Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2019
gepubliceerd op 17 oktober 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van het "Fonds tweede pijler PSC 152.01" en tot vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019203741
pub.
17/10/2019
prom.
29/09/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van het "Fonds tweede pijler PSC 152.01" en tot vaststelling van zijn statuten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van het "Fonds tweede pijler PSC 152.01" en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2019 Oprichting van het "Fonds tweede pijler PSC 152.01" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 16 mei 2019 onder het nummer 151589/CO/152.01) TITEL I. - Doelstelling en toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel de oprichting en de statuten van het "Fonds tweede pijler PSC 152.01" te regelen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de hogescholen.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

Art. 3.De partijen vragen de algemeen verbindend verklaring van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan.

TITEL II. - Statuten van het fonds tweede pijler HOOFDSTUK I. - Oprichting, benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Met ingang van 1 september 2018 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, onder de benaming "Fonds tweede pijler PSC 152.01", hierna F2P PSC 152.01 genoemd.

Art. 5.Het F2P PSC 152.01 is opgericht in uitvoering van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid en in uitvoering van de bepalingen van hoofdstuk III van de wet op de aanvullende pensioenen van 28 april 2003, hierna WAP.

Art. 6.De maatschappelijke zetel van het F2P PSC 152.01 is gevestigd te 1040 Brussel, Guimardstraat 1. De zetel van het F2P PSC 152.01 kan echter verplaatst worden naar iedere andere plaats die bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vastgelegd. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 7.Het F2P PSC 152.01 wordt belast met de taak van inrichter van het sociaal sectoraal pensioenplan zoals bepaald in de WAP.

Art. 8.De opdracht tot inrichting van het sectoraal sociaal pensioenplan omvat : a. de invoering, wijziging of opheffing van een sociaal sectoraal pensioenplan;b. de organisatie van alle noodzakelijke mededelingen naar de pensioeninstelling, de solidariteitsinstelling, de werkgevers, de aangeslotenen, de begunstigden of hun rechthebbenden;c. de organisatie van de financiering;d. de uitvoering van elke verplichting opgelegd door de wetgeving en haar uitvoeringsbesluiten. HOOFDSTUK III. - Voordelen

Art. 9.De pensioentoezegging en de solidariteitstoezegging vormen samen het sociaal sectoraal pensioenplan zoals in artikel 8 beoogd.

Art. 10.De pensioentoezegging en de solidariteitstoezegging maken het voorwerp uit van een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst waarin de personen worden vermeld die ervan kunnen genieten en waarin ook de aard en de toekennings- en uitbetalingswijze ervan worden vastgesteld. HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 11.De bijdragen voor de financiering van het sociaal sectoraal pensioenplan worden uitsluitend vastgelegd bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 12.Deze bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, hierna RSZ genoemd.

Overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, zijn de wijzen van berekening, van inning en van invordering van deze bijdragen, en de eventuele verhogingen van de bijdragen en verwijlinteresten dezelfde als deze voor de sociale zekerheidsbijdragen.

Art. 13.De werkingskosten van het F2P PSC 152.01 worden jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur.

Art. 14.Het F2P PSC 152.01 verdeelt de bijdragen en stort deze door naar het financieringsfonds pensioen en het financieringsfonds solidariteit overeenkomstig de modaliteiten vastgelegd door de raad van bestuur.

Art. 15.De werkgever is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen die aangegeven worden aan de RSZ en die via het F2P PSC 152.01 aan de pensioeninstelling en de solidariteitsinstelling worden overgemaakt. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 16.Het F2P PSC 152.01 wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.

Deze raad bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende werkgeversafgevaardigden en drie effectieve en drie plaatsvervangende werknemersafgevaardigden.

De leden van de raad van bestuur worden aangeduid door het paritair subcomité onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité. Hun mandaat duurt 3 jaar en is stilzwijgend hernieuwbaar.

Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het paritair subcomité. In dat geval worden zij voor voleindiging van het mandaat vervangen door een lid van het paritair subcomité, behorend tot dezelfde groep als het lid wiens mandaat een einde nam.

Art. 17.Om de drie jaar duidt de raad van bestuur in zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. Deze zijn herkiesbaar. Wanneer de voorzitter verhinderd is, oefent de ondervoorzitter diens functies uit.

Art. 18.De raad van bestuur vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is ertoe gehouden de raad minstens éénmaal per jaar bijeen te roepen, en telkens wanneer tenminste twee leden van de raad van bestuur erom verzoeken. De oproepingen vermelden de agenda.

De verslagen worden opgemaakt door de secretaris, aangeduid door de raad van bestuur, en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.

Uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders.

De beslissingen worden genomen volgens de hierna volgende bepalingen : - bij gewone meerderheid (de helft van de stemmen van de aanwezige leden + één) voor beslissingen betreffende de lopende zaken; - bij 2/3-meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden voor beslissingen betreffende de statuten of de financiering van het fonds; - bij unanimiteit van de stemmen van de aanwezige leden voor beslissingen betreffende de ontbinding van het fonds, met respect van hetgeen in artikel 10 van de WAP wordt vermeld.

De stemming is slechts geldig wanneer ten tenminste vier leden aanwezig zijn, waarvan de helft leden zijn die de werknemers vertegenwoordigen en de helft leden die de werkgevers vertegenwoordigen, en op voorwaarde dat het ter stemming gebrachte punt duidelijk vermeld werd op de agenda van de bijeenkomst van de vergadering.

Art. 19.De raad van bestuur heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking. Hij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheer en het besturen van het fonds.

De raad van bestuur treedt in rechte op in naam van het fonds bij monde van de voorzitter of van de bestuurder daartoe afgevaardigd.

De raad van bestuur kan zijn machten geheel of ten dele overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden.

Om het fonds geldig te vertegenwoordigen tegenover derden volstaat voor alle akten, met uitzondering van deze waarvoor de raad bijzondere opdrachten heeft gegeven, de gezamenlijke handtekening van twee bestuurders (één van iedere groep) zonder dat deze bestuurders enige voorafgaande beraadslaging of machtiging moeten kunnen aantonen.

De bestuurders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van hun beheer ten opzichte van de verbintenissen van het fonds. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen

Art. 20.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 21.Elk jaar, op 31 december, worden de balans en de rekeningen van het afgelopen dienstjaar afgesloten.

De jaarrekening moet duidelijk omschreven zijn en opgesteld worden in de structuur zoals bepaald in het koninklijk besluit van 15 januari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/1999 pub. 10/02/1999 numac 1999012060 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de Fondsen voor bestaanszekerheid sluiten betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de fondsen voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK VII. - Toezicht

Art. 22.De raad van bestuur, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het paritair subcomité aangewezen revisor of accountant, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

De jaarrekening, samen met de hoger bedoelde schriftelijke jaarlijkse verslagen, moeten uiterlijk tijdens de maand juni overgemaakt worden aan de voorzitter van het paritair subcomité die ze voorlegt aan het paritair subcomité. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 23.De ontbinding van het fonds wordt uitgesproken door het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en de waarden van het fonds na aanzuivering van het passief, en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht en in overeenstemming met de bepalingen hieromtrent in de WAP. Het paritair subcomité duidt de leden van de raad van bestuur aan als vereffenaars.

TITEL III. - Slotbepalingen

Art. 24.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2018, geregistreerd onder het nummer 150213, en treedt in werking op 1 januari 2019. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden mits naleving van de volgende cumulatieve voorwaarden : a) mits naleving van artikel 10 van de WAP, hetgeen betekent dat de beslissing tot opheffing van het sociaal sectoraal pensioenplan enkel geldig is wanneer zij 80 pct.van de stemmen van de in het paritair orgaan benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van de stemmen van de in het paritair orgaan benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen, heeft behaald; en b) mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 26.De opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft automatisch de ontbinding van het "Fonds tweede pijler PSC 152.01" tot gevolg.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

^