gepubliceerd op 09 februari 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt
29 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, op artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992, 11 juli 1994 en 28 maart 2000, op artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992 en 28 november 2000 en op de artikelen 93, 95 en 96;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt;
Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het Hof van beroep te Antwerpen, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Antwerpen, van de procureur-generaal bij het Hof van beroep te Antwerpen, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Hasselt, van de procureur des Konings te Hasselt, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Hasselt en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Hasselt;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De rechtbank van koophandel te Hasselt bestaat uit acht kamers;
Art. 2.De inleidingen geschieden als volgt : - op woensdag voor de eerste kamer; - op donderdag inzake faillissement voor de tweede kamer, inzake gerechtelijk akkoord voor de zevende kamer; - op vrijdag inzake kort geding en als in kort geding; verzoekschriften en rechtsbijstand.
Art. 3.De kamers houden zitten als volgt : - de eerste kamer : woensdag; - de tweede kamer en zevende kamer : donderdag; - de derde kamer : maandag; - de vierde en zesde kamer : dinsdag; - de vijfde kamer : vrijdag; - de achtste kamer : woensdag.
De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kort geding en als in kort geding op vrijdag. Tevens behandelt hij de verzoekschriften en de verzoeken om rechtsbijstand.
De handelsonderzoeken, conform artikel 10 van de wet van 17 juli 1997 inzake het gerechtelijk akkoord gaan door op vrijdag vanaf 13 u. 30 m. of op elke andere dag of tijdstip te bepalen door de voorzitter volgens de noodwendigheden.
De getuigenverhoren en persoonlijke verschijningen van partijen worden op dinsdagnamiddag gehouden om 14 uur.
Art. 4.Indien de behoeften van de dienst het vergen kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen zullen houden op de dagen en uren die hij vaststelt.
Art. 5.De zittingen vangen aan om 9 uur, met uitzondering van deze van de vijfde kamer, die een aanvang nemen om 13 uur. Ze duren ten minste drie uren, rolregeling en uitspraak van vonnissen niet inbegrepen.
De getuigenverhoren beginnen om 14 uur.
De zittingen in kort geding en als in kort geding beginnen om 9 uur, evenals de behandeling der verzoekschriften en de verzoeken om rechtsbijstand.
Art. 6.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, dag en uur van de vakantiezittingen en wijst de magistraten aan die er zitting nemen.
Art. 7.Van de beschikkingen van de voorzitter op grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek of op grond van dit reglement genomen, wordt kennis gegeven aan de eerste voorzitter van het hof van beroep en aan de procureur des Konings en zij worden ter griffie aangeplakt.
Art. 8.Het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de rechtbank van koophandel te Hasselt, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 februari 1972, 26 februari 1992 en 16 maart 1999, wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 januari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX