Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 januari 2019
gepubliceerd op 06 februari 2019

Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten en werkingskosten van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en haar vast secretariaat

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019010727
pub.
06/02/2019
prom.
30/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/30/2019010727/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JANUARI 2019 . - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten en werkingskosten van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en haar vast secretariaat


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales, artikel 10, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 augustus 2018;

Gelet op het voorstel van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, gegeven op 11 september 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 21 december 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 27 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de noodzaak om het dagelijkse routinebeheer van de administratieve aangelegenheden voort te zetten die nodig zijn voor de goede werking van de overheidsdiensten;

Op de voordracht van de Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "wet": de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales;2° "Secretariaat": het vast secretariaat opgericht door artikel 4, § 3, van de wet.

Art. 2.Indien de leden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen hun functie aangegeven in artikel 4, § 1, van de wet, niet meer vervullen, wordt tot hun vervanging overgegaan, van zodra hun opvolgers in hun functies zijn aangeduid, hetzij voorlopig, hetzij definitief.

De plaatsvervangers van de leden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen worden benoemd, op voorstel van hun hiërarchische overste, lid van de Commissie voor nucleaire voorzieningen.

Art. 3.De werkingskosten van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en haar Secretariaat omvatten alle kosten die de Commissie moet maken om haar opdracht te kunnen vervullen.

Deze kosten houden onder andere in: 1° de kosten voor studies en adviezen;2° de kosten van het Secretariaat: a) personeelskosten;b) huur van burelen;c) materiaalkosten;3° kosten voor abonnementen op gespecialiseerde tijdschriften en sites;4° zitpenningen;5° betaling van experten;6° kosten voor zendingen. De Commissie voor nucleaire voorzieningen stelt jaarlijks een ontwerpbudget op, laat deze goedkeuren overeenkomstig het artikel 9 van de wet en stuurt deze ten laatste voor 1 december van het voorafgaande jaar aan het betreffende boekjaar naar de kernprovisievennootschap.

De werkingskosten van het Secretariaat worden op forfaitaire wijze vastgesteld en betaald aan de Belgische Staat.

De kernprovisievennootschap schrijft de begrote som ten laatste op 3 januari van het betreffende boekjaar over op de ontvangstenrekening van de Commissie voor nucleaire voorzieningen.

Jaarlijks, ten laatste vóór 31 maart van het jaar volgend op het afgelopen boekjaar, legt het Secretariaat een uitgavenstaat voor van de effectief gedane uitgaven ten opzichte van het ontwerpbudget van het afgelopen boekjaar.

Alle facturen zijn vergezeld van de nodige bewijsstukken.

Indien de werkelijke uitgaven de begrote som overstijgen wordt het verschil opgevraagd bij de kernprovisievennootschap. Indien de werkelijke uitgaven minder zijn dan de begrote som wordt het verschil aan haar terugbetaald.

Art. 4.Voor de uitoefening van hun taken wordt per effectieve deelname aan een vergadering, een zitpenning van 500 euro voor de voorzitter en een zitpenning van 250 euro voor de leden of hun plaatsvervangers, alsook aan de raadgevende leden of hun afgevaardigden toegekend. De zitpenningen worden jaarlijks, ten laatste tegen 15 december van het lopende jaar, betaald door de Commissie voor nucleaire voorzieningen op basis van de aanwezigheidslijsten van de vergaderingen.

De voorziene bedragen in het eerste lid worden op 1 februari van ieder jaar aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens volgende formule: het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag voorzien in het eerste lid, vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het aanvangsindexcijfer is dit van januari 2018. Het nieuwe indexcijfer is dat van de maand januari van het jaar waarin de aanpassing is gebeurd. Het resultaat wordt afgerond tot de hogere euro.

Art. 5.De bepalingen van artikel 3, eerste en tweede lid, en artikel 4, eerste lid, zijn met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2018.

Art. 6.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 januari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, M. C. MARGHEM

^