Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 februari 2004
gepubliceerd op 12 maart 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004200269
pub.
12/03/2004
prom.
29/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/29/2004200269/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 Tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 1 december 2003 onder het nummer 68776/CO/224)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de functieclassificatie voor bedienden.

Art. 2.De sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden", geopend ingevolge het centraal akkoord van 27 november 1990, wordt behouden voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004.

Deze rekening wordt beheerd door een paritair samengestelde raad.

Art. 3.In toepassing van hoofdstuk II, afdeling 1 van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003 - 2004, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003, storten de ondernemingen in 2003 en 2004 binnen de maand na het verstrijken van elk kwartaal, 0,10 pct. van de brutowedden van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden van het verlopen kwartaal, op de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden", ter ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen.

Art. 4.Onder "risicogroepen" wordt ondermeer verstaan : - deeltijds leerplichtigen. Hieronder wordt verstaan jongeren van 16 tot 18 jaar die deeltijds school lopen en deeltijds werken; - laaggeschoolde werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen met een scholingsgraad van maximum hoger secundair onderwijs; - langdurig werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen die minstens 1 jaar ononderbroken werkloosheidsvergoedingen hebben gehad; - oudere werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen van 50 jaar en ouder; - werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; - werkzoekenden die bij het "Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap"/"Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des handicapés" zijn ingeschreven; - werkzoekenden die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; - bestaansminimumtrekkers; - de migranten; - werknemers van 45 jaar en ouder of met een scholingsgraad van maximum hoger secundair onderwijs en die aan een nieuwe functie of installatie moeten aangepast worden ingevolge een reorganisatie, herstructurering of de invoering van nieuwe technologieën; - pas afgestudeerde jongeren binnen de eerste 6 maanden na hun aanwerving; - bedienden waarvan het ontslag in het raam van een herstructurering werd vermeden en gemuteerd werden; - alle andere categorieën bedienden die door de paritaire raad als dusdanig werden erkend.

Art. 5.Als tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven voor risicogroepen, kunnen onder meer volgende maatregelen worden opgenomen : - aanwerving of opleiding van personen behorend tot de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 4; - vervanging van bruggepensioneerden of loopbaanonderbrekers door personen behorend tot de risicogroepen; - in dienst houden van werknemers van minder dan 30 jaar na het verstrijken van de startbaanovereenkomst van minstens 12 maanden of na het verstrijken van opeenvolgende startbaanovereenkomsten die een totale duurtijd hebben van minstens 12 maanden; - projecten van alternerend leren en werken; - aanwerving van personen die geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen noch loopbaanonderbrekingsvergoedingen en die na een periode te zijn thuis gebleven voor de opvoeding van de kinderen of voor de verzorging van een inwonend familielid, opnieuw werkzoekend zijn; - positieve acties voor vrouwen; - reclasseringsinitiatieven ten voordele van bedreigde oudere of laaggeschoolde werknemers; - opleiding van laaggeschoolde werknemers; - omscholing of bijscholing van bedienden waarvan het ontslag in het raam van een herstructurering werd vermeden en hierdoor kunnen gemuteerd worden van functie.

Art. 6.De paritaire raad beslist over de aanwending van de gestorte bijdragen.

Voor tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven, opgesomd in artikel 5 hierboven of die door de paritaire raad als gelijkwaardig worden bevonden, wordt een tussenkomst voorzien in de terzake gedane financiële inspanning.

Art. 7.Behoudens verlenging van de bijdrageplicht van 0,10 pct. bij wet of nieuw centraal akkoord, wordt de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden" op 31 december 2004 opgeheven en het gebeurlijk beschikbaar saldo vereffend volgens criteria te bepalen door de paritaire raad.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van hoofdstuk 7, afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2003-2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^