gepubliceerd op 11 januari 2018
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de vzw CAD Limburg ter ondersteuning van een pilootproject " drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie"
29 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de vzw CAD Limburg ter ondersteuning van een pilootproject " drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie"
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017, artikel 2.25.1;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën gegeven op 10 november 2017;
Overwegende het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, artikel 1;
Overwegende de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;
Overwegende het projectvoorstel voor de periode van 1 december 2017 tot en met 31 mei 2018 ingediend op 15 september 2017 door vzw CAD Limburg bij de Minister van Volksgezondheid, dat de doelstellingen, de acties, de doelgroepen en de budgettering van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie" herneemt;
Op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Een toelage van 125.000 euro ten laste van basisallocatie BA 25 51 42 33 00 01, van de begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, hierna FOD VVVL genoemd, begrotingsjaar 2017, wordt toegekend aan de vzw CAD Limburg, (Salvatorstraat 25 3500 Hasselt), ondernemingsnummer BE0410114812, rekeningnummer : IBAN : BE80 4517 5298 6177; BIC : KREDBEBB, voor haar opdracht beschreven in artikel 4. § 2. Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 15 december 2017 tot en met 15 juni 2018 voor de gevangenis van Hasselt.
Art. 2.§ 1. De betaling van het in artikel 1, § 1, bedoelde bedrag zal gebeuren in drie schijven : 1° maximum 40 % van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering indienen bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole, Eurostation blok 2, Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel, en dit ten vroegste na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad; 2° maximum 30 % van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering indienen en een staat van inkomsten en uitgaven met de bijhorende bewijsstukken, voorzien van de geijkte formule "waar en echt verklaard", bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole, Eurostation blok 2, Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel en een tussentijds activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL, Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel, en dit ten vroegste op 15 februari 2018 en ten laatste op 28 februari 2018; 3° maximum 30 % van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering, voorzien van de geijkte formule "waar en echt verklaard", en het gevraagde bedrag, zoals bedoeld in dit 3° bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole, Eurostation blok 2, Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel en een activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 indienen bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel, en dit ten vroegste op 15 april 2018 en ten laatste op 30 april 2018.
De totaliteit aan stukken voor de verantwoording van reeds ontvangen bedragen, zoals bedoeld in 1° en 2°, en het gevraagde bedrag, zoals bedoeld in dit 3° en een activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 moeten ten vroegste op 15 juni 2018 en ten laatste op 30 juni 2018 ingediend worden bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel en bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole, Eurostation blok 2, Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel. . § 2. De bevoegde titularis kan bijkomende stukken opvragen voor de verantwoording van de bedragen. § 3. De betaling van de verschuldigde bedragen, of delen hiervan, gebeurt uitsluitend op voorwaarde dat aan de vereisten voorzien in artikel 2, 3, 4 et 5 van dit besluit voldaan wordt. Indien niet voldaan kan worden aan de vereisten van dit besluit, dan moet de vraag om afwijking rechtstreeks en onmiddellijk aan de FOD VVVL, DG Gezondheidszorg gericht worden, die deze aanvraag vervolgens zal onderzoeken en kan goedkeuren. § 4. Overeenkomstig het artikel 123 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten betreffende de algemene organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, zal, in het kader van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie", het niet benutte of verantwoorde gedeelte door de begunstigde worden terugbetaald aan de FOD VVVL, op het bankrekeningnummer IBAN rekening BE42 6792 0059 1754 geopend bij de Bank van de Post (BIC/SWIFT: PCHQBEBB) op naam van `Diverse Ontvangsten'.
Art. 3.§ 1. Het begeleidingscomité is samengesteld uit leden van de DG Gezondheidszorg van de FOD VVVL, leden van de DG EPI van de FOD Justitie en de projectverantwoordelijken van het project "drug- hulpverleningsprogramma voor personen in detentie". Deskundigen ter zake kunnen ook uitgenodigd worden om deel te nemen aan dit comité. § 2. De lokale projectcoördinator heeft onder andere tot opdracht actief deel te nemen aan de vergaderingen, die worden georganiseerd door het begeleidingscomité.
De taak van het begeleidingscomité bestaat erin om: 1° de relaties en de overdracht van de gegevens tussen de verschillende diensten van de FOD VVVL, de FOD Justitie, de lokale projectcoördinatoren van de betrokken gevangenissen en de deskundigen te faciliteren;2° over de stand van de werkzaamheden te waken. Met dat doel worden er regelmatig vergaderingen van het begeleidingscomité georganiseerd.
Art. 4.§ 1. Het doel van dit project bestaat erin een drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie te ontwikkelen.
Beoogd wordt dit model in een pilootfase uit te werken en uit te testen in drie (piloot)gevangenissen, met name in de gevangenis van Hasselt, de gevangenis van Lantin en het Brussels penitentiair complex.
Beoogd wordt, via de toegekende projectmiddelen, bijkomende inhoudelijke (expertise, vorming) en organisatorische (personeelsmatig) ondersteuning te bieden aan de (piloot)gevangenissen, om een kwaliteitsvolle zorg voor personen in detentie met een middelen gerelateerde problematiek te kunnen realiseren. Dit impliceert dat een zorgtraject op maat van de gedetineerde uitgewerkt moet worden, gelijkwaardig aan de zorg in de vrije samenleving, dit rekening houdend met de specifieke omstandigheden op het vlak van detentie en de actuele zorgcontext.
Gezien de complexiteit van de problematiek en de specificiteit van de penitentiaire context waarbinnen gewerkt zal worden, zal het project in verscheidene fasen gerealiseerd worden.
In deze eerste fase van het project gaat de prioriteit uit naar: - een snellere en betere identificatie van gedetineerden met een middelen gerelateerde problematiek door het gebruik van een screeningsinstrument dat de zorgverleners ook moet ondersteunen om een vlottere en meer adequate doorverwijzing en begeleiding van deze personen te kunnen realiseren, in functie van de ernst en complexiteit van hun problematiek; - vorming van de projectmedewerkers en van het personeel van de medische dienst inzake het gebruik van dit screeningsinstrument en inzake de begeleiding van/zorg voor gedetineerden met een middelen gerelateerde problematiek; - een betere uitwisseling van informatie en kennis tussen de betrokken (interne en externe) hulpverleners van de gedetineerde met het oog op een betere continuïteit van zorg, - zowel tijdens als na de detentieperiode.
Dit veronderstelt een geïntegreerde aanpak van de problematiek, met een adequate samenwerking en afstemming tussen alle betrokken partners. Om dit te kunnen realiseren, wordt een lokale projectcoördinator aangesteld, met name de vzw CAD Limburg, die zal instaan voor de coördinatie van dit project in de gevangenis van Hasselt.
De opdrachten van deze vzw zijn opgenomen in § 3 van artikel 4 van dit besluit, en zijn verder geconcretiseerd in het projectvoorstel dat de vzw CAD Limburg op 15 september 2017 heeft ingediend bij de Minister van Volksgezondheid. § 2. De opdrachten van vzw CAD Limburg zijn de volgende: 1° instaan voor de lokale projectcoördinatie, door onder meer het aanstellen van een lokale projectcoördinator voor de opvolging van dit project en het budgettair beheer van dit project;2° instaan voor de selectie, aanwerving en opleiding van de personeelsleden die tewerkgesteld worden in het kader van dit project; dit zijn: - 1 VTE verpleegkundige - 1 VTE psycholoog - een deeltijds huisarts of psychiater; 3° sensibiliseren en vormen van het medisch personeel inzake screening en aanpak van middelengebruik;4° sensibiliseren van de penitentiaire beambten inzake middelengebruik en inzake het pilootproject, rekening houdend met de specificiteit van de organisatie en penitentiaire context waarin het pilootproject georganiseerd wordt; 5° ondersteunen van de projectmedewerkers in de gevangenis, door onder meer m.b.t. middelengebruik en de screening ervan: - advies te verlenen - methodieken en informatie ter beschikking te stellen, onder meer op het vlak van screening naar (de ernst van) middelengebruik en risicotaxatie - informatie en ervaringen uit te wisselen met de projectmedewerkers in de twee overige (piloot)gevangenissen; 6° creëren en beheren van een netwerk met de betrokken diensten, hulpverleners en organisaties, zowel interne als externe partners, betrokken in het zorgtraject van gedetineerden met een middelen gerelateerde problematiek, inventariseren van de nodige en beschikbare middelen in en rond de gevangenis, organiseren van overlegvergaderingen en intervisies met interne en externe partners; 7° instaan voor de interne communicatie m.b.t. het project, in overleg met de bevoegde overheden en de Lokale Stuurgroep Drugs; 8° rapporteren aan de FOD Volksgezondheid en aan de Dienst Medische Zorgverlening bij EPI, FOD Justitie;9° registreren van bepaalde gegevens en opvolgen van de indicatoren, conform de afspraken met de bevoegde overheden en de betrokken onderzoekers;10° deelnemen aan het begeleidingscomité, dat georganiseerd wordt met het oog op de coördinatie tussen de drie (piloot)gevangenissen bepaald in artikel 4 van dit besluit.
Art. 5.Het activiteitenrapport omvat minstens de volgende punten : 1° een beschrijving van de visie en de doelstellingen van het project, en een beschrijving en argumentering van eventuele wijzingen hiervan in de loop van het project;2° de realisaties van het project; 3° een overzicht van bijgewoonde congressen, vormingen, ...; 4° een beschrijving van de manier waarop het project zich intern (in de instellingen) en eventueel extern (onder andere naar andere instellingen) bekend maakt;5° een gedetailleerde beschrijving van het personeel, met minstens volgende punten: a) opleiding ;b) soort overeenkomst ;c) anciënniteit ;d) relevante kwalificaties;6° een financiële balans: personeels- en andere kosten gedaan in het kader van dit project;7° beleidsaanbevelingen;8° een samenvatting van bovenstaande punten.
Art. 6.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 november 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK