gepubliceerd op 16 mei 2001
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de verplichte bijdrage van de reders van Belgische vissersvaartuigen, tot spijzing van het Fonds voor Scheepsjongens in 2001
29 MAART 2001. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de verplichte bijdrage van de reders van Belgische vissersvaartuigen, tot spijzing van het Fonds voor Scheepsjongens in 2001
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 september 1931 betreffende de aanwerving van personeel ter zeevisserij, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wet van 13 augustus 1990, bij het koninklijk besluit van 17 maart 1993 en bij de wet van 13 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 2000 houdende samenstelling van de Raad van het Fonds voor Scheepsjongens;
Gelet op het advies van de Raad van het Fonds voor Scheepsjongens, uitgebracht in zijn zitting van 12 december 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld een maatregel inzake de verplichte bijdrage ten laste van de reders te nemen voortvloeit uit de verplichting om de continuïteit van de werking van het Fonds voor Scheepsjongens te verzekeren in 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De verplichte bijdrage ten laste van de reders van Belgische vissersvaartuigen, die bedoeld worden in artikel 1 van de wet van 23 september 1931 betreffende de aanwerving van personeel ter zeevisserij, bijdrage voorzien bij artikel 3 van voormelde wet, wordt voor het werkingsjaar 2001 vastgesteld op 0,12 % van de bruto-besomming van de vangsten in 2001 verkocht in Belgische en in buitenlandse havens.
Art. 2.Voor het omzetten, in Belgische munt, van de bruto-besommingen van de vangsten verkocht in buitenlandse havens, wordt als basis genomen de op de respectievelijke verkoopdata geldende officiële middenkoers op de gereglementeerde wisselmarkt. Voor de E.G.-lidstaten die deelnemen aan de euro worden de vaste omrekeningskoersen gebruikt.
Art. 3.De in artikel 1 bedoelde bijdragen dienen gestort of overgeschreven te worden op postrekening nr. 679-1749118-14 van het "Fonds voor Scheepsjongens", Vrijhavenstraat 5, 8400 Oostende.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Art. 5.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 maart 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS