Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2018
gepubliceerd op 26 juli 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het sectoraal minimumbarema

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018030853
pub.
26/07/2018
prom.
29/06/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het sectoraal minimumbarema (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het sectoraal minimumbarema.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2017 Sectoraal minimumbarema (Overeenkomst geregistreerd op 28 november 2017 onder het nummer 143054/CO/219) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot voorwerp het instellen van sectorale minimumlonen op basis van de sectorale functieclassificatie. HOOFDSTUK III. - Opbouw van het minimumbarema

Art. 3.De sectorale functieclassificatie en de inschaling van de concrete functies worden geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2013 met registratienummer 116230/CO/219, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 19 maart 2015, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 9 april 2015.

Het toepasselijke minimumloon voor de bedienden is afhankelijk van de uitgeoefende functie. Hiertoe worden de functies ingedeeld in functiegroepen en in klassen.

Het sectoraal classificatiemodel is opgebouwd uit twee functiegroepen : supportfuncties en technische functies.

Voor de supportfuncties zijn er vier klassen en voor de technische functies zijn er vijf klassen.

De bediende wordt ingeschaald op basis van de functie-inhoud die hij gewoonlijk en hoofdzakelijk uitoefent.

Indien de bediende gelijktijdig functies uitoefent die behoren tot verschillende klassen, bevelen de sectorale sociale partners aan dat de ondernemingen op hun niveau afspraken maken omtrent de wijze waarop het minimumloon wordt vastgesteld. Indien dergelijke afspraken op ondernemingsvlak reeds bestaan, blijven deze integraal van kracht.

Voor elke klasse binnen een functiegroep wordt een overeenstemmend minimumbarema ingevoerd met een beginloon (BL) en een eindloon (EL).

Tussen het begin loon en het eindloon worden 7 tussenliggende minimumlonen vastgesteld.

De toepasselijke minimumlonen evolueren op basis van de verworven beroepservaring zoals bepaald in hoofdstukken IV en V. HOOFDSTUK IV. - Definitief van de periodes van beroepservaring

Art. 4.§ 1. Onder "periode van beroepservaring" wordt voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan : de volledige periode waarin een persoon tewerkgesteld is met een arbeidsovereenkomst en dit ongeacht de aard en de omvang van deze arbeidsovereenkomst (voltijds, deeltijds, voor bepaalde duur of onbepaalde duur, als uitzendkracht,...). § 2. Worden gelijkgesteld met beroepservaring : alle periodes, met een maximum van in totaal 60 maanden, waarin een persoon professionele activiteiten heeft verricht in een ander statuut dan dat van werknemer, zoals onder meer als ambtenaar, zelfstandige, stagiair,... en waardoor deze persoon een klaarblijkelijk voordeel heeft verworven in termen van technische competenties voor de uitoefening van de functie. § 3. De werknemer dient aan de werkgever de nodige bewijzen over te maken van de periodes van beroepservaring en van de periodes waarvoor hij een gelijkstelling vraagt. § 4. De periodes vermeld onder § 1 en § 2 kunnen niet gelijktijdig voor eenzelfde tijdsperiode in aanmerking genomen worden. § 5. De tewerkstelling en professionele activiteiten verricht in het buitenland worden mee in aanmerking genomen. § 6. De periodes van beroepservaring worden uitgedrukt in volledige maanden. Een begonnen maand telt hierbij als een volledige maand. HOOFDSTUK V. - Periodes van beroepservaring die in aanmerking komen voor het vaststellen van het minimumloon

Art. 5.De periodes van beroepservaring, zoals gedefinieerd in hoofdstuk IV, worden volledig in aanmerking genomen indien deze verworven zijn binnen de sector.

Onder "periodes van beroepservaring binnen de sector" wordt verstaan : de periodes van beroepservaring verricht bij : - ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing; - ondernemingen die deel uitmaken van een economische groep waartoe een onderneming behoort die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing; - buitenlandse ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing zouden ressorteren indien ze in België zouden gevestigd zijn.

Art. 6.§ 1. De periodes van beroepservaring, zoals gedefinieerd in hoofdstuk IV, worden voor de helft in aanmerking genomen indien deze niet verworven zijn binnen de sector. Deze periodes kunnen de in aanmerking te nemen beroepservaring met maximum 5 jaar verhogen. § 2. In afwijking hierop wordt er voor periodes van relevante beroepservaring geen begrenzing toegepast.

De relevantie van de beroepservaring wordt vastgesteld op basis van de functie-inhoud of het kennisdomein (bijvoorbeeld boekhouding, elektriciteit, liften,...) waarin de werknemer effectief werkzaam is geweest. § 3. De werknemer die de toepassing van § 2 vraagt, dient de nodige bewijzen voor te leggen van deze tewerkstellingsperiodes, de functie-inhoud en het kennisdomein waarbinnen hij actief was en dit voorafgaand aan de indiensttreding. § 4. De werkgever beoordeelt de relevantie van deze beroepservaring en dit uiterlijk op de datum van indiensttreding. De in aanmerking genomen beroepservaring dient schriftelijk vastgesteld te worden. Deze vaststelling heeft enkel en alleen gevolgen voor het bepalen van de sectorale minimumlonen. § 5. De werkgever verschaft aan de syndicale delegatie informatie over de algemene wijze waarop hij de relevantie van de jaren beroepservaring buiten de sector beoordeelt. § 6. De syndicale delegatie is bevoegd in geval van een geschil over de toepassing van het begrip beroepservaring. Indien het geschil niet binnen een redelijke termijn kan worden opgelost, wordt een beroep gedaan op de tussenkomst van de regionale vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties. Als deze tussenkomst geen einde stelt aan het geschil, wordt de sectorale verzoeningsprocedure gevolgd. Het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing is bevoegd om het geschil te beslechten. HOOFDSTUK VI. - Inschaling en evolutie van het minimumloon

Art. 7.§ 1. De bediende heeft recht op een minimumloon overeenstemmend met zijn functie en met zijn beroepservaring zoals vastgesteld in hoofdstukken IV en V. De toepasselijke minimum maandlonen zijn opgenomen in bijlagen 1 en 2. § 2. Het beginloon (BL) wordt toegekend aan de bediende met minder dan één jaar beroepservaring.

Het loon L1 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 1 jaar beroepservaring heeft verworven.

Het loon L3 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 3 jaar beroepservaring heeft verworven.

Het loon L5 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 5 jaar beroepservaring heeft verworven.

Het loon L10 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 10 jaar beroepservaring heeft verworven.

Het loon L15 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 15 jaar beroepservaring heeft verworven.

Het loon L20 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 20 jaar beroepservaring heeft verworven.

Het loon L25 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 25 jaar beroepservaring heeft verworven.

Vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 30 jaar beroepservaring heeft verworven, wordt aan de bediende het eindloon (EL) toegekend. § 2. De minimumlonen worden op 1 april van elk jaar geïndexeerd volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni en 27 september 1999 betreffende het nationaal akkoord 1999-2000, met registratienummer 53277/CO/219, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/01/2004 pub. 08/04/2004 numac 2004200185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 en 7 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende het nationaal akkoord 1999-2000 sluiten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2004. HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepaling

Art. 8.§ 1. Dit hoofdstuk voorziet in een afwijking van hoofdstukken IV en V voor bedienden tewerkgesteld binnen de sector, zoals gedefinieerd in artikel 5, op het moment van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Voor deze bedienden is de verworven beroepservaring gelijk aan de opgebouwde anciënniteit binnen de onderneming waarvoor ze werken.

Onder "anciënniteit" wordt verstaan : de periode waarin de werknemer ononderbroken in dienst is gebleven van dezelfde onderneming. § 3. Deze beroepservaring wordt bijkomend verhoogd met de helft van de periode gelegen tussen de datum van hun 21ste verjaardag en het moment van indiensttreding in de onderneming die hen tewerkstelt. § 4. De periode van beroepservaring overeenkomstig § 2 en § 3 wordt uitgedrukt in volledige maanden, waarbij een begonnen maand als een volledige maand telt. § 5. De aldus vastgestelde beroepservaring komt in aanmerking voor de bepaling en evolutie van de minimumlonen zoals bepaald in hoofdstuk VI. HOOFDSTUK VIII. - Duurtijd

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2018.

Ze kan worden opgezegd mits een aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing met naleving van een opzegtermijn van 6 maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het sectoraal minimumbarema Sectorale minimumlonen De hieronder vermelde bedragen zijn van toepassing op de ondernemingen die op 1 januari 2016 de bruto maandlonen met 20 EUR hebben verhoogd, zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2015 inzake koopkracht 2015-2016, met registratienummer 131168/CO/219, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 6 september 2016, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 september 2016.

A. Technische functies

Beginloon/ Salaire initial

1 856,57

1 949,39

2 217,45

2 692,69

3 074,78

Eindloon/ Salaire final

2 499,14

2 879,73

3 288,75

3 903,17

4 551,56

Klasse/Classe

1

2

3

4

5

BL/SI

1 856,57

1 949,39

2 217,45

2 692,69

3 074,78

L1/S1

1 875,84

1 977,30

2 249,58

2 729,01

3 119,09

L3/S3

1 920,82

2 042,42

2 324,57

2 813,73

3 222,47

L5/S5

2 017,21

2 181,98

2 485,27

2 995,31

3 443,97

L10/S10

2 177,86

2 414,56

2 753,10

3 297,93

3 813,18

L15/S15

2 274,24

2 554,12

2 913,80

3 479,50

4 034,69

L20/S20

2 370,63

2 693,67

3 074,50

3 661,07

4 256,21

L25/S25

2 434,88

2 786,71

3 181,64

3 782,12

4 403,88

EL/SF

2 499,14

2 879,73

3 288,75

3 903,17

4 551,56


B. Supportfuncties

Beginloon/ Salaire initial

1 821,50

1 960,23

2 098,95

2 256,75

Eindloon/ Salaire final

2 356,80

2 610,53

2 864,26

3 179,88

Klasse/Classe

1

2

3

4

BL/SI

1 821,50

1 960,23

2 098,95

2 256,75

L1/S1

1 857,52

1 999,01

2 140,51

2 301,48

L3/S3

2 009,23

2 185,26

2 361,28

2 570,22

L5/S5

2 097,99

2 294,21

2 490,43

2 727,41

L10/S10

2 160,97

2 371,51

2 582,06

2 838,94

L15/S15

2 209,81

2 431,48

2 653,13

2 925,44

L20/S20

2 249,74

2 480,48

2 711,20

2 996,09

L25/S25

2 303,27

2 545,51

2 787,74

3 087,98

EL/SF

2 356,80

2 610,53

2 864,26

3 179,88


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het sectoraal minimumbarema Sectorale minimumlonen De hieronder vermelde bedragen zijn van toepassing op de ondernemingen die op 1 januari 2016 de bruto maandlonen met 10 EUR hebben verhoogd en de resterende 10 EUR hebben omgezet in een ander gelijkwaardig voordeel, zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2015 inzake koopkracht 2015-2016, met registratienummer 131168/CO/219, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 6 september 2016, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 september 2016.

A. Technische functies

Beginloon/ Salaire initial

1 846,26

1 939,08

2 207,13

2 682,38

3 064,47

Eindloon/ Salaire final

2 488,83

2 869,42

3 278,44

3 892,86

4 541,25

Klasse/Classe

1

2

3

4

5

BL/SI

1 846,26

1 939,08

2 207,13

2 682,38

3 064,47

L1/S1

1 865,53

1 966,99

2 239,26

2 718,70

3 108,77

L3/S3

1 910,51

2 032,11

2 314,26

2 803,42

3 212,16

L5/S5

2 006,90

2 171,67

2 474,96

2 985,00

3 433,66

L10/S10

2 167,54

2 404,25

2 742,78

3 287,62

3 802,87

L15/S15

2 263,93

2 543,81

2 903,49

3 469,19

4 024,38

L20/S20

2 360,32

2 683,36

3 064,19

3 650,76

4 245,90

L25/S25

2 424,57

2 776,40

3 171,33

3 771,81

4 393,56

EL/SF

2 488,83

2 869,42

3 278,44

3 892,86

4 541,25


B. Supportfuncties

Beginloon/ Salaire initial

1 811,19

1 949,91

2 088,64

2 246,44

Eindloon/ Salaire final

2 346,49

2 600,22

2 853,95

3 169,57

Klasse/Classe

1

2

3

4

BL/SI

1 811,19

1 949,91

2 088,64

2 246,44

L1/S1

1 847,20

1 988,70

2 130,21

2 291,17

L3/S3

1 998,91

2 174,94

2 350,97

2 559,91

L5/S5

2 087,67

2 283,90

2 480,11

2 717,09

L10/S10

2 150,66

2 361,20

2 571,74

2 828,63

L15/S15

2 199,50

2 421,15

2 642,81

2 915,13

L20/S20

2 239,43

2 470,16

2 700,89

2 985,77

L25/S25

2 292,96

2 535,19

2 777,42

3 077,67

EL/SF

2 346,49

2 600,22

2 853,95

3 169,57


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^