rekening houdend met de nieuwe technologische evoluties dienen aan vakbondsafgevaardigden communicatiefaciliteiten ter beschikking worden gesteld.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafgevaardigden van 23 juni 2005 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 januari 2008, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VIII. - Sectorale projecten 2007-2008
Art. 18.Anti-stress- en veiligheidsbeleid in de ondernemingen De sociale partners van de sector bevelen de ondernemingen aan om, gedurende de looptijd van het akkoord van start te gaan met : - het inventariseren en analyseren van de risico's terzake op het werk; - het opnemen van preventiebeleid inzake stress en veiligheid als belangrijk element binnen zowel het globaal preventieplan als het jaarlijks actieplan, met als doel het evalueren en remediëren van stress- en veiligheidsrisico's; - het informeren van de arbeiders op alle niveaus binnen de onderneming omtrent de risico's en vooral omtrent het belang van de preventie.
In samenwerking met het sectoraal vormingsinstituut zal een aangepast pakket samengesteld worden ten behoeve van de arbeiders van de sector. HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede en duurtijd akkoord
Art. 19.Sociale vrede Dit akkoord verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.
Art. 20.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008, tenzij anders bepaald.
De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen en aan de ondertekenende organisaties.
Artikel 4, geldig voor onbepaalde duur, dat van toepassing is op het sociaal fonds; kan worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET