gepubliceerd op 25 maart 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de maatregelen ten voordele van de risicogroepen
29 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de maatregelen ten voordele van de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1976, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 oktober 1976, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de maatregelen ten voordele van de risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 januari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 4 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 30 oktober 1976.
Bijlage Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002 Maatregelen ten voordele van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64892/CO/132)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Art. 2.De financiële middelen samengebracht in het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken" worden aangewend om tussenkomst te verlenen in de kosten van technische vorming en opleiding, enerzijds, en om tewerkstellingspremies toe te kennen onder de voorwaarden vast te stellen door de raad van beheer van het fonds, anderzijds.
Art. 3.De tussenkomst inzake vorming en opleiding of de tewerkstellingspremies worden slechts verleend na voorafgaandelijke aanvraag gericht aan de raad van beheer van het fonds op een daartoe bestemd formulier, met opgave van het in aanmerking komend personeelslid.
Art. 4.De tussenkomst in de kosten van technische vorming en opleiding en de toekenning van tewerkstellingspremies worden voorbehouden aan de categorieën vernoemd in artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991) en werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werklozen hebben gevolgd.
Art. 5.De kosten waarvan sprake in voorgaande artikelen kunnen betrekking hebben op een tussenkomst in de reiskosten, het loonverlies en de eventuele inschrijvingsrechten of cursusgelden. De totale tussenkomst in de vormingskosten per opleiding alsmede het bedrag van de tewerkstellingspremies worden beperkt overeenkomstig het bedrag en de modaliteiten vast te stellen door de raad van beheer van het fonds.
Art. 6.De betaling van de tussenkomst zal gebeuren aan de hand van een gedetailleerde afrekening van de gemaakte kosten op een daartoe voorzien afrekeningsformulier dat vergezeld moet gaan van de nodige stukken tot staving van de diverse aangerekende uitgaven.
De tewerkstellingspremies worden uitbetaald voorzover de vraag beantwoordt aan de voorwaarden vastgesteld door de raad van beheer van het fonds.
Art. 7.Met het oog op het bekomen van de grootst mogelijke sectorale resultaten inzake vorming en opleiding beveelt het fonds cursussen aan die georganiseerd worden in samenwerking met reeds bestaande vormingsinstellingen waaronder een instelling in het Vlaams Gewest te Roeselare namelijk het "Praktijkcentrum voor land- en tuinbouw" (PCLT) en twee instellingen in het Waalse Gewest namelijk het "Institut de mécanisation agricole" te Waremme en "Institut agricole du Hainaut" te Ath, en de VDAB, FOREm of BGDA.
Art. 8.Werknemers, zoals omschreven in artikel 4, kunnen een opleiding volgen tot het behalen van een "rijbewijs voor landbouwvoertuigen". De werkgevers kunnen de terugbetaling van de kosten bekomen bij het sociaal fonds.
Art. 9.Werknemers die in de toekomst, wegens gebrek aan vorming, dreigen tot de risicogroepen te behoren kunnen een opleiding tot het behalen van een rijbewijs voor landbouwvoertuigen volgen. Het sociaal fonds zal hiervan de helft van de kosten op zich nemen, de werkgever dient de andere helft van de kosten te dragen.
Art. 10.Met het oog op het bereiken van zinvolle opleidingsresultaten en bemoedigende tewerkstellingspremies, kan bij beslissing van de raad van beheer de specifieke opbrengst van de 0,10 pct. voor het jaar 2001 en 2002 op de loonmassa verhoogd worden met een bijkomende dotatie die geput wordt uit de reservemiddelen van het fonds vermeld in artikel 2.
De opbrengst van de hierboven genoemde bijdragen evenals de bijkomende dotatie geput uit het fonds, worden overgeschreven op een daartoe bestemde rekening met name : "Waarborg- en Sociaal Fonds voor technische land- en tuinbouwwerken - vakopleiding".
Art. 11.De raad van beheer van het fonds is belast met de uitvoering van de genomen beslissingen en het toezicht op de aanvragen, opleidingsprogramma's en de afrekening van de aangevraagde financiële tussenkomsten.
Art. 12.De raad van beheer van het fonds legt aan het paritair comité elke jaar een verslag voor over de ontwikkelde activiteiten.
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
In toepassing van voornoemde wet zullen de ondertekenende partijen een evaluatieverslag en een financieel rapport neerleggen op de griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en tegen uiterlijk 1 juli van het jaar dat volgt op het jaar 2001 en het jaar 2002.
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2002 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2002 betreffende de maatregelen ten voordele van de risicogroepen.
Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de ondertekende partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE