Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 november 2022
gepubliceerd op 09 december 2022

Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een voorschot in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2022034475
pub.
09/12/2022
prom.
29/11/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een voorschot in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De recente oorlog in Oekraïne en de diverse sancties die vervolgens genomen werden tegen Rusland en de onzekerheden waartoe dit militair conflict aanleiding geeft, hebben ertoe geleid dat heel wat afgewerkte producten, halffabricaten en grondstoffen de laatste maanden aanzienlijke tot extreme prijsstijgingen en prijsschommelingen hebben gekend. Dit is onder meer het geval voor energie, brandstoffen, aluminium, staal, koper, ... Dit heeft ertoe bijgedragen dat recent heel wat opdrachtnemers liquiditeitsproblemen ondervinden. In het kader van de huidige economische situatie is het dan ook aangewezen dat, zo spoedig mogelijk, een mogelijkheid gecreëerd wordt voor de aanbesteder om zijn opdrachtnemer tegemoet te komen door middel van de toekenning van een voorschot, aangezien hiermee problemen op het vlak van financiering kunnen worden aangepakt.

Om de voormelde redenen is het dringend noodzakelijk dat de betaling van een beperkt voorschot tijdelijk mogelijk gemaakt wordt en dit zowel voor de nog te lanceren opdrachten, voor de reeds gelanceerde opdrachten die nog niet in uitvoering zijn, als voor deze die reeds in uitvoering zijn.

De bestaande mogelijkheden om een voorschot toe te kennen als voorzien in artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (hierna "KB AUR" genoemd), zijn eerder beperkt van aard.

Overeenkomstig artikel 67, § 1, eerste lid, 1°, kan de aanbesteder bijvoorbeeld een voorschot toekennen bij opdrachten die ten aanzien van hun bedrag "zeer belangrijke voorafgaande investeringen" vergen die uitsluitend voor de uitvoering van de betreffende opdracht bestemd zijn. Een dergelijk voorschot moet daarenboven een specifieke finaliteit hebben zoals omschreven in de voormelde bepaling.

Bijvoorbeeld moet het voorschot dienen voor de aankoop van materieel, machines of gereedschap (voor de volledige lijst van mogelijke finaliteiten, zie artikel 67, § 1, eerste lid, 1°, van het KB AUR).

De bestaande mogelijkheden worden aan dusdanige strenge en ingewikkelde voorwaarden gekoppeld dat in veel gevallen geen voorschot kan toegestaan worden, bijvoorbeeld omdat geen "investering" vereist is, laat staan een zeer belangrijke voorafgaande investering. Indien uitzonderlijk toch een voorschot wordt toegekend worden hieraan eveneens voorwaarden gekoppeld, waarvan de opvolging en het nazicht voor beide contractpartijen dan weer een administratieve last met zich meebrengt. In de praktijk wordt in de overgrote meerderheid van de gevallen dan ook geen voorschot toegekend door de aanbesteder, hetgeen in de huidige uitzonderlijke economische omstandigheden onwenselijk is.

Om de voormelde redenen wordt een bijkomende mogelijkheid ingevoerd voor de aanbesteder om een voorschot toe te kennen. De bestaande mogelijkheden, zoals beschreven in artikel 67 KB AUR, blijven echter eveneens van toepassing.

De aanbesteder verkrijgt de mogelijkheid (niet de verplichting) om een voorschot toe te kennen van maximum twintig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde. Wanneer de looptijd van de opdracht meer dan twaalf maanden bedraagt wordt voor de berekening van het voorschot als referentie een bedrag genomen dat gelijk is aan twaalf keer het oorspronkelijke opdrachtbedrag, gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht. In het geval van een opdracht van onbepaalde duur, wordt voor de berekening van het voorschot als referentie het oorspronkelijke maandelijkse opdrachtbedrag vermenigvuldigd met twaalf genomen. Indien de opdracht echter gesloten wordt tegen globale prijslijst voor onbepaalde duur is er geen oorspronkelijk maandelijks opdrachtbedrag gekend. In dat geval wordt de algemene regel gevolgd en bedraagt het voorschot maximum twintig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.

De ontworpen regeling is van toepassing op alle overheidsopdrachten op defensie- en veiligheidsgebied enerzijds en op alle overheidsopdrachten in de klassieke en speciale sectoren anderzijds, met uitzondering van deze die niet onderworpen zijn aan het beginsel van betaling voor verstrekte en aanvaarde prestatie. Indien dit laatste beginsel niet van toepassing is (te weten voor de opdrachten van geringe waarde, tenzij wanneer anders voorzien door de opdrachtdocumenten), kunnen voorschotten worden toegekend en is er dus geen nood aan een bijzondere regeling.

De ontworpen tijdelijke regeling geldt niet voor de concessies die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten betreffende de concessieovereenkomsten. In tegenstelling tot de overheidsopdrachten worden de concessieovereenkomsten gekenmerkt door een overdracht van het exploitatierisico, waardoor het niet gepast is voor deze concessieovereenkomsten bijkomende flexibiliteit te creëren omtrent de mogelijkheid om een voorschot toe te kennen, temeer daar er voor de concessieovereenkomsten vaak ook een vergoeding bekomen wordt door de concessiehouder van de gebruiker.

De mogelijkheid om een voorschot toe te kennen geldt niet wanneer de uitvoeringstermijn van de overheidsopdracht korter is dan twee maanden. Deze bepaling is erop gericht de aanbesteder te beschermen, indien hij toch zou aangezet worden tot de betaling van een voorschot in gevallen waarbij dit, gelet op de uitvoeringstermijn, niet opportuun is.

Er werd eveneens gepreciseerd dat ingevolge de sluiting van de raamovereenkomst in het kader van de uitgewerkte regeling geen voorschot toegekend kan worden, maar wel voor de opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst.

Voor de opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn bij de inwerkingtreding van het koninklijk besluit, kan de aanbesteder een voorschot toekennen volgens de hierna nader toegelichte modaliteiten, zelfs indien de opdrachtdocumenten niet in deze mogelijkheid voorzien.

Voor de opdrachten die op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit wel nog gelanceerd moeten worden, kan slechts een voorschot toegekend worden door de aanbesteder in uitvoering van dit besluit, wanneer hij dit voorzien heeft in de opdrachtdocumenten. De regels voor de opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn bij de inwerkingtreding enerzijds en de regels voor de opdrachten die op dat moment nog gelanceerd moeten worden, zijn dan ook niet helemaal identiek en daarom vervat in afzonderlijke bepalingen (zie de artikelen 2 en 3).

De terugbetaling van het voorschot wordt verrekend met de bedragen die verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer. Dit gebeurt, voor de opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn bij de inwerkingtreding van het koninklijk besluit, volgens het ritme en de modaliteiten als voorzien in de opdrachtdocumenten. Wanneer hieromtrent niets is opgenomen in de opdrachtdocumenten, hetgeen doorgaans het geval zal zijn, wordt de terugbetaling voor de voormelde opdrachten verrekend in twee stappen, voor zover natuurlijk in tussentijdse betalingen is voorzien. Op die manier wordt vermeden dat ingevolge de terugbetaling van het voorschot het risico op liquiditeitsproblemen opnieuw toeneemt. In deze regeling die als terugvaloptie van toepassing is, wordt de eerste helft van het voorschot verrekend met de aan de opdrachtnemer verschuldigde sommen op het ogenblik dat de waarde van de uitgevoerde prestaties dertig procent van de initiële waarde van de opdracht bereikt en wordt de terugbetaling van de tweede helft van het voorschot verrekend met de verschuldigde sommen wanneer de waarde van de uitgevoerde prestaties zestig procent van de initiële waarde van de opdracht bereikt. Wanneer er slechts één (eind)factuur betaald moet worden, zal slechts op dat moment verrekend worden, waardoor het voordeel van het voorschot gedurende de ganse uitvoeringsperiode behouden blijft.

Voor de opdrachten die op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit nog gelanceerd moeten worden, moet de aanbesteder, wanneer hij beslist een dergelijk voorschot toe te kennen, het ritme en de modaliteiten voor de terugbetaling van het voorschot vermelden in de opdrachtdocumenten.

De aandacht wordt erop gevestigd dat een volledige terugbetaling van het voorschot op het moment van de eerste factuur onwenselijk is aangezien daarmee de doelstelling van de maatregel kan worden uitgehold. Er moet inderdaad zoveel als mogelijk vermeden worden dat de terugbetaling van het voorschot opnieuw aanleiding geeft tot liquiditeitsproblemen.

Voor de opdrachten die op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit nog gelanceerd moeten worden, zal de aanbesteder zich in de opdrachtdocumenten uitdrukkelijk moeten uitspreken of hij al dan niet een voorschot zal toekennen. Hij mag de ondernemers hieromtrent dus niet in het ongewisse laten.

Hij zal kunnen aankondigen dat een dergelijk voorschot sowieso zal worden toegekend. Hij kan er echter ook voor opteren om in het kader van de opdracht geen voorschot toe te kennen.

Voor de opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn bij de inwerkingtreding van het koninklijk besluit, zullen administratieve overheden moeten motiveren waarom ze al dan niet ingaan op het verzoek vanwege een opdrachtnemer om een voorschot toe te kennen. De motieven die hiertoe ingeroepen kunnen worden werden niet geregeld in het ontwerp. Indien deze wel op limitatieve wijze zouden zijn omschreven, zou dit neer kunnen komen, in sommige gevallen, op een verplichting om een voorschot toe te kennen, terwijl artikel 12, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, alleen de mogelijkheid om een voorschot toe te kennen lijkt toe te laten.

Er is voorzien dat de opdrachtnemer die een voorschot wenst te ontvangen, voor de opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn bij de inwerkingtreding van het koninklijk besluit, hiertoe een schriftelijke, gedateerde en ondertekenende aanvraag moet indienen bij de aanbesteder. Deze aanvraag moet alle elementen bevatten die nodig zijn om de betaling te kunnen verrichten, behalve indien de aanbesteder hierover reeds beschikt. Deze aanvraag is niet nodig in de gevallen waarbij de aanbesteder in de opdrachtdocumenten reeds heeft aangegeven dat hij een voorschot zal toekennen. De opdrachtnemer moet er echter over waken dat de aanbesteder over de nodige elementen (bankgegevens) beschikt om tot betaling van het voorschot te kunnen overgaan.

De aanbesteder zal in heel wat gevallen budgettaire aanpassingen moeten doorvoeren om de betaling van het voorschot mogelijk te maken en zal hierbij de budgettaire regels moeten naleven. Het zal misschien niet altijd duidelijk zijn voor aanbesteders of deze aanpassingen effectief zullen goedgekeurd worden en hoeveel tijd deze in beslag zullen nemen, gelet op, onder meer, de democratische controle die desgevallend voorzien is. Alvorens te besluiten een voorschot toe te kennen, hetgeen voor de nog te lanceren opdrachten slechts kan door middel van een bepaling in die zin in de opdrachtdocumenten, moet de aanbesteder zich ervan vergewissen dat hij, overeenkomstig de voor hem geldende begrotingsregels, over voldoende middelen beschikt.

Het ontwerp creëert zodoende de mogelijkheid voor de aanbesteder om hun opdrachtnemers waar nodig te ondersteunen door het versterken van hun liquiditeit, met name in gevallen waarbij deze laatsten op dit vlak moeilijkheden ondervinden gelet op de voormelde uitzonderlijke omstandigheden.

Op die manier wordt een mogelijkheid geboden die ertoe bij kan dragen dat een faillissement in hoofde van opdrachtnemers vermeden wordt, hetgeen ook in het belang kan zijn voor de continuïteit van de openbare dienst en voor de economische orde van ons land.

De aanbesteder doet er goed aan om, voor de opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn bij de inwerkingtreding van het koninklijk besluit, de verzoeken om een voorschot toe te kennen zorgvuldig te analyseren en, wanneer gepast en mogelijk, hieraan gunstig gevolg te geven, desgevallend en zo nodig mits de budgettaire aanpassingen die zich aandienen, maar steeds mits naleving van de budgettaire regels die van toepassing zijn en die door het onderhavige ontwerp niet worden gewijzigd. De aanbesteder wordt zodoende aangespoord verzoeken om een voorschot toe te kennen niet systematisch en categorisch af te wijzen, gelet op de huidige uitzonderlijke situatie, maar zich begripvol op te stellen. Er wordt wel op gewezen dat, zodra het besluit tot toekenning van een voorschot is genomen, de aanbesteder over dertig kalenderdagen beschikt om het voorschot te betalen (voor de hypothese waarbij reeds in de opdrachtdocumenten werd aangegeven dat een voorschot zal toegekend worden begint deze termijn echter te lopen vanaf de sluiting van de opdracht). Indien dit niet wordt nageleefd, zijn er intresten voor betalingsachterstand verschuldigd alsook de in artikel 69 van het KB AUR bedoelde forfaitaire vergoeding.

Voor de opdrachten die bij de inwerkingtreding van het koninklijk besluit nog gelanceerd moeten worden doet de aanbesteder er eveneens goed aan zorgvuldig te analyseren of het gepast is de betaling van een voorschot in de opdrachtdocumenten te voorzien. In dat geval begint de betaaltermijn van het voorschot te lopen vanaf de sluiting van de opdracht (voor zover de aanbesteder over alle elementen beschikt om tot uitbetaling te kunnen overgaan).

De voormelde mogelijkheid moet dringend worden gecreëerd, aangezien de liquiditeit van de opdrachtnemers recent sterk is verminderd.

De voormelde mogelijkheid wordt in de tijd beperkt. Het verlenen van een dergelijke voorschot zal meer bepaald mogelijk zijn vanaf de tiende dag na de bekendmaking van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad, en dit voor alle opdrachten, dit wil zeggen voor de opdrachten die nog gelanceerd moeten worden, de opdrachten waarvoor de plaatsingsprocedure lopende is en voor de opdrachten die reeds in uitvoering zijn. Zoals reeds vermeld zal de aanbesteder, voor de opdrachten die op de voormelde datum nog gelanceerd moeten worden, slechts een voorschot kunnen toekennen, wanneer hij dit heeft voorzien in de opdrachtdocumenten (in dat geval zal hij overigens het voorschot moeten toekennen). Het toekennen van een dergelijk voorschot zal niet meer mogelijk zijn op grond van het onderhavige besluit voor opdrachten die op 31 december 2023 nog moeten worden bekendgemaakt of waarvoor de uitnodiging tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte nog moet verstuurd worden (bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking). Voor de opdrachten waarvoor de plaatsingsprocedure op die datum reeds loopt of die op die datum reeds in uitvoering zijn, is de toekenning van een voorschot daarentegen nog steeds mogelijk na 31 december 2023.

Ten slotte werd rekening gehouden met de opmerkingen in het advies 72.410/1 van de Raad van State, gegeven op 4 november 2022.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Eerste Minister, A. DE CROO

Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 72.410/1 van 4 november 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de toekenning van voorschotten in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne' Op 25 oktober 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Eerste Minister verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de toekenning van voorschotten in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 27 oktober 2022. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Chantal BAMPS en Inge VOS, staatsraden, Johan PUT, assessor, en Wim GEURTS, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Barbara SPEYBROUCK, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Inge VOS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 4 november 2022. 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt: "Vu la récente guerre en Ukraine, les différentes sanctions imposées à la Russie et les fluctuations et surtout les augmentations de prix qui affectent actuellement le marché, notamment pour l'achat d'énergie et de carburants, il est urgent de permettre, de manière temporaire, à côté des cas déjà prévus dans l'article 67 de l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles d'exécution des marchés publics, le paiement d'une avance limité pour les marchés qui doivent encore être lancés, pour les marchés qui ont été lancés mais qui ne sont pas encore en cours d'exécution et pour ceux qui sont déjà en cours, et même en l'absence d'une disposition en ce sens dans les documents du marché;

Vu que les adjudicateurs peuvent ainsi soutenir les adjudicataires en renforçant leur liquidité, notamment dans les cas où, compte tenu des circonstances exceptionnelles susmentionnées, les adjudicataires rencontrent des difficultés à cet égard;

Vu que les adjudicateurs ont ainsi la possibilité de contribuer à éviter la faillite de leurs adjudicataires, ce qui peut également être dans l'intérêt de la continuité du service public et de l'ordre économique de notre pays;

Compte tenu du fait que la liquidité des entreprises s'est récemment fortement détériorée, au vu des circonstances exceptionnelles susmentionnées, il est urgent de créer la possibilité susmentionnée". 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe om, naast de in artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten `tot bepaling van de algemene uitvoeringregels van de overheidsopdrachten' voorziene gevallen1, de betaling van een beperkt voorschot tijdelijk mogelijk te maken voor de nog uit te schrijven opdrachten, voor de reeds uitgeschreven opdrachten die nog niet in uitvoering zijn en voor de opdrachten die reeds in uitvoering zijn, ook wanneer geen bepaling in die zin is voorzien in de opdrachtdocumenten. Het is de bedoeling om het ontworpen besluit, met uitzondering van artikel 5, eerste lid, ervan,2 in werking te laten treden op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 6, eerste lid, van het ontwerp).

Het ontworpen besluit houdt voorts op uitwerking te hebben op 31 december 2023, voor de overheidsopdrachten die op deze datum nog niet werden bekendgemaakt en, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, voor de overheidsopdrachten waarbij op deze datum nog niet werd uitgenodigd tot het indienen van een offerte (artikel 6, derde lid). 4. De ontworpen tijdelijke voorschotregeling vormt een uitzondering op het beginsel dat betalingen alleen mogen worden gedaan voor verstrekte en aanvaarde prestaties.3 Rechtsgrond voor het ontwerp wordt gevonden in artikel 12, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten `inzake overheidsopdrachten' overeenkomstig welke bepaling "[v]oorschotten (...) enkel [kunnen] worden toegestaan volgens de materiële en desgevallend procedurele voorwaarden vastgesteld door de Koning".4 In zoverre de ontworpen regeling betrekking heeft op opdrachten op defensie- en veiligheidsgebied, vinden deze bepalingen rechtsgrond in artikel 8, tweede lid, van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten `inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied', dat bepaalt dat "voorschotten [kunnen] worden toegestaan volgens de voorwaarden vastgesteld door de Koning".

ONDERZOEK VAN DE TEKST ALGEMENE OPMERKING 5. Luidens artikel 1 van het ontwerp is de ontworpen tijdelijke voorschotregeling van toepassing op de opdrachten die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten, met uitzondering van de overheidsopdrachten waarvoor artikel 12 van deze wet niet van toepassing is5, evenals op de opdrachten die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten. Aldus geldt de ontworpen tijdelijke voorschotregeling bijvoorbeeld niet voor de concessies die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten `betreffende de concessieovereenkomsten', waarvoor nochtans artikel 57 van het koninklijk besluit van 25 juni 2017 `betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten'6 in een met artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten vergelijkbare voorschotregeling voorziet.

Dit beperkt toepassingsgebied moet kunnen worden verantwoord in het licht van het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.

Hierover ondervraagd, verstrekte de gemachtigde de volgende verantwoording: "In tegenstelling tot de overheidsopdrachten worden de concessieovereenkomsten gekenmerkt door een overdracht van het exploitatierisico, waardoor het niet gepast leek voor deze concessieovereenkomsten bijkomende flexibiliteit te creëren omtrent de mogelijkheid om een voorschot toe te kennen, temeer daar er voor de concessieovereenkomsten vaak ook een vergoeding bekomen wordt door de concessiehouder van de gebruiker." Het verdient aanbeveling om deze verantwoording voor het betrokken verschil in de het verslag aan de Koning te integreren.

BIJZONDERE OPMERKINGEN Artikel 2 6.1. In artikel 2 van het ontwerp worden verschillende begrippen gehanteerd voor de bepaling van het referentiebedrag voor de berekening van het voorschot, zijnde "de initiële waarde van de opdracht" (artikel 2, eerste lid), "het oorspronkelijke bedrag van de opdracht" (tweede lid) en "de waarde per maand van de overeenkomst" (tweede lid).

Hierover ondervraagd, verklaarde de gemachtigde: "Er is inderdaad een probleem op het vlak van de terminologie. Het ware bij nader inzien beter geweest om het consequent te hebben over `initiële waarde' (en `initiële maandelijkse waarde')." De rechtszekerheid vereist dat een eenvormige en consistente terminologie wordt gebruikt doorheen het ganse ontwerp, en alleszins binnen een en dezelfde bepaling. Daarbij valt op te merken dat artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten verwijst naar "het oorspronkelijke opdrachtbedrag" ("montant initial du marché"). 6.2. In artikel 2, tweede lid, van het ontwerp wordt bij een opdracht van meer dan twaalf maanden als referentiebedrag twaalf keer het oorspronkelijke bedrag van de opdracht genomen, "inclusief belastingen", gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht. In de andere gevallen in artikel 2 van het ontwerp wordt niet uitdrukkelijk aangegeven of de initiële waarde van de opdracht eveneens "inclusief belastingen" is.

Hierover ondervraagd, stelt de gemachtigde: "Dit is de bedoeling maar moet wellicht duidelijker worden aangegeven". Dit dient inderdaad te worden verduidelijkt in de tekst van het ontwerp. 6.3. In artikel 2, tweede lid, van het ontwerp wordt bij een opdracht van onbepaalde duur voorts voor de berekening van het maximumbedrag als referentie "de waarde per maand van de overeenkomst" vermenigvuldigd met twaalf in aanmerking genomen.

In de Nederlandse tekst dient het woord "opdracht" te worden gehanteerd in de plaats van "overeenkomst".

Voorts rijst de vraag of in het geval van een opdracht van onbepaalde duur de initiële maandelijkse waarde, vereist om overeenkomstig artikel 2, tweede lid, van het ontwerp het maximumbedrag te kunnen berekenen, steeds gekend zal zijn.7 Het komt de steller van het ontwerp toe de ontworpen bepaling in dat licht aan een bijkomend onderzoek te onderwerpen.

Artikel 3 7. In artikel 3, derde lid, van het ontwerp wordt verwezen naar de betaling van "voorschotten" die kunnen worden geschorst.Uit artikel 2, eerste lid, van het ontwerp volgt evenwel dat voor een opdracht "een voorschot" kan worden toegekend. Hierover ondervraagd, bevestigde de gemachtigde dat in artikel 3, derde lid, de zinsnede "De betaling van voorschotten" dient te worden vervangen door "De betaling van het voorschot". 8. Volgens artikel 3, derde lid, van het ontwerp kan de betaling van het voorschot worden geschorst indien wordt vastgesteld dat de opdrachtnemer zijn contractuele verplichtingen niet nakomt of de toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht overtreedt. Luidens artikel 4 van het ontwerp vindt de betaling van het voorschot plaats binnen dertig kalenderdagen vanaf de beslissing tot toekenning van het voorschot dan wel vanaf de sluiting van de opdracht, ingeval in de opdrachtdocumenten werd aangegeven dat de aanbesteder een voorschot toekent. Bij overschrijding van deze betalingstermijnen zijn intresten en een forfaitaire vergoeding van rechtswege verschuldigd.

Gevraagd hoe artikel 3, derde lid, van het ontwerp zich verhoudt tot artikel 4 van het ontwerp, antwoordde de gemachtigde: "In het dispositief wordt de link niet op uitdrukkelijke wijze gemaakt. De betreffende zin werd overgenomen uit artikel 67, § 2, tweede lid, van het KB AUR. Men kan zich de vraag stellen of het niet onlogisch zou zijn dat de intresten voor laattijdige betaling in de betreffende hypothese a) beginnen lopen of b) nog verder toenemen (wanneer de betreffende hypothese slechts optreedt wanneer de betalingstermijn al is overschreden). Het zou met name onlogisch zijn, wat het voormelde punt b) betreft, om de intresten te laten toenemen in de hypothese waarbij het arbeids-, sociaal of milieurecht niet wordt nageleefd, zo komt me althans voor."8 Het verdient aanbeveling om dit in de tekst van het ontwerp te verduidelijken, minstens om de verhouding tussen beide bepalingen toe te lichten in het verslag aan de Koning.

Artikel 4 9. In artikel 4 van het ontwerp is sprake van het verschuldigd zijn van een voorschot "in uitvoering van het onderhavig koninklijk besluit". Gevraagd hoe deze verplichting te rijmen valt met de overige bepalingen van het ontwerp waaruit blijkt dat het slechts gaat over een mogelijkheid voor de aanbesteder om een voorschot toe te kennen, antwoordde de gemachtigde: "De zinsnede lijkt inderdaad niet correct. Bijvoorbeeld kan overwogen [worden] de woorden `Indien een voorschot verschuldigd is in uitvoering van het onderhavige koninklijk besluit, dan' te vervangen door de woorden `Wanneer de aanbesteder beslist een voorschot toe te kennen in uitvoering van artikel 2 of wanneer de opdrachtdocumenten in de toekenning van een voorschot voorzien,'." Artikel 4 van het ontwerp dient te worden geherformuleerd in de zin dat daaruit duidelijk blijkt dat het gaat om een mogelijkheid en niet om een verplichting. Voorts dient in de aldus geherformuleerde bepaling tot uiting te komen dat het gaat om de toekenning van een voorschot ter uitvoering van het ontworpen besluit.9 Artikel 4 van het ontwerp zou aldus kunnen aanvangen als volgt: "Indien een voorschot wordt toegekend ter uitvoering van het onderhavige koninklijk besluit, (...)".

Artikel 5 10. Artikel 5, eerste lid, van het ontwerp verplicht de aanbesteder om in de opdrachtdocumenten naar het ontworpen besluit te verwijzen, behalve in het in het tweede lid bedoelde geval. Hierover ondervraagd, gaf de gemachtigde nog de volgende toelichting: "De bedoeling is vooral dat deze maatregel bijdraagt aan de kenbaarheid van de regeling bij de opdrachtnemers. De maatregel is er eveneens op gericht te vermijden dat aanbesteders de facto het bestaan van het koninklijk besluit zouden negeren. De techniek waarbij wordt opgelegd te verwijzen naar een bestaande regeling werd ook aangewend in artikel 12, § 4, van het KB AUR. (H)et betreft louter een verwijzing naar het koninklijk besluit, maar in de hypothese waarbij de aanbesteder in de opdrachtdocumenten heeft voorzien dat er sowieso een voorschot zal toegekend worden, kan er misschien verwarring optreden. Daarom moet misschien overwogen worden om een bepaling toe te voegen waarin de hypothese wordt behandeld waarbij de aanbesteder in de opdrachtdocumenten aangeeft dat een voorschot zal toegekend worden, waarbij de aanbesteder zijn vrijheid in de opdrachtdocumenten dus reeds heeft beperkt. In een dergelijk geval moet het betreffende voorschot worden toegekend." Omwille van de rechtszekerheid is het raadzaam om de voormelde hypothese tevens op te nemen in de tekst van het ontwerp. 11. Meer in het algemeen rijst echter de vraag of voor de nog uit te schrijven opdrachten de loutere verplichting om in de opdrachtdocumenten naar het ontworpen besluit te verwijzen afdoende is in het licht van het gelijkheids- en transparantiebeginsel10 en of het niet in alle gevallen11 raadzaam is voor de aanbesteder om reeds in de opdrachtdocumenten aan te geven of hij al dan niet gebruik zal maken van de mogelijkheid om een voorschot toe te kennen ter uitvoering van het ontworpen besluit. De griffier, Wim GEURTS De voorzitter, Marnix VAN DAMME _______ Nota's 1 Artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten luidt: " § 1. Er kunnen voorschotten aan de opdrachtnemer worden toegestaan in de hierna opgesomde gevallen: 1° overeenkomstig de in de opdrachtdocumenten vastgestelde modaliteiten voor opdrachten die ten aanzien van hun bedrag zeer belangrijke voorafgaande investeringen vergen, die uitsluitend voor hun uitvoering bestemd zijn: a) hetzij voor het oprichten van bouwwerken of installaties;b) hetzij voor de aankoop van materieel, machines of gereedschappen;c) hetzij voor de aankoop van octrooien, productie- of verbeteringslicenties;d) hetzij voor studies, proeven, aanpassingen of de bouw van prototypes;2° voor de overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten die dienen te worden gegund: a) aan andere Staten of een internationale organisatie;b) aan leveranciers of dienstverleners waarmede verplicht moet gehandeld worden en die het storten van voorschotten als voorwaarde stellen voor het aanvaarden van de opdracht;c) aan een bevoorradings- of herstellingsinrichting die door Staten is opgericht;d) in het kader van de gemeenschappelijk door verschillende Staten of internationale instellingen gefinancierde programma's voor navorsing, uittesten, studie, vervolmaking, ontwikkeling of productie;3° voor de overheidsopdrachten voor diensten van luchtvervoer van passagiers van categorie 3 van bijlage II, A, van de wet of van categorie 6 van bijlage 1 van de wet defensie en veiligheid, al naargelang;4° voor de opdrachten voor leveringen of diensten die, volgens de gebruiken, hetzij op basis van een abonnement zijn gesloten, hetzij een voorafgaande betaling vereisen; 5° [...] Het bedrag van de voorschotten mag vijftig percent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag niet overschrijden, behoudens in de gevallen vermeld onder 2° tot 4°. § 2. De betaling van het voorschot is onderworpen aan het indienen door de opdrachtnemer van een schriftelijke gedateerde en ondertekenende aanvraag met dit oogmerk.

De betaling van voorschotten kan worden geschorst indien vastgesteld wordt dat de opdrachtnemer zijn contractuele verplichtingen niet nakomt of de bepalingen van artikel 7 van de wet of artikel 41 van de wet defensie en veiligheid, al naargelang, overtreedt.

De aanbesteder houdt het door middel van de voorschotten reeds betaalde bedrag ter compensatie in op de bedragen die na deze betaling opeisbaar worden, overeenkomstig de modaliteiten van de opdrachtdocumenten." 2 Deze bepaling, die de aanbesteder verplicht om in de opdrachtdocumenten naar het ontworpen besluit te verwijzen, behalve in het in het tweede lid bedoelde geval, treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking van het ontworpen besluit in het Belgisch Staatsblad, voor de overheidsopdrachten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie of in het Bulletin der Aanbestedingen, alsook voor de overheidsopdrachten waarvan, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte (artikel 6, tweede lid). 3 Zie artikel 12, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten `inzake overheidsopdrachten' en artikel 8, eerste lid, van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten `inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied' 4 Daarbij wordt aangenomen dat de ontworpen regeling, net als artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten, niet beoogt afbreuk te doen aan de bepalingen ter uitvoering van artikel 134 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. Luidens artikel 134, eerste lid, bepalen de betrokken ministers en de minister van Financiën de algemene voorwaarden waaronder de contracten en overeenkomsten, door de Staatsbedrijven gesloten voor werken en leveringen de betaling van voorschotten mogen bedingen, alvorens de dienst verstrekt en aanvaard is. 5 De overheidsopdrachten van beperkte waarde zijn overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro en zij zijn niet onderworpen aan artikel 12 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten (het beginsel van betaling voor verstrekte en aanvaarde prestatie), tenzij dit is voorzien in de opdrachtdocumenten (zie artikelen 92 en 162 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten en de artikelen 5, tweede lid, en 6, § 5, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten). 6 Dit ter uitvoering van artikel 29, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten `betreffende de concessieovereenkomsten'. 7 Zoals in geval van een opdracht tegen globale prijs voor onbepaalde duur, waarbij een forfaitaire prijs het geheel van de prestaties van de opdracht of van elke post dekt (art. 2, 3°, koninklijk besluit 18 april 2017 `plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren'). 8 Zie voetnoot 1 voor de tekst van artikel 67, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten. 9 En dus niet met toepassing van artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten. 10 Het transparantiebeginsel vereist immers dat alle voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze in de aankondiging van de opdracht of in het bestek worden geformuleerd, opdat alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende ondernemers de juiste draagwijdte ervan kunnen begrijpen en deze op dezelfde manier kunnen interpreteren. Het beginsel van gelijke behandeling vereist dat alle inschrijvers bij het indienen van hun inschrijving dezelfde kansen krijgen, exact de procedurele verplichtingen kennen en er zeker van zijn dat deze verplichtingen voor alle concurrenten gelden (zie o.m. HvJ 14 januari 2021, C-387/19, RTS Infra, ECLI:EU:C:2021:13, punt 35 ; HvJ 14 december 2016, C-171/15, Connexxion Taxi Services, EU:C:2016:948, punten 39 en 40). 11 En dus niet beperkt tot het in artikel 5, tweede lid, van het ontwerp vermelde geval en de bijkomende hypothese aangegeven door de gemachtigde.

29 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een voorschot in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, artikel 12, tweede lid;

Gelet op de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 8, tweede lid;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd als volgt : Gelet op de recente oorlog in Oekraïne, de diverse sancties die genomen werden tegen Rusland en de prijsschommelingen en vooral prijsstijgingen waaraan de markt momenteel onderhevig is, met name wat de aankoop van energie en brandstoffen betreft, is het dringend noodzakelijk dat de betaling van een beperkt voorschot tijdelijk mogelijk gemaakt wordt voor de nog te lanceren opdrachten, voor de reeds gelanceerde opdrachten die nog niet in uitvoering zijn, alsook voor deze die reeds in uitvoering zijn, naast de reeds in artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziene gevallen en ook zonder dat een bepaling in die zin voorzien is in de opdrachtdocumenten;

Gelet op het feit dat de aanbesteders op die wijze hun opdrachtnemers kunnen ondersteunen door hun liquiditeit te versterken, met name in gevallen waarbij opdrachtnemers op dit vlak moeilijkheden ondervinden gelet op de voormelde uitzonderlijke omstandigheden;

Gelet op het feit dat aanbesteders op die manier een mogelijkheid wordt geboden om ertoe bij te dragen dat een faillissement in hoofde van hun opdrachtnemers vermeden wordt, hetgeen ook in het belang kan zijn voor de continuïteit van de openbare dienst en voor de economische orde van ons land;

Gelet op het feit dat de liquiditeit van de ondernemingen recent sterk is verslechterd, gelet op de voormelde uitzonderlijke omstandigheden, waardoor de voormelde mogelijkheid dringend moet worden gecreëerd;

Gelet op de advies van de Commissie voor de overheidsopdrachten, gegeven op 19 september 2022;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 september 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 4 oktober 2022;

Gelet op het advies 72.410/1 van de Raad van State, gegeven op 4 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het onderhavige koninklijk besluit is van toepassing op de volgende opdrachten : 1° de overheidsopdrachten die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, met uitzondering van de overheidsopdrachten waarvoor artikel 12 van deze wet niet van toepassing is ;2° de opdrachten die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied.

Art. 2.§ 1. De aanbesteder kan, voor de opdrachten die in uitvoering zijn op de in artikel 6, eerste lid, bedoelde datum en zelfs zonder bepaling in die zin in de opdrachtdocumenten, een voorschot toekennen aan de opdrachtnemer van maximum twintig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde. Hetzelfde geldt voor de overheidsopdrachten die voorafgaand aan de voormelde datum werden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook voor de overheidsopdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, voorafgaand aan de voormelde datum werd uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte.

Wanneer de looptijd van de opdracht meer dan twaalf maanden bedraagt wordt, in afwijking van het eerste lid, voor de berekening van het in het eerste lid bedoelde maximumbedrag van twintig procent, als referentie een bedrag genomen dat gelijk is aan twaalf keer het oorspronkelijke opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde, gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht. In het geval van een opdracht van onbepaalde duur, wordt voor de berekening van het voormelde maximumbedrag, als referentie het oorspronkelijke maandelijkse opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde, vermenigvuldigd met twaalf genomen, tenzij wanneer de opdracht gesloten wordt tegen globale prijs, in welk geval het eerste lid wordt toegepast.

Het eerste lid is niet van toepassing wanneer de uitvoeringstermijn van de overheidsopdracht korter is dan twee maanden. Het eerste lid is evenmin van toepassing op de raamovereenkomsten, maar wel op de opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst.

De terugbetaling van het in het eerste lid bedoelde voorschot wordt verrekend met de bedragen die verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer, volgens het ritme en de modaliteiten als voorzien in de opdrachtdocumenten. In afwezigheid van bepaling in de opdrachtdocumenten in die zin, wordt de terugbetaling van de eerste helft van het voorschot verrekend met de aan de opdrachtnemer verschuldigde sommen, wanneer de waarde van de uitgevoerde prestaties dertig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bereikt en wordt de terugbetaling van de tweede helft van het voorschot verrekend met de aan de opdrachtnemer verschuldigde sommen wanneer de waarde van de uitgevoerde prestaties zestig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bereikt. Alle voormelde bedragen worden begrepen als bedragen inclusief belasting over de toegevoegde waarde. § 2. De betaling van het in dit artikel bedoelde voorschot is onderworpen aan het indienen door de opdrachtnemer van een schriftelijke, gedateerde en ondertekende aanvraag met dit oogmerk.

Deze aanvraag bevat alle elementen die nodig zijn om de betaling te kunnen verrichten, behalve indien de aanbesteder hierover reeds beschikt.

Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanbesteder reeds in de opdrachtdocumenten heeft aangegeven dat een voorschot zal toegekend worden en indien alle elementen die nodig zijn om de betaling te kunnen verrichten, reeds bij de offerte worden gevoegd.

Art. 3.§ 1. De aanbesteder kan, voor de opdrachten die vanaf de in artikel 6, eerste lid, bedoelde datum worden bekendgemaakt en voor zover hij dit voorziet in de opdrachtdocumenten, een voorschot toekennen aan de opdrachtnemer van maximum twintig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde. Hetzelfde geldt voor de overheidsopdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf de voormelde datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte.

Wanneer de looptijd van de opdracht meer dan twaalf maanden bedraagt wordt, in afwijking van het eerste lid, voor de berekening van het in het eerste lid bedoelde maximumbedrag van twintig procent, als referentie een bedrag genomen dat gelijk is aan twaalf keer het oorspronkelijke opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde, gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht. In het geval van een opdracht van onbepaalde duur, wordt voor de berekening van het voormelde maximumbedrag als referentie het oorspronkelijke maandelijkse opdrachtbedrag, inclusief belasting over de toegevoegde waarde, vermenigvuldigd met twaalf genomen, tenzij wanneer de opdracht gesloten wordt tegen globale prijs, in welk geval het eerste lid wordt toegepast.

Het eerste lid is niet van toepassing wanneer de uitvoeringstermijn van de overheidsopdracht korter is dan twee maanden. Het eerste lid is evenmin van toepassing op de raamovereenkomsten, maar wel op de opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst.

Indien de aanbesteder gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid, voegt de opdrachtnemer alle elementen die nodig zijn om de betaling van het voorschot te kunnen verrichten, reeds bij de offerte toe.

De terugbetaling van het in het eerste lid bedoelde voorschot wordt verrekend met de bedragen die verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer, volgens het ritme en de modaliteiten als voorzien in de opdrachtdocumenten. § 2. De aanbesteder geeft in de opdrachtdocumenten aan of hij al dan niet van de in de eerste paragraaf, eerste lid, bedoelde mogelijkheid gebruik maakt. Indien de opdrachtdocumenten, in weerwil van de voormelde verplichting, hieromtrent geen uitsluitsel verschaffen, wordt geen voorschot toegekend in uitvoering van het onderhavige koninklijk besluit.

Indien de aanbesteder in de opdrachtdocumenten aangeeft dat hij van de in de eerste paragraaf, eerste lid, bedoelde mogelijkheid gebruik maakt, is hij ertoe gehouden het voorschot, waarvan hij de hoogte bepaalt maar waarbij het in de eerste paragraaf bedoelde maximum niet overschreden wordt, toe te kennen.

Art. 4.De betaling van het voorschot in uitvoering van de artikelen 2 en 3 kan worden geschorst indien vastgesteld wordt dat de opdrachtnemer zijn contractuele verplichtingen niet nakomt of de bepalingen van artikel 7 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten of artikel 41 van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, al naargelang, overtreedt.

Art. 5.Indien een voorschot wordt toegekend ter uitvoering van het onderhavige koninklijk besluit, dan vindt de betaling hiervan plaats binnen een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de beslissing tot toekenning van het voorschot, dan wel, indien reeds in de opdrachtdocumenten werd aangegeven dat de aanbesteder een voorschot toekent, vanaf de sluiting van de opdracht, in beide gevallen voor zover de aanbesteder over alle elementen beschikt om tot uitbetaling te kunnen overgaan en voor zover de betaling van het voorschot niet geschorst werd in uitvoering van artikel 4.

Wanneer de in het eerste lid bedoelde betalingstermijn wordt overschreden, is de in artikel 69 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten bedoelde intrest voor laattijdige betaling en de in het voormelde artikel bedoelde forfaitaire vergoeding voor invorderingskosten van rechtswege verschuldigd. Naast dit forfaitaire bedrag kan de opdrachtnemer voor dezelfde opdracht aanspraak maken op een redelijke schadeloosstelling voor alle andere invorderingskosten die ontstaan zijn door de laattijdige betaling.

De schorsing van de betaling van het voorschot, in uitvoering van artikel 4, zorgt ervoor dat de in het tweede lid bedoelde intresten voor laattijdige betaling die desgevallend verschuldigd zijn, gedurende de periode van schorsing, niet verder toenemen.

Voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde termijn is artikel 167 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten van toepassing.

Art. 6.Het onderhavige besluit treedt in werking op de tiende dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Het onderhavig besluit houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2023, voor de overheidsopdrachten die op deze datum nog niet werden bekendgemaakt en, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, voor de overheidsopdrachten waarbij op deze datum nog niet werd uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte.

Art. 7.De Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 november 2022.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO

^