gepubliceerd op 08 juli 2022
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen
29 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001014153 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inschrijving van voertuigen sluiten betreffende de inschrijving van voertuigen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 1, eerste lid van de gecoördineerde wetten op de politie van het wegverkeer van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001014153 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inschrijving van voertuigen sluiten betreffende de inschrijving van voertuigen;
Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;
Gelet op de hoogdringendheid die wordt gerechtvaardigd door de volgende elementen: In bijlage vindt U een exemplaar van het ontwerp van besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001014153 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inschrijving van voertuigen sluiten betreffende de inschrijving van voertuigen. Voornoemd ontwerp van besluit voorziet in een uitzondering op de inschrijvingsplicht van het voertuig ingeschreven in het land van herkomst, in casu Oekraïne, dat gebruikt wordt door een natuurlijke persoon die tijdelijke bescherming geniet in uitvoering van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
Op 3 maart 2022 hebben de Europese lidstaten unaniem besloten om toepassing te maken van Richtlijn 2001/55 op de situatie van Oekraïne.
Ingevolge het uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 werd dit bijzondere statuut geactiveerd.
De tijdelijke bescherming is initieel geldig voor 1 jaar. Hierna kan zij twee keer verlengd worden voor een periode van 6 maanden. Als de Europese Raad besluit dat tijdelijke bescherming nog steeds nodig is, kan zij een laatste verlenging van 1 jaar goedkeuren.
In de omzendbrief van 9 maart 2022 betreffende de inschrijving van Oekraïense bevolking in de bevolkingsregisters onder het statuut van tijdelijke bescherming (Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken) wordt uitgelegd wat op het niveau van het gemeentebestuur moet gedaan worden wanneer deze personen zich aanmelden aan het loket met hun attest van tijdelijke bescherming: de Oekraïense onderdanen worden ingeschreven in het vreemdelingenregister (code 2.3.0 "Tijdelijke bescherming") van de gemeente waar zij over opvanghuisvesting beschikken, na een positief verblijfplaatsonderzoek, volgens de algemene regels betreffende de inschrijving in de bevolkingsregisters en worden vanaf dat ogenblik beschouwd als resident in België.
Uit de vergadering op 31 maart 2022 georganiseerd door de Europese Commissie met betrekking tot de voertuigen meegebracht door gevluchte Oekraïners, blijkt dat in andere lidstaten de Oekraïners die tijdelijke bescherming verkrijgen niet beschouwd worden als resident en niet onmiddellijk worden ingeschreven in de bevolkingsregisters.
Dit heeft als gevolg dat zij voorlopig gebruik kunnen blijven maken van hun voertuigen ingeschreven in Oekraïne. Afhankelijk van het land, zullen zij hun voertuigen pas dienen in te schrijven na een verblijf van zes maanden tot één jaar.
Overeenkomstig artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001014153 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inschrijving van voertuigen sluiten betreffende de inschrijving van voertuigen dienen de voertuigen die in het verkeer worden gebracht door personen verblijvend in België (= ingeschreven in het bevolkingsregister/vreemdelingenregister van een Belgische gemeente) ingeschreven te worden in België. In principe dienen de in Oekraïne ingeschreven voertuigen die werden meegebracht door de personen die het statuut van tijdelijke bescherming hebben verkregen dus onmiddellijk in België ingeschreven te worden vanaf het ogenblik dat zij ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister. Ook de voertuigen die zij tijdens hun verblijf in België aankopen dienen in België ingeschreven te worden.
Dit brengt echter enkele problemen met zich mee, voornamelijk voor de voertuigen die meegebracht werden uit Oekraïne en daar zijn ingeschreven. Vooraleer een voertuig van buiten de EU kan worden ingeschreven, dient dit gededouaneerd te worden, hetgeen de nodige kosten met zich meebrengt. Aangezien dit voertuigen zijn die niet bestemd waren voor de EU en dus niet over een Europese goedkeuring beschikken, dienen zij een homologatieprocedure te doorlopen bij de gewestelijke homologatiediensten, hetgeen opnieuw kosten met zich meebrengt. Aangezien voor deze voertuigen geen Europese emissienorm of emissiewaardes gekend zijn, zullen de goedkeuringen geen euronorm of emissiewaardes vermelden. Na inschrijving dient er dan belasting op de inverkeerstelling en verkeersbelasting betaald te worden, die aanzienlijk zullen zijn aangezien er geen emissiewaardes gekend zijn voor deze voertuigen. Bovendien zullen deze voertuigen niet toegelaten worden in de verschillende LEZ aangezien zij geen of een te lage euronorm hebben.
Dit alles zal een langdurige en kostelijke procedure met zich meebrengen voor voertuigen die mogelijk slechts één jaar of minder zullen worden aangewend in België. Om deze redenen zal het voertuig ingeschreven in het land van herkomst dat gebruikt wordt door een natuurlijke persoon die tijdelijke bescherming geniet in uitvoering van Richtlijn 2001/55/EG, na inwerkingtreding van dit besluit niet langer in België dienen te worden ingeschreven.
De uitzondering wordt op die wijze beperkt tot voertuigen die voordien ingeschreven waren in Oekraïne en niet voor de voertuigen die zij in België zouden aankopen. Deze uitzondering is eveneens in tijd beperkt namelijk voor de duur van de tijdelijke bescherming. Personen die na deze periode in België blijven en een verblijfsrecht zouden verkrijgen op een andere basis dan de tijdelijke bescherming, dienen hun voertuigen alsnog in te schrijven in België.
Omwille van deze uitzonderlijke situatie en het feit dat de personen die tijdelijke bescherming genieten momenteel al in het bevolkingsregister worden ingeschreven en dus ook hun voertuigen zouden moeten worden ingeschreven in België, dient voorliggend wijzigingsbesluit met de grootste hoogdringendheid in werking te treden.
Gelet op het advies 71.530/4 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001014153 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inschrijving van voertuigen sluiten betreffende de inschrijving van voertuigen wordt een punt 9 toegevoegd, luidende als volgt: " 9° het voertuig ingeschreven in het land van herkomst dat gebruikt wordt door een natuurlijke persoon die tijdelijke bescherming geniet in uitvoering van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen"
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De Minister van Financiën en de Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET