Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2022
gepubliceerd op 13 december 2022

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende het sociaal akkoord 2021-2022

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2022032416
pub.
13/12/2022
prom.
29/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende het sociaal akkoord 2021-2022 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende het sociaal akkoord 2021-2022.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2021 Sociaal akkoord 2021-2022 (Overeenkomst geregistreerd op 4 januari 2022 onder het nummer 169155/CO/107) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters, hierna "werknemers" genoemd, met inbegrip van de huisarbeiders, van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters (PC 107) (koninklijk besluit van 29 januari 1991 - Belgisch Staatsblad van 8 februari 1991).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 januari 2021 de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters (registratienummer 153308/CO/107). HOOFDSTUK II. - Koopkracht/lonen

Art. 2.Koopkracht Vanaf 1 januari 2022 worden de baremieke en effectieve lonen verhoogd met 0,40 pct.

Art. 3.Sectorale coronapremie § 1. Er wordt een sectorale coronapremie van 400 EUR toegekend onder de vorm van consumptiecheques, in uitvoering van artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, volgens onderstaande modaliteiten : - Toekenning pro rata volgens tewerkstellingsbreuk; - De berekening gebeurt pro rata de geleverde prestaties binnen de referteperiode van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021; - Schorsingen worden gelijkgesteld met effectieve prestaties, met uitzondering van perioden van arbeidsongeschiktheid die de eerste drie maanden arbeidsongeschiktheid overschrijden (te rekenen vanaf de eerste dag gewaarborgd loon), voltijds tijdskrediet en voltijds thematisch verlof; - Uitgereikt door de werkgever ten laatste op 31 december 2021, waarvan de kost ten belope van 250 EUR kan gerecupereerd worden via het "Gemeenschappelijk Fonds voor maatkleding en snijwerk dames". § 2. De werkgevers zullen de consumptiecheques "coronapremie" in elektronische vorm toekennen tenzij op het niveau van de onderneming wordt beslist om deze in papieren vorm toe te kennen, volgens de modaliteiten voorzien in deze overeenkomst.

Art. 4.Baremalonen De lonen worden op 1 januari 2022 met 0,40 pct. verhoogd en worden als volgt vastgesteld :

Niveau 1

Helpers(sters) en afwerkers(sters)/ Aides et finisseurs(euses)

12,2683 EUR

Niveau 1bis

Helpers(sters) en afwerkers(sters) na 3 jaar anciënniteit/ Aides et finisseurs(euses) après 3 ans d'ancienneté

12,8735 EUR

Niveau 2

De assistenten werklieden en werksters/ Les assistants ouvriers et ouvrières

13,5455 EUR

Niveau 3

Geschoolde werklieden en werksters/ Ouvriers et ouvrières qualifiés

14,4446 EUR

Niveau 4

Goedgeschoolde werklieden en werksters (keurwerksters)/ Ouvriers et ouvrières très qualifiés (ouvrières d'élite)

14,8959 EUR

Niveau 5

Taille-werkman en taille-werkster/ Ouvriers tailleurs et ouvrières tailleuses

15,3467 EUR


HOOFDSTUK III. - Huisarbeid

Art. 5.Het maakloon wordt berekend door het aantal uren vereist voor de uitvoering van elk stuk te vermenigvuldigen met het uurloon overeenstemmend met één van de functies vermeld in artikel 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.Het globale loon van de huisarbeiders en -arbeidsters wordt bij elke uitbetaling met 10 pct. verhoogd als schadeloosstelling voor de algemene kosten welke te hunnen laste vallen (verwarming, verlichting, enz.). Deze vergoeding wordt op 15 pct. gebracht wanneer de huisarbeiders en -arbeidsters zelf de kleine benodigdheden (garen, koorzijden, enz.) leveren.

Art. 7.Onverminderd de bepalingen van de wet van 26 januari 1951 en 4 augustus 1978 betreffende het bijhouden van de sociale documenten, worden de in artikel 6 bedoelde vergoedingen bij elke uitbetaling afzonderlijk in het loonboekje ingeschreven. De in artikel 5 bepaalde uren voor uitvoering van elk kledingstuk moeten schriftelijk worden vastgelegd bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsduur

Art. 8.De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 38 uren.

Art. 9.De wekelijkse arbeidsduur wordt over vijf dagen van de week verdeeld. De dag van inactiviteit wordt bij overeenkomst tussen de werkgever en de meerderheid van zijn of haar werknemers, hetzij op maandag of op zaterdag, hetzij beurtelings op maandag en op zaterdag bepaald.

Art. 10.In afwijking van de bepalingen van artikel 9 mag de werkgever, in overeenstemming van de meerderheid van de werknemers, het werk over zes dagen verdelen, op voorwaarde dat per week aan elke werknemer individueel, hetzij op zaterdag, hetzij op maandag, een dag van inactiviteit wordt toegekend volgens een tussen de partijen overeengekomen beurtstelsel.

Art. 11.De werkgevers delen aan de voorzitter van het paritair comité de krachtens artikel 9 of artikel 10 in hun onderneming ingevoerde arbeidsregeling mee. De voorzitter geeft kennis van deze arbeidsregeling aan de in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters vertegenwoordigde organisaties. HOOFDSTUK V. - Tijdskrediet en loopbaanvermindering

Art. 12.Conform het protocolakkoord van 17 november 2021, gesloten door de sociale partners in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, kleermaaksters en naaisters, wordt met betrekking tot het tijdskrediet de volgende afspraak weerhouden : - Verlenging van het recht op voltijds, halftijds of 1/5de tijdskrediet voor zorgmotief (51 maanden) en het recht op tijdskrediet met motief opleiding (36 maanden), vanaf 1 januari 2021 en dit voor onbepaalde duur.

Hiertoe zal een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden.

Art. 13.De sector tekent verder in op het stelsel van de Vlaamse aanmoedigingspremies, bedoeld in hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 (voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022).

Hiertoe zal een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden. HOOFDSTUK VI. - Landingsbanen

Art. 14.1) Intekening op de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 156 en nr. 157 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021 betreffende de landingsbanen (voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023). 2) Verlenging van het stelsel van de landingsbanen, halftijdse vermindering en één vijfde vermindering vanaf 50 jaar mits een loopbaan van 28 jaar, zonder recht op onderbrekingsuitkeringen (voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023). De bovenvermelde afspraken zullen worden vastgelegd in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 15.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om volgende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag toe te passen en hiertoe de nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten : 1) Algemeen stelsel van werkloosheid met bedrijfs-toeslag op 62 jaar conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17tricies sexies gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad op 27 april 2015 (voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023). 2) Stelsel op 60 jaar met een beroepsloopbaan van ten minste 40 jaar overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr.152 gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad op 15 juli 2021 (voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023).

Art. 16.De sector zal eveneens collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 153 en nr. 155 gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad op 15 juli 2021 omtrent de mogelijkheid tot vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid (voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2024). HOOFDSTUK VIII. - Werkbaar werk

Art. 17.Werkbaar werk, gespreid over de ganse loopbaan, moet een structureel aandachtspunt zijn. Inspanningen moeten tot concrete resultaten leiden op de werkvloer. HOOFDSTUK IX. - Opleiding en vorming

Art. 18.Partijen verbinden er zich toe om de inspanningen die geleverd worden voor vorming en opleiding verder te zetten met bijzondere aandacht voor risicogroepen. Het aantal opleidingsdagen zal verhoogd worden naar 2,5 dagen in het kader van het groeipad overeenkomstig de wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022.

Zij wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, indien zij voor de jaarlijkse vervaldag niet door één van de ondertekenende partijen wordt opgezegd, mits een opzegging van drie maanden, bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^