gepubliceerd op 10 september 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
30 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid, op artikel 31, eerste lid, 2°, aangevuld bij de wet van 27 juli 1971 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 november 1974, het koninklijk besluit van 25 november 1985, en het koninklijk besluit van 4 december 1990.
Gelet op de hoogdringendheid, Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de pensioenwetgeving voor werknemers thans voorziet dat in afwachting dat het Rijksinstituut beslist over de rechten op overlevingspensioen van de langstlevende echtgenoot, de Rijksdienst voor Pensioenen hem geen voorschotten op dit overlevingspensioen mag uitbetalen wanneer hij een voordeel geniet krachtens een andere Belgische pensioenregeling dan deze voor werknemers of zelfstandigen, krachtens een pensioenregeling van een vreemd land of krachtens een pensioenregeling van toepassing op het personeel van een volkenrechtelijke instelling en dit om reden dat de andere pensioenbedragen eerst moeten opgevraagd worden bij de betalende Belgische of buitenlandse pensioenkas; dat dit een ongelijkheid in behandeling tussen gepensioneerden uitmaakt; dat door een doorgedreven informatisering de Rijksdienst thans beschikt over een quasi volledige en betrouwbare gegevensbank van de andere Belgische en buitenlandse pensioenen zodat de Rijksdienst in staat moet geacht worden om een voorschot op het overlevingspensioen op een correcte manier te bepalen; dat het bijgevolg niet langer verantwoord is de bestaande ongelijkheid in behandeling te handhaven en dat dus dringend de reglementering moet aangepast worden om tegemoet te komen aan de behoeften bij de langslevende echtgenoot tijdens de vaak financieel moeilijke periode na het overlijden van de echtgenoot.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 20, § 3, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, worden de woorden « en de langstlevende echtgenoot geen andere rustpensioenen geniet dan deze toegekend krachtens de pensioenregeling voor werknemers of zelfstandigen » geschrapt.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekend gemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit;
Gegeven te Brussel, 30 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA