gepubliceerd op 12 april 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningsysteem van toepassing in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie
30 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningsysteem van toepassing in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningsysteem van toepassing in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2008 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningsysteem van toepassing in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie (Overeenkomst geregistreerd op 26 januari 2009 onder het nummer 90397/CO/308)
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel.
Art. 4.De volgende bepalingen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd door artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 1990 worden opgeheven : De vermelding "Normale aanvangsleeftijd : 21 jaar" bij artikel 9;
De vermelding "Normale aanvangsleeftijd : 22 jaar" bij artikel 10;
De vermelding "Normale aanvangsleeftijd : 24 jaar" bij artikel 11;
De vermelding "Normale aanvangsleeftijd : 26 jaar" bij artikel 12.
Art. 5.De vermelding "1. Geval van het personeelslid in dienst getreden voor de normale aanvangsleeftijd van zijn categorie" voorafgaand aan artikel 13 wordt opgeheven.
De vermelding "2. Geval van een personeelslid in dienst getreden na de normale aanvangleeftijd van zijn categorie" voorafgaand aan artikel 14 wordt opgeheven.
Art. 6.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden worden de artikelen 13, 14, 29, 31, 32, 33, 34, 35 en 36 opgeheven.
Art. 7.Artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt vervangen door volgende bepalingen : "
Art. 15.Het personeelslid dat overgaat naar een hogere categorie wordt onmiddellijk gelijkgesteld met een bediende van de nieuwe categorie. Er wordt hem onmiddellijk het loon van zijn overeenstemmende ervaring toegekend.".
Art. 8.De volgende loonschalen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden worden opgeheven : - de loonschalen eerste categorie, tweede categorie, derde categorie en vierde categorie" vermeld bij artikel 36; - de volgende loonschalen vermeld bij artikel 42; "a) inspecteurs van de spaarkassen"; "b) inspecteurs van de kapitalisatiemaatschappijen eerste categorie, tweede categorie en derde categorie".
Art. 9.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 30 vervangen door volgende bepalingen : "
Art. 30.De lonen van het uitvoerend personeel worden vanaf 1 januari 2009 vastgesteld in het ervaringsbarema dat opgenomen is in de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningssysteem in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie en dat de op dat tijdstip van toepassing zijnde baremieke spanning overneemt.
Dit ervaringsbarema voorziet een verhoging voor elk ervaringsjaar : - tot en met het 22e jaar voor het uitvoerend personeel eerste categorie; - tot en met het 24e jaar voor het uitvoerend personeel tweede categorie; - tot en met het 26e jaar voor het uitvoerend personeel derde categorie; - tot en met het 28e jaar voor het uitvoerend personeel vierde categorie.
Daarna wordt telkens in een verhoging voorzien bij elke toename met twee ervaringsjaren, tot het 46e jaar.".
Art. 10.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonsvoorwaarden wordt artikel 36bis ingevoegd bij artikel 2 van collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2004 vervangen door volgende bepalingen : "
Art. 36bis.Voor de ondernemingen waar geen eigen barema is vastgelegd dat minstens gelijkwaardig is, geldt voor de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 op de Arbeidsovereenkomsten, een minimumvergoeding gelijk aan 90 pct. van het ervaringsbarema eerste categorie uitvoerend personeel met ervaringsniveau "0" vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningssysteem in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie."
Art. 11.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 43 vervangen door volgende bepalingen : "
Art. 43.De lonen van de categorie inspecteurs worden vanaf 1 januari 2009 vastgesteld in het ervaringsbarema dat opgenomen is in de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningssysteem in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie en dat de op dat tijdstip van toepassing zijnde baremieke spanning overneemt.
Dit ervaringsbarema voorziet een verhoging voor elk ervaringsjaar tot en met het 28ste jaar voor : - inspecteurs van de spaarbanken; - inspecteurs van de kapitalisatiemaatschappijen eerste, tweede en derde categorie.
Daarna wordt in een verhoging voorzien bij elke toename met twee ervaringsjaren, tot het 30e jaar."
Art. 12.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 inzake loon- en arbeidsvoorwaarden worden de artikelen 37, 39, 40, 41, 42, 43, 45, 48 en 50 opgeheven.
Art. 13.De vermelding "A. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen" voorafgaand aan artikel 49 wordt vervangen door volgende bepaling. "A. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer."
Art. 14.Artikel 49 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 inzake loon- en arbeidsvoorwaarden wordt vervangen door volgende bepalingen : "
Art. 49.De bedragen van de vastgestelde minimumloonschalen worden gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex dat maandelijks wordt vastgesteld door de bevoegde federale overheidsdienst.
De aanpassing vindt om de twee maanden plaats met een percentage dat gelijk is aan de procentuele wijziging van het 4 mg (*) van de voorafgaande maand, vergeleken met het 4 mg(*) van de derde maand voorafgaand aan de aanpassing.
Voorbeeld : 4 mg (*) april 2008 x loonschaal april 2008 = loonschaal mei 2008 4 mg (*) februari 2008 De aanpassing bedoeld in het vorige lid gebeurt voor de eerste keer op 1 maart 2009. (*) = het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers van de laatste vier maanden."
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2009.
Ze kan worden opgezegd door een van de partijen, mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden die ten vroegste kan ingaan op 1 oktober 2009. Deze opzegging kan evenwel niet tot gevolg hebben dat de door deze collectieve arbeidsovereenkomst gewijzigde of opgeheven artikels herleven.
De opzegging gebeurt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 december 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET