Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 oktober 2007
gepubliceerd op 21 november 2007

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Bureau voor Normalisatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2007011526
pub.
21/11/2007
prom.
29/10/2007
ELI
eli/besluit/2007/10/29/2007011526/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Bureau voor Normalisatie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 april 2003 betreffende de normalisatie, inzonderheid op artikel 13;

Overwegende dat het Bureau voor Normalisatie zijn huishoudelijk reglement heeft goedgekeurd op 19 oktober 2006, waarna dit werd gewijzigd op 12 september 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het Bureau voor Normalisatie, toegevoegd in de bijlage van dit besluit, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

Bijlage Bureau voor Normalisatie "NBN" HUISHOUDELIJK REGLEMENT Inhoudstabel TITEL I : Zetel en benaming Artikels 1 - 2 TITEL II : Vergaderingen van de Raad van Bestuur Hoofdstuk I - Uitnodiging Artikel 3 Hoofdstuk II - Dagorde Artikelen 4 - 5 Hoofdstuk III - Manier van vergaderen, beraadslagen en beslissen Artikelen 6 - 17 Hoofdstuk IV - Secretariaat, opmaken en bijhouden van de notulen Artikelen 18 - 24 Hoofdstuk V - Rechten en plichten van de leden Artikelen 25 - 29 Hoofdstuk VI - Aanwezigheid van derden Artikel 30 TITEL III : Bevoegdheden Raad van Bestuur Hoofdstuk I - De Raad van Bestuur Artikelen 31 - 33 Hoofdstuk II - De voorzitter van de Raad van Bestuur Artikelen 34 - 36 Hoofdstuk III - Algemeen schema van de normalisatieprogramma's Artikelen 37 - 38 Hoofdstuk IV - Oprichten en ontbinden van normalisatiecommissies; gehomologeerde normen Artikelen 39 - 41 Hoofdstuk V - Erkenning en intrekking van erkenning van sectorale operatoren Artikelen 42 - 45 Hoofdstuk VI - De raadgevende comités Artikelen 46 - 47 TITEL IV : Bevoegdheden Directiecomite Hoofdstuk I - Het Directiecomité Artikelen 48 - 50 Hoofdstuk II - De voorzitter van het Directiecomité Artikelen 51 - 52 Hoofdstuk III - Technisch directeur Artikel 53 TITEL V : Toezicht Hoofdstuk I - De Regeringscommissarissen Artikelen 54 - 56 Hoofdstuk II - De Commissaris-revisor Artikelen 57 - 59 TITEL VI : Inwerkingtreding - Wijziging van het huishoudelijk reglement Artikel 60 BUREAU VOOR NORMALISATIE HUISHOUDELIJK REGLEMENT TITEL I. - Zetel en benaming

Artikel 1.De zetel van het Bureau voor Normalisatie (hierna « Bureau ») is voorlopig gevestigd te 1000 Brussel, Brabançonnelaan 29. Hij kan bij gewone beslissing van de Raad van Bestuur overgebracht worden naar gelijk welke plaats binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art. 2.Het Bureau gebruikt voor zijn communicatie de Franse en Nederlandse benaming gezamenlijk : Bureau voor Normalisatie - Bureau de Normalisation.

Het kan ook worden aangeduid onder de afgekorte benaming van NBN zowel in het Frans als in het Nederlands.

TITEL II. - Vergaderingen van de raad van bestuur HOOFDSTUK I. - Uitnodiging

Art. 3.De Raad van Bestuur wordt per e-mail bijeengeroepen door de voorzitter van de Raad van Bestuur.

Behoudens dringende en onvoorziene gevallen, gebeurt de bijeenroeping minimum tien kalenderdagen vóór de vastgestelde datum van de vergadering.

De uitnodiging vermeldt de datum, het uur en de plaats van de vergadering, alsmede de agenda. Hij wordt verzonden met de werkdocumenten die verband houden met de punten van de agenda van de vergadering, waaronder de samenvatting van de dossiers betreffende deze punten, en die zich in de zetel van het Bureau bevinden.

De Raad van Bestuur moet worden bijeengeroepen telkens minstens vijf van zijn effectieve leden er schriftelijk om verzoeken. De voorzitter is ertoe gehouden de Raad van Bestuur bijeen te roepen binnen eenentwintig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het verzoekschrift. In voorkomend geval zijn de leden, die een punt op de agenda wensen te plaatsen, ertoe gehouden, samen met hun aanvraag, een toelichtingnota betreffende dit punt te overhandigen aan de voorzitter.

De uitnodigingen, agenda en werkdocumenten met betrekking tot iedere vergadering worden per e-mail gestuurd naar het mailadres dat door ieder van de effectieve en plaatsvervangende leden daartoe medegedeeld is aan de secretaris van de Raad. Iedere adreswijziging wordt ter kennis gebracht van de secretaris. HOOFDSTUK II. - Dagorde

Art. 4.De voorzitter van de Raad van Bestuur stelt na overleg met het Directiecomité de dagorde van de vergaderingen vast.

Art. 5.In geval van dringende noodzaak kunnen hetzij de Voorzitter van de Raad van Bestuur, hetzij het Directiecomité, hetzij minstens vijf effectieve leden een bijkomend punt op de agenda van de vergadering plaatsen.

De dringende noodzaak, vereist om ter zitting bijkomende punten op de agenda te plaatsen, kan alleen worden aangenomen wanneer dit wordt gevraagd ten laatste twee werkdagen voor de vergaderdatum en wanneer daartoe beslist wordt door de meerderheid van de aanwezige leden. De notulen dienen in dat geval deze beslissing uitdrukkelijk te vermelden, alsmede de volgorde van de punten van de agenda die wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel 9 van dit reglement. HOOFDSTUK III. - Manier van vergaderen, beraadslagen en beslissen

Art. 6.Enkel de effectieve bestuurders zetelen in de Raad van Bestuur. Zij informeren de secretaris telkens wanneer hun plaatsvervanger aan een vergadering van de Raad van Bestuur zal deelnemen.

Indien het plaatsvervangend lid verhinderd is, kan het effectief lid van de Raad van bestuur zich door een ander lid van de Raad laten vertegenwoordigen, door deze laatste een geschreven volmacht te bezorgen, op voorwaarde dat dit lid niet reeds houder is van de volmacht van een ander effectief lid. De volmachten van de vertegenwoordigde leden worden als bijlage bij de notulen gevoegd.

Art. 7.De Raad van Bestuur vergadert onder het voorzitterschap van zijn voorzitter of, bij diens ontstentenis, van een bestuurder aangewezen door de voorzitter of, bij afwezigheid, van een bestuurder aangesteld door de andere aanwezige bestuurders.

De vergaderingen van de Raad van Bestuur worden voor geopend en voor gesloten verklaard door de voorzitter van de zitting.

Art. 8.De Raad van Bestuur beraadslaagt geldig wanneer minstens zestien effectieve leden of plaatsvervangers aanwezig of bij volmacht vertegenwoordigd zijn. Zowel effectieve als plaatsvervangende leden kunnen slechts deelnemen aan een vergadering van de Raad van Bestuur nadat hun benoeming in het Belgisch Staatsblad is verschenen.

Indien dit quorum niet bereikt wordt, roept de voorzitter binnen de vijftien kalenderdagen een nieuwe Raadsvergadering met dezelfde agenda bijeen. Tijdens deze vergadering kan de Raad beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.

Behoudens andere wettelijke, reglementaire of statutaire beschikkingen, worden de beslissingen genomen bij eenvoudige meerderheid van de stemmen van de aanwezige of bij volmacht vertegenwoordigde leden. Bij de bepaling van het resultaat van de stemming wordt geen rekening gehouden met de onthoudingen.

Art. 9.De punten vermeld in de agenda worden, voor zover de Raad er niet anders over beslist, besproken in de volgorde die vooraf door de voorzitter werd bepaald.

Indien een punt bij dringende noodzaak, volgens de procedure van artikel 5 van dit reglement, op de agenda wordt gebracht, bepaalt de vergadering op voorstel van de voorzitter de nieuwe volgorde waarin de punten worden besproken.

Art. 10.De voorzitter van de zitting licht ieder punt toe dat ter bespreking wordt voorgelegd. Hij kan eventueel een lid van het Directiecomité met deze toelichting belasten, alsook ieder ander lid van de Raad, hetzij omdat het gegeven punt rechtstreeks verband houdt met de werkzaamheden van dit lid binnen het NBN, hetzij omdat dit punt op aanvraag van dit lid, volgens de voorgeschreven procedure, op de agenda werd geplaatst.

Art. 11.Wanneer de agenda een punt omvat dat het voorwerp is van een standpuntverschil zoals omschreven in artikel 7 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004, kan de voorzitter, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de Raad, hetzij op verzoek van een betrokken sectorale operator een voor dat normalisatieprogramma aangewezen vertegenwoordiger uitnodigen om als raadgever deel te nemen aan de besprekingen van de Raad betreffende dit punt, en desgevallend deze vertegenwoordiger belasten met de uiteenzetting van het standpuntverschil. Enkel de leden van de Raad nemen deel aan de stemming over deze punten.

Art. 12.De voorzitter van de zitting verklaart de bespreking van de punten en de tussenkomsten voor geopend of gesloten.

Art. 13.De voorzitter van de zitting neemt deel aan de besprekingen zonder afstand te doen van zijn voorzitterschap.

Art. 14.Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire beschikkingen, geschiedt de stemming bij handopsteking. Een lid kan nochtans om een geheime stemming vragen; de Raad beslist of dit toegestaan wordt.

Art. 15.Wanneer de Raad gevraagd wordt door middel van een stemming te kiezen tussen meer dan twee voorstellen zal hij zo nodig overgaan tot één of meerdere voorafgaande stemmingen, zodat de uiteindelijke stemming slaat op de twee voorstellen die het meeste aantal stemmen hebben gekregen tijdens de voorafgaande stembeurten. De Raad stelt vooraf de wijze vast waarop de bewuste stemmingen zullen plaatsgrijpen.

Art. 16.Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire beschikkingen, is de stem van de voorzitter van de zitting bepalend bij staking van stemmen.

Art. 17.Onmiddellijk na de stemming maakt de voorzitter van de zitting de uitslag ervan bekend; de uitslag wordt opgenomen in de notulen. HOOFDSTUK IV. - Secretariaat, opmaken en bijhouden van de notulen

Art. 18.Het secretariaat van de Raad van Bestuur wordt, onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van het Directiecomité, waargenomen door een door de voorzitter van het Directiecomité voorgedragen en door de Raad aangestelde persoon.

Naast het secretariaat van de Raad van Bestuur, treedt de secretaris van de Raad eveneens op als secretaris van het Directiecomité.

In zijn hoedanigheid van secretaris staat betrokkene in voor de eindredactie, de vertaling en de verzending van de documenten die bestemd zijn voor de Raad, het behartigen van de administratieve relaties met de leden van de Raad en de coördinatie van het beantwoorden van de vragen van de leden van de raad.

In de uitoefening van zijn functie legt de secretaris verantwoording af aan, enerzijds, de voorzitter van de Raad van Bestuur en, anderzijds, de voorzitter van het Directiecomité voor de acties die hij onder hun verantwoordelijkheid en in hun opdracht uitvoert.

Art. 19.In beginsel worden in de notulen, per punt van de agenda, de belangrijkste aspecten van de besprekingen en de volledige weergave van de beslissingen opgenomen.

Art. 20.Het ontwerp van de notulen wordt binnen de 14 kalenderdagen na de desbetreffende vergadering voorgelegd aan alle effectieve en plaatsvervangende bestuurders.

Ten laatste bij de eerstvolgende vergadering en op uitnodiging van de voorzitter laten de leden hun opmerkingen kennen; de Raad van Bestuur beslist over de gegrondheid van de gemaakte opmerkingen, na de secretaris gehoord te hebben.

Wanneer het opmerkingen betreft over tussenkomsten van de leden worden deze bij voorkeur schriftelijk ter zitting aan de secretaris overhandigd.

De notulen worden slechts definitief bij goedkeuring op de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur. Bij hoogdringendheid kan de voorzitter aan de toen aanwezige bestuurders goedkeuring per e-mail vragen binnen een termijn van minstens vijf werkdagen.

Art. 21.Ieder lid mag ter zitting of bij het goedkeuren van de notulen van de vorige zitting vragen de door hem afgelegde verklaringen op te nemen.

In dat geval overhandigt het lid bij voorkeur de geschreven tekst van zijn verklaringen tijdens de zitting aan de secretaris.

Art. 22.Twee exemplaren van de notulen worden na goedkeuring door de Raad van Bestuur ondertekend en geparafeerd door de voorzitter van de zitting en de secretaris.

Eén van de exemplaren wordt door de voorzitter van de Raad van Bestuur bewaard, het andere exemplaar wordt bewaard door de secretaris.

De notulen worden per jaar gebundeld.

Art. 23.De leden van de Raad van Bestuur hebben het recht de notulen van de voorbije jaren en van het lopende jaar te raadplegen op de plaats waar deze worden bewaard.

Art. 24.De secretaris houdt een register bij van de na elke vergadering verplicht opgemaakte notulen. Alle effectieve en plaatsvervangende leden van de Raad van Bestuur en de Regeringscommissarissen ontvangen een kopie van de definitieve notulen.

De kopieën van, of de uittreksels uit de registers van de goedgekeurde van de Raad van Bestuur worden door de Voorzitter van het Directiecomité afgeleverd wanneer : - dit in rechte of elders moet worden voorgelegd; - gevraagd door een effectief of plaatsvervangend lid; - gevraagd door derden die een belang aantonen dat het rechtigt deze documenten in te zien. HOOFDSTUK V. - Rechten en plichten van de leden

Art. 25.De bestuurder die bij een ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur voorgelegde zaak een persoonlijk belang heeft dat kan indruisen tegen dat van het Bureau, is ertoe gehouden de Raad ervan op de hoogte te brengen en deze verklaring in de notulen van de vergadering te doen opnemen. Hij mag niet deelnemen aan de stemming over deze zaak.

Art. 26.Wanneer tijdens de zitting een geval behandeld wordt dat het persoonlijk belang van een lid raakt, hetzij omdat het hemzelf betreft, hetzij zijn verwanten tot en met de tweede graad, verlaat het betrokken lid de vergadering op het ogenblik dat de kwestie wordt aangesneden.

Over gevallen die niet bepaald zijn in de vorige paragraaf van dit artikel, beslist de Raad bij gewone meerderheid van de stemmen of er al dan niet geraakt wordt aan de persoonlijke belangen van een lid.

Art. 27.De besprekingen in de Raad van Bestuur zijn vertrouwelijk en mogen niet aan derden meegedeeld worden. De vertrouwelijkheid slaat niet op de weergave van de beslissingen die opgenomen zijn in de notulen overeenkomstig artikel 20 van dit huishoudelijk reglement en die aan belanghebbende derden mogen worden meegedeeld.

Art. 28.De leden van de Raad van Bestuur moeten in alle omstandigheden de hogere belangen van het Bureau in aanmerking nemen.

Art. 29.Elke bestuurder heeft het recht om op elk ogenblik kennis te nemen van de dossiers van het Bureau, op voorwaarde dat hij de Voorzitter van het Directiecomité hiervan tijdig en op voorhand verwittigt. HOOFDSTUK VI. - Aanwezigheid van derden

Art. 30.De Voorzitter van de Raad van Bestuur en de Voorzitter van het Directiecomité kunnen om het even welke persoon, die zij menen te moeten horen, op de vergadering uitnodigen, na elkaar hierover te hebben geïnformeerd.

TITEL III. - Bevoegdheden raad van bestuur HOOFDSTUK I. - De Raad van Bestuur

Art. 31.De Raad van Bestuur beraadslaagt over alle bestuursdaden en schikkingen die de toekomst van het Bureau aangaan en in het bijzonder over de strategie en voorgestelde activiteiten, het budget en de jaarrekeningen die hij goedkeurt.

De Raad van Bestuur is belast met het afsluiten van alle huurovereenkomsten, alle aankopen en alle verkopen en meer in het algemeen van alle verrichtingen die betrekking hebben op onroerende goederen of uitrustingsgoederen.

Art. 32.De Raad van Bestuur kan een gedeelte van zijn bevoegdheden afstaan aan de voorzitter van het directiecomité of aan het Directiecomité zoals bepaald in artikels 51 en 52.

Deze bevoegdheidsoverdracht geschiedt krachtens een beslissing van de Raad van Bestuur die het doel en de draagwijdte ervan bepaalt, alsook de vormen waarin hem rekenschap van de uitoefening van de aldus overgedragen bevoegdheid wordt gegeven, zoals bepaald in artikels 51 en 52.

De meerderheid van de Raad kan te allen tijde een voorstel tot herziening van de bevoegdheidsoverdracht goedkeuren.

Art. 33.De Raad van Bestuur bepaalt de wijze waarop het Directiecomité verslag dient uit te brengen over de vervulling van zijn opdracht. HOOFDSTUK II. - De voorzitter van de Raad van Bestuur

Art. 34.De voorzitter oefent het algemeen toezicht uit op het beheer van het Bureau in het kader van de richtlijnen en beslissingen genomen door de Raad van Bestuur.

Hij formuleert vanuit de beslissingen van de Raad van Bestuur de nodige adviezen en aanbevelingen aan het Directiecomité in verband met : a) de verwezenlijking van zijn opdrachten;b) de krachtlijnen van het algemeen beleid van het Bureau;c) het financieel beleid van het Bureau;d) de voorstellen die aan de Raad van Bestuur dienen te worden gedaan;e) de belangrijke wijzigingen in de organisatie. Hij staat in voor de contacten met de Hoge Raad voor Normalisatie.

Art. 35.De voorzitter heeft het recht, binnen het kader van zijn bevoegdheden, alle nuttige voorstellen te doen.

Art. 36.Hij heeft toegang tot alle inlichtingen of dossiers waarover hij meent te moeten beschikken om zijn taken uit te voeren. Hij beschikt over de voor zijn taken noodzakelijke administratieve en materiële middelen. HOOFDSTUK III. - Algemeen schema van de normalisatieprogramma's

Art. 37.Het Directiecomité legt ieder jaar tijdens het laatste kwartaal van dat jaar aan de Raad van Bestuur voor beslissing een nota voor die het geactualiseerd schema van de normalisatieprogramma's bevat, met vermelding van de lijst van de te ondernemen normalisatie-activiteiten, de status van de lopende werkzaamheden evenals de eventueel voorziene termijn voor hun beëindiging, alsook een globaal financieringsplan.

Art. 38.De Raad van Bestuur belast het Directiecomité onder andere met : - het publiceren van de beslissing van de Raad van Bestuur genomen in uitvoering van artikel 37 op de website van het Bureau; - het voorbereiden van de mededeling van het algemeen schema van normalisatieprogramma's door de Voorzitter van de Raad van Bestuur aan de Hoge Raad voor Normalisatie; - de coördinatie en het toezicht op de uitvoering van de noodzakelijke notificaties met betrekking tot de normalisatieprogramma's, voortvloeiend uit enige regelgeving of enige Europese of internationale verplichting. HOOFDSTUK IV. - Oprichten en ontbinden van normalisatiecommissies; gehomologeerde normen

Art. 39.De oprichting en ontbinding van een normalisatiecommissie gebeurt op voorstel van hetzij het Directiecomité, hetzij een lid van de Raad van Bestuur, hetzij een erkende sectorale operator. De initiatiefnemer maakt een nota terzake over aan voorzitter van de Raad van Bestuur, waarin hij het technisch en economisch voordeel aanduidt dat de betrokken norm(en) vertoont voor een gebied, en de kennis die volgens hem vereist is bij het uitwerken van de norm(en).

Art. 40.Elk voorontwerp van gehomologeerde norm wordt door de normalisatiecommissie na het bereiken van een consensus binnen deze normalisatiecommissie, in het Nederlands en in het Frans, aan de Raad van Bestuur voor aanvaarding aangeboden, binnen de maand na de goedkeuring van het verslag van de vergadering van de normalisatiecommissie waaruit de consensus blijkt.

Art. 41.De Raad van Bestuur gelast het Directiecomité met de aankondiging van het ontwerp van een te bekrachtigen Belgische gehomologeerde norm in het Belgisch Staatsblad voor een openbaar onderzoek. Deze aankondiging dient te gebeuren binnen de maand volgend op de aanvaarding van het ontwerp van norm door de Raad van Bestuur. HOOFDSTUK V. - Erkenning en intrekking van erkenning van sectorale operatoren

Art. 42.De sectorale operator maakt zijn erkenningsaanvraag, alsook elke aanvraag tot wijziging van een erkenning, via aangetekend schrijven over aan de voorzitter van de Raad van Bestuur.

Art. 43.De Raad van Bestuur gelast het Directiecomité met de opdracht : - de erkenningsaanvraag op zijn gefundeerdheid en volledigheid te onderzoeken, overeenkomstig de bepalingen van de artikels 1 en 2 van het koninklijk besluit van 21 oktober 2004 betreffende de erkenning van de sectorale normalisatie-operatoren; - na overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur, eventueel bijkomende elementen te vorderen over de erkenningsaanvraag; - de beslissing van de Raad van Bestuur te notificeren aan de kandidaat sectorale operator, zoals voorgeschreven door artikel 3 van het koninklijk besluit, vermeld in dit artikel van het huishoudelijk reglement; - de lijst van gegevens te actualiseren op de website van het Bureau, zoals voorgeschreven door artikel 4 van het eerder vermelde koninklijk besluit.

Art. 44.Indien een sectorale operator aan zijn erkenning wenst te verzaken, meldt hij dit per aangetekend schrijven aan de voorzitter van de Raad van Bestuur, die op de eerstvolgende Raad van Bestuur het Bureau hiervan informeert. De vooropzegtermijn voor deze sectorale operator loopt vanaf de datum waarop zijn verzaking op de agenda van de Raad van Bestuur figureerde.

Art. 45.De gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning van een sectorale operator gebeurt op initiatief van hetzij de voorzitter van de Raad van Bestuur hetzij het Directiecomité. De Raad van Bestuur beslist bij twee derde meerderheid van de aanwezige of bij volmacht vertegenwoordigde leden.

De Raad van Bestuur gelast het Directiecomité met de opdracht : - een advies inzake de intrekking voor de Raad van Bestuur te formuleren; - de betrokken sectorale operator uit te nodigen op de vergadering van de Raad van Bestuur om gehoord te worden; - de beslissing schriftelijk te notificeren aan de sectorale operator. HOOFDSTUK VI. - De raadgevende comités

Art. 46.De Raad van Bestuur richt, overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 21 oktober 2004 ter bepaling van het aantal, de samenstelling en de vergoedingsvoorwaarden van de leden van de Raad van Bestuur van het Bureau voor Normalisatie, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van het Directiecomité, alle comités op waarvan hij meent dat ze hem kunnen helpen bij de uitvoering van zijn opdracht.

Art. 47.Aantal, samenstelling, bevoegdheden en de werkingsregels van deze comités worden bij reglement bepaald, dat door de Raad van Bestuur dient te worden goedgekeurd.

TITEL IV. - Bevoegdheden Directiecomité HOOFDSTUK I. - Het Directiecomité

Art. 48.De Raad van Bestuur bepaalt het aantal leden van het Directiecomité op twee, zijnde een voorzitter van het Directiecomité en een technisch directeur.

Art. 49.De Raad van Bestuur draagt de volgende opdrachten op aan het Directiecomité en bekleedt het met de hiervoor benodigde bevoegdheid : - het Directiecomité bereidt, op voorstel van de voorzitter en de voorzitter van het Directiecomité, de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor. Het stelt de agenda voor, houdt toezicht op de voorbereiding van alle documenten en formuleert voorstellen in verband met de in te winnen adviezen; - het Directiecomité keurt, op voorstel van de voorzitter van het Directiecomité en overeenkomstig de wetgeving op de overheidsopdrachten, alle overeenkomsten van zakelijke, financiële of technische aard goed die passen in het kader van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde activiteiten en binnen de grenzen van de budgetten, voor zover deze overeenkomsten het bedrag van 100.000 euro niet overschrijden; - het Directiecomité houdt toezicht op het gevoerde personeelsbeleid in het algemeen. Op voorstel van de voorzitter van het Directiecomité beslist het over de aanwerving, bevordering en eventuele afdanking van het personeel; - het Directiecomité houdt toezicht op de realisatie van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde investeringsprojecten binnen de aangegeven budgettaire grenzen.

Art. 50.Het Directiecomité brengt minstens trimestrieel verslag uit aan de Raad van Bestuur betreffende beslissingen genomen in het kader van bovenvermelde bevoegdheidsoverdracht. HOOFDSTUK II. - De voorzitter van het Directiecomité

Art. 51.De opdracht van de voorzitter is onder meer : - de strategie van het Bureau definiëren en desgewenst aanpassen in overleg met de Raad van Bestuur; - de structuren van het Bureau organiseren en beheren overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de beschikbare financiële middelen.

De taken van de voorzitter zijn onder meer : - een strategie voor het Bureau voorstellen in functie van de economische en technische behoeften aan normen in België; -het Bureau organiseren in functie van de vervulling van zijn opdrachten; - het juridisch en operationeel kader voor de personeelsleden vastleggen, en deze motiveren en informeren; - instaan voor de boekhouding en het budget; - alle juridische en technische aspecten inzake normalisatie opvolgen.

Art. 52.De voorzitter van het Directiecomité, bij diens ontstentenis, de technisch directeur, is belast met de dagelijkse leiding van het Bureau.

In deze hoedanigheid stelt de voorzitter van het Directiecomité alle handelingen die nodig of dienstig zijn voor de uitvoering van zijn opdrachten, waaronder : - de vertegenwoordiging van het Bureau, behoudens de bevoegdheden van de voorzitter en behoudens de specifieke delegaties aan sectorale operatoren; - de aanwerving, de bevordering, het ontslag van het personeel; - de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden onder het personeel; - het toezicht over de naleving van de regels inzake veiligheid, discipline en hygiëne; - alle aankopen en verkopen van materialen, goederen en diensten (en de commercialisering van haar producten), in het kader van het courante beheer van het Bureau;

De voorzitter van het Directiecomité is eveneens belast met : - het afsluiten, opzeggen of wijzigen van alle polissen en verzekeringscontracten betreffende risico's van alle aard; het vaststellen van alle vergoedingen in geval van schade; - het verzorgen van alle betrekkingen van het Bureau met de openbare besturen, met inbegrip van de fiscale -, de douane- en de postadministraties; - het ontvangen van de publieke schatkist, van elke kas van de Staat of van elke administratie, van elke maatschappij of van elke collectiviteit, van alle sommen in speciën, handelseffecten en meer in het bijzonder het in ontvangst nemen van de uitvoering van alle verplichtingen in het voordeel van het Bureau en het verlenen van ontlasting ervan; - het laten openen van alle deposito- en overschrijvingsrekeningen in het voordeel van het Bureau; het beschikken over de rekeningen geopend op naam van het Bureau voor de behoeften van de lopende zaken van het Bureau; het afsluiten van de financiële en kredietverrichtingen nodig of nuttig voor het courant beleid van het Bureau, met uitzondering van het aangaan van leningen of van kredieten op lange termijn of van niet courante bewerkingen en met uitzondering van het toestaan van borgstellingen, van avals, van waarborgen in naam van het Bureau, weze het voor de schulden van het Bureau of voor de schulden van derden; - het ondertekenen van alle courante briefwisseling van het Bureau; - het aanvragen van alle aansluitingen van alle installaties van telefoon, telex, telefax, elektriciteit, gas, drijfkracht en te dien einde het betalen van alle abonnementen; het ondertekenen van alle noodzakelijke documenten ter zake.

Tevens wordt gepreciseerd dat de beslissingen omtrent de hierna volgende materies niet onder het dagelijks beheer vallen : - de vervreemding of verwervingen van deelnemingen in andere ondernemingen; - alle financiële - of kredietverrichtingen op middellange of op lange termijn, hetzij in het voordeel van het Bureau, hetzij door het Bureau; - het bepalen van het algemeen beleid van het Bureau en van belangrijke wijzigingen in haar dienstenprogramma's, alsmede van de oprichting of de sluiting van afdelingen en van de investeringsprogramma's; - de verwerving van de industriële eigendomsrechten, met inbegrip van de know-how-verdragen, alsmede van alle overeenkomsten met betrekking tot deze rechten, met name de licentie-overeenkomsten toegestaan door het Bureau of opgemaakt ten hare gunste; - alle contracten en alle handelingen die, hetzij wegens hun lange duur, hetzij wegens hun belangrijkheid het gewone beheer van het Bureau overschrijden.

Hij legt verantwoording af voor de Raad van Bestuur inzake de uitvoering van zijn opdracht via trimestriële verslaggeving.

Hij neemt samen met de technisch directeur met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur. HOOFDSTUK III. - Technisch directeur

Art. 53.De opdracht van de Technisch directeur is onder meer : - een ontwerp van normalisatieprogramma's opstellen en desgewenst aanpassen in samenwerking met alle betrokkenen; - de normalisatiewerkzaamheden coördineren; - de harmonisatie van de regels inzake het functioneren van de normalisatiecommissies verzekeren; - de normalisatiecommissies begeleiden; - snel en efficiënt alle nuttige informatie verspreiden naar de sectorale operatoren.

De taken van de Technisch directeur zijn onder meer : - de ondersteuning van de sectorale operatoren verzekeren; - de begeleiding verzorgen van de normalisatiecommissies van algemeen belang; - het beleid uitstippelen inzake de publicatie en verspreiding van technische documenten en normen; - het Bureau vertegenwoordigen of laten vertegenwoordigen in internationale commissies voor normalisatie, behoudens de specifiek aan de sectorale operatoren toegekende taken in dit verband.

TITEL V. - Toezicht HOOFDSTUK I. - De Regeringscommissarissen

Art. 54.De Regeringscommissarissen wonen de vergaderingen van de Raad van Bestuur bij met raadgevende stem. Zij hebben de ruimste bevoegdheden voor het volbrengen van hun taak conform artikelen 9 en 10 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.

Art. 55.Elke Regeringscommissaris beschikt over een termijn van vier kalenderdagen om beroep aan te tekenen tegen de uitvoering van elke beslissing genomen door de Raad van Bestuur, handelend ter uitvoering van de bevoegdheden hem toegewezen krachtens Titel III van dit huishoudelijk reglement, en die de Regeringscommissaris strijdig acht met de wet, de statuten of het algemeen belang. Het beroep is opschortend.

Deze termijn van vier vrije dagen gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing werd genomen voor zover de regeringscommissaris daarop werd uitgenodigd op regelmatige wijze, of, in het tegenovergestelde geval, de dag waarop hij kennis ervan heeft gekregen.

Art. 56.Elke Regeringscommissaris tekent beroep aan bij de Minister die hij vertegenwoordigt.

De Minister geeft kennis van zijn beslissing binnen een termijn van twintig kalenderdagen, die ingaat op dezelfde dag als de eerste termijn. De kennisgeving gebeurt door middel van een bij de post aangetekende brief. De datum van de poststempel geldt als verzendingsdatum.

Bij een door de Minister aan de voorzitter van de Raad van Bestuur betekende beslissing kan de in de vorige paragraaf bepaalde termijn met tien kalenderdagen worden verlengd.

Indien de Minister zijn beslissing niet binnen de hem toegewezen termijn heeft bekendgemaakt, wordt het beroep als verworpen beschouwd en wordt de beslissing definitief HOOFDSTUK II. - De Commissaris-revisor

Art. 57.Het toezicht op de verrichtingen van het Bureau wordt uitgeoefend door een Commissaris-revisor, benoemd door de Raad van Bestuur. Het Directiecomité organiseert daartoe een openbare aanbesteding.

Art. 58.De Commissaris-revisor heeft een onbeperkt recht van toezicht en controle over al de boekhoudkundige en financiële verrichtingen van het Bureau. Hij is ertoe gerechtigd om zonder verplaatsing kennis te nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen en in het algemeen van alle geschriften van het Bureau.

Art. 59.De Commissaris-revisor moet aan de Raad van Bestuur de uitslag van zijn opdracht voorleggen, met de voorstellen die hij geschikt acht, en hem de wijze meedelen waarop hij de inventarissen nagegaan heeft. Om het toezicht op de boeken en rekeningen uit te oefenen, mag de Commissaris-revisor zich, op kosten van het Bureau, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, door een deskundige laten bijstaan.

TITEL VI. - Inwerkingtreding Wijziging van het huishoudelijk reglement

Art. 60.Het huishoudelijk reglement en zijn eventuele toekomstige wijzigingen zijn slechts definitief van kracht vanaf publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Het huidige reglement mag slechts gewijzigd worden hetzij op voorstel van de Voorzitter van de Raad van Bestuur, hetzij op voorstel van de Voorzitter van het Directiecomité, hetzij op schriftelijke aanvraag van tenminste drie leden van de Raad van Bestuur.

De eerste versie en alle toekomstige wijzigingen komen tot stand in onderling overleg tussen het Directiecomité en de Raad van Bestuur.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 29 oktober 2007 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Bureau voor Normalisatie.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

^