30 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijlagen die bij de kandidatuur voor een benoeming tot kandidaat-notaris en bij de kandidatuur voor een benoeming tot notaris dienen te worden gevoegd

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, inzonderheid op de artikelen 39, § 1, tweede lid, en 43, § 1, hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Om ontvankelijk te zijn, moet iedere kandidaatstelling voor een benoeming tot kandidaat-notaris de volgende bijlagen bevatten : 1° een uittreksel uit de geboorteakte;2° een eensluidend verklaard afschrift van het diploma van licentiaat in het notariaat;3° een eensluidend verklaard afschrift van het stagecertificaat;4° een bewijs van nationaliteit daterend van na de bekendmaking van de oproep bedoeld in artikel 35, § 2, tweede lid, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt;5° een getuigschrift van goed gedrag en zeden daterend van na de bekendmaking van de oproep bedoeld in artikel 35, § 2, tweede lid, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt;6° een verklaring op erewoord van de kandidaat waaruit de periode(s) en de plaats(en) van tewerkstelling in het notariaat blijken;7° een gedetaillerd curriculum vitae houdende voor de uitoefening van het notarisambt relevante informatie.

Art. 2.Om tot notaris te worden benoemd voegt de kandidaat-notaris die postuleert voor een vacante standplaats bedoeld in artikel 43, § 1, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt bij zijn kandidatuur de volgende documenten : 1° een bewijs van nationaliteit daterend van na de bekendmaking van de vacante standplaats;2° een getuigschrift van goed gedrag en zeden daterend van na de bekendmaking van de vacante standplaats;3° een verklaring op erewoord van de kandidaat waaruit de periode(s) en de plaats(en) van tewerkstelling in het notariaat blijken;4° een gedetailleerd curriculum vitae houdende voor de uitoefening van het notarisambt relevante informatie;5° in de gevallen bedoeld door artikel 43, §§ 11, 12 en 13, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, een eensluidend verklaard afschrift van het getuigschrift van de vereiste taalkennis.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ciergnon, 30 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN