gepubliceerd op 02 juni 2004
Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen belast zijn
30 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen belast zijn
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, inzonderheid op artikel 12;
Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 houdende aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en van Onze Minister van Middenstand en Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De ambtenaren van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zijn bevoegd tot het opsporen en het vaststellen van de inbreuken bepaald in artikel 10 van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 5 maart 1990 houdende aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand en Landbouw zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, F. MOERMAN De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE