Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2002
gepubliceerd op 10 oktober 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

bron
ministerie van economische zaken
numac
2002011390
pub.
10/10/2002
prom.
29/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/29/2002011390/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/15, § 4, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2001, en tweede lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 25, § 3, eerste lid, en tweede lid, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 maart 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG);

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 juni 2002;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de noodzaak om de financiering van 2002 te verzekeren van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), opgericht vanaf 9 januari 2000, met als doelstelling het nakomen van de verplichtingen voorzien in de Europese richtlijn 96/92 EG inzake liberalisering van de elektriciteitsmarkt en omgezet in het Belgisch recht door de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de Elektriciteitsmarkt;

Gelet op het advies 33.781/1 van de Raad van State, gegeven op 8 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) zoals gewijzigd door het voornoemd koninklijk besluit van 14 maart 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, eerste zin, worden de woorden « voorbegroting van de kosten en opbrengsten voor het lopende jaar » vervangen door de woorden « begroting goedgekeurd door de regering »;2° in het tweede lid, tweede zin, worden de woorden « te verhogen met het bedrag dat nodig is voor het opnieuw aanleggen van de reserve vastgelegd op een maximaal bedrag van 15 % van de totale begroting » ingevoegd tussen de woorden « deze voorbegroting » en « stelt het Directiecomité », en wordt het woord « voorbegroting » vervangen door het woord « begroting »;3° in het vierde lid wordt het woord « geïnjecteerde » vervangen door het woord « vervoerde »;4° in het vierde lid, eerste zin, worden de woorden « kWh is geïnjecteerd in het net waarvan het beheer verzekerd wordt door degene die het transmissienet beheert, behoudens de doorvoer van elektriciteit » vervangen door de woorden « kWh is die, door degene die het transmissienet beheert, werd gefactureerd »;5° een vijfde lid wordt toegevoegd : « De hoeveelheid vervoerde kWh, in rekening te brengen voor het dienstjaar 2002, is de hoeveelheid kWh voor dewelke de toegang tot het net gefactureerd werd tijdens de vijf laatste maanden van het dienstjaar 2000.».

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit, opgeheven bij koninklijk besluit van 14 maart 2002, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 3.: Voor de jaren t-2 waarin niet elke vervoerde kWh uitdrukkelijk gefactureerd werd, dient het vervoer van kWh bedoeld in artikel 2, begrepen te worden als het totaal aantal kWh verbruikt door elke natuurlijke of rechtspersoon voor eigen gebruik. ».

Art. 3.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) zoals gewijzigd door het voornoemde koninklijk besluit van 14 maart 2002 : 1° in het tweede lid, eerste zin, worden de woorden « voorbegroting van de kosten en opbrengsten voor het lopende jaar » vervangen door de woorden « begroting goedgekeurd door de regering »;2° in het tweede lid, tweede zin, worden de woorden « te verhogen met het bedrag dat nodig is voor het opnieuw aanleggen van de reserve vastgelegd op een maximaal bedrag van 15 % van de totale begroting » ingevoegd tussen de woorden « deze voorbegroting » en « stelt het Directiecomité », en wordt het woord « voorbegroting » vervangen door het woord « begroting »;3° in het vijfde lid, tweede zin, worden de woorden « gecertificeerde » en « door de revisor bij de CREG » weggelaten »;

Art. 4.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), zoals gewijzigd door het voornoemde koninklijk besluit van 14 maart 2002, wordt als volgt gewijzigd : 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « de revisor bij de CREG » vervangen door de woorden « zijn revisor »;2° in paragraaf 2, tweede lid, eerste en tweede zin, worden de woorden « de revisor bij de CREG » vervangen door de woorden « de revisor bij de netbeheerder »; 3° op het einde van paragraaf 3 worden de woorden « afgetrokken van het jaarlijkse bedrag, i.v.m. het volgende jaar, te dekken door middel van de toeslag » vervangen door de woorden « bewaard door de CREG als reserve bedoeld in artikel 5ter »; 4° een paragraaf 3bis wordt toegevoegd, die als volgt luidt : « § 3bis.Indien het geheel van de opbrengsten verbonden aan de elektriciteitssector lager ligt dan 69 % van het totaal van de kosten gecertificeerd door de revisor bij de CREG, wordt het tekort van de opbrengsten ten opzichte van de kosten gedekt door een afhouding van de reserve bedoeld in artikel 5ter.

Indien, na een eventuele afhouding van de reserve, de opbrengsten verbonden aan de elektriciteitssector een tekort blijven vertonen ten opzichte van 69 % van het totaal van de kosten gecertificeerd door de revisor bij de CREG, wordt het bedrag van de toeslag bedoeld in artikel 2, vierde lid, aangepast door het nog te dekken tekort toe te voegen aan het jaarlijks te dekken bedrag. In dat geval wordt elke driemaandelijkse betaling bedoeld in § 1 van dit artikel, die nog moet uitgevoerd worden gedurende het lopende jaar, verhoogd met een vierde van het nog te dekken tekort. » 5° Artikel 5, § 4, wordt artikel 5bis, § 1;6° Artikel 5, § 5, wordt artikel 5bis, § 2, en, aan het begin van de paragraaf worden de woorden « in § 4 » vervangen door de woorden « in § 1 » en, op het einde van de paragraaf worden de woorden « afgetrokken van het gedeelte te verdelen, het volgende jaar, tussen de houders van concessies of van vervoervergunningen voor aardgas » vervangen door de woorden « bewaard door de CREG als reserve bedoeld in artikel 5ter »;

Art. 5.Aan het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) zoals gewijzigd door het voornoemde koninklijk besluit van 14 maart 2002, wordt een artikel 5bis, § 3, toegevoegd dat als volgt luidt : « Art. 5bis, § 3. Indien het geheel van de opbrengsten verbonden aan de gassector lager ligt dan 31 % van het totaal van de kosten gecertificeerd door de revisor bij de CREG, wordt het tekort gedekt door een afhouding van de reserve bedoeld in artikel 5ter.

Indien, na een eventuele afhouding van de reserve, de opbrengsten verbonden aan de gassector een tekort blijven vertonen ten opzichte van 31 % van het totaal van de kosten gecertificeerd door de revisor bij de CREG, wordt het bedrag van de vergoedingen bedoeld in artikel 4, tweede lid, aangepast door het nog te dekken tekort toe te voegen aan het jaarlijks te dekken bedrag. In dat geval wordt elke driemaandelijkse betaling van elke houder bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel, die nog moet uitgevoerd worden gedurende het lopende jaar, verhoogd met een vierde van het nog te dekken tekort, aangerekend naar rato van de aandelen in de omzetcijfers. »

Art. 6.Aan het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), zoals gewijzigd door het voornoemde koninklijk besluit van 14 maart 2002 wordt een artikel 5ter toegevoegd dat als volgt luidt : « Art. 5ter, § 1. In de schoot van de CREG wordt een reserve samengesteld waarvan het bedrag 15 % van de jaarlijkse werkingskosten bedoeld in artikel 7 niet mag overschrijden. § 2. De reserve wordt gespijsd door : 1° het eventuele overschot van de opbrengsten verbonden aan de elektriciteits- en gassector ten opzichte van de kosten, overeenkomstig de bepalingen van artikelen 5 en 5bis;2° de financiële opbrengsten en de uitzonderlijke opbrengsten van de CREG. § 3. De reserve kan gebruikt worden voor het dekken van : 1° de liquiditeitsbehoeften van de CREG;2° het eventuele tekort van de opbrengsten verbonden aan de elektriciteits- en gassector ten opzichte van de kosten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 3bis en 5bis, § 3; § 4. Indien bij het afsluiten van de jaarrekeningen van de CREG wordt vastgesteld dat de reserve het maximumbedrag bedoeld in § 1 overschrijdt, wordt het overschot ten belope van de verdeelsleutel bedoeld in artikel 1, in mindering gebracht van het jaarlijks te dekken bedrag bedoeld in artikel 2, tweede lid, bij de volgende berekening van de toeslag overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde artikel, en ten belope van de verdeelsleutel bedoeld in artikel 1, in mindering gebracht van het jaarlijks te dekken bedrag bedoeld in artikel 4, tweede lid, bij de volgende berekening van de vergoedingen voor vervoer overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde artikel. »

Art. 7.Aan artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), zoals gewijzigd door het voornoemde koninklijk besluit van 14 maart 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste zin, worden de woorden « die kWh in het net heeft geïnjecteerd, behoudens de doorvoer » vervangen door de woorden « gevestigd op het Belgisch grondgebied die de vervoerde kWh voor eigen gebruik heeft verbruikt, alsook de kWh gedekt door zelfopwekking indien de verbruiker aangesloten is op het Belgisch net » en in de tweede zin worden de woorden « naar evenredigheid van de kWh geïnjecteerd in het net waarvan hij het beheer verzekert, behoudens de doorvoer » weggelaten.Een derde en vierde zin worden toegevoegd die als volgt luiden : « Indien zijn klanten de vervoerde kWh niet zelf gebruiken, factureren zij de toeslag door aan hun klanten die, indien zij de vervoerde kWh niet zelf gebruiken, de toeslag op hun beurt factureren aan hun klanten totdat de toeslag uiteindelijk gefactureerd wordt aan degene die de kWh voor eigen gebruik verbruikt heeft. De toeslag is opvorderbaar door degene die de toeslag gefactureerd heeft ten aanzien van de bestemmeling van de betrokken factuur. » 2° opgeheven bij koninklijk besluit van 14 maart 2002, wordt hersteld in de volgende § 2 : « § 2.De bijdrage bedoeld in artikel 4 is verschuldigd door elke natuurlijke of rechtspersoon die het vervoerd aardgas voor eigen gebruik heeft verbruikt. Daartoe factureert de houder van gasvervoervergunningen of -toelatingen, de bijdrage aan zijn klanten naar evenredigheid van de gefactureerde hoeveelheid aardgas. Indien zijn klanten het vervoerde aardgas niet zelf gebruiken, factureren zij de bijdrage door aan hun klanten die, indien zij het vervoerde aardgas niet zelf gebruiken, de bijdrage op hun beurt factureren aan hun klanten totdat de bijdrage uiteindelijk gefactureerd wordt aan degene die het aardgas voor eigen gebruik verbruikt heeft. De bijdrage is opvorderbaar door degene die de bijdrage gefactureerd heeft ten aanzien van de bestemmeling van de betrokken factuur. »

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2002.

Art. 9.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE

^