gepubliceerd op 21 januari 2010
Koninklijk besluit inzake toepassing van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing voor militairen die naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken overgeplaatst worden
30 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit inzake toepassing van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing voor militairen die naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken overgeplaatst worden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever, artikel 4, § 2, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing, artikel 2, eerste lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 augustus 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 oktober 2008;
Gelet op die akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 21 januari 2009;
Gelet op het protocol nr. 627 van 11 mei 2009 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 18 mei 2009;
Gelet op advies 46.908/2 van de Raad van State, gegeven op 13 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 10, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State niet kan gevolgd worden;
Overwegende dat de niet-retroactiviteit van bestuurshandelingen gebruikelijk is, krachtens een algemeen rechtsbeginsel.
Retroactiviteit kan evenwel worden gerechtvaardigd als daarvoor bij een wetsbepaling machtiging wordt gegeven. Bij ontstentenis van enige wettelijke machtiging kan retroactiviteit uitzonderlijk worden toegestaan, wanneer deze noodzakelijk is voor de continuiteit van de openbare dienst of voor de regularisatie van een feitelijke of rechtelijke situatie en voor zover daarbij rekening wordt gehouden met de eisen inzake rechtszekerheid en individuele rechten;
Op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de militairen die in het kader van het project elektronische identiteitskaart ter beschikking werden gesteld van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken tussen 1 mei 2005 en 1 november 2006 en die de hoedanigheid van Rijksambtenaar wensen te verkrijgen.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde militairen worden beschouwd als ter beschikking gesteld van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing.
De selectietest waaraan zij deelgenomen hebben geldt als vergelijkende selectie bedoeld in artikel 2 van het voornoemde koninklijk besluit van 12 juni 2006.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 decembre 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM