28 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1999 tot uitvoering van artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, artikel 26, § 2, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1999 tot uitvoering van artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld;

Gelet op het advies van de Cel voor financiële informatieverwerking, gegeven op 11 februari 2010;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, van 2 april 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 11 mei 2010;

Gelet op het advies 48.609/2 van de Raad van State, gegeven op 25 augustus 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme door de wet van 18 januari 2010 wijzigingen heeft ondergaan; dat voormelde wet op 5 februari 2010 in werking is getreden;

Overwegende dat het derhalve aangewezen is zo snel mogelijk alle nodige aanpassingen door te voeren aan voornoemd koninklijk besluit van 6 mei 1999 opdat dit overeenstemt met de wijzigingen die werden doorgevoerd aan de wet van 11 januari 1993;

Overwegende dat voornoemd koninklijk besluit van 6 mei 1999 in die zin dient te worden aangepast;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 6 mei 1999 tot uitvoering van artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld wordt vervangen door het volgende opschrift : « Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 26, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme »;

Art. 2.In artikel 1, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste gedachtestreepje, worden de woorden « witwassen van geld » aangevuld met de woorden « en de financiering van terrorisme »;2° in het tweede gedachtestreepje, worden de woorden « artikel 2bis, 5° » vervangen door de woorden « artikel 4 »;3° in het derde gedachtestreepje, worden de woorden « artikel 14bis », vervangen door de woorden « artikel 26 ».

Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de woorden « artikel 14bis », vervangen door de woorden « artikel 26 ».

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Financiën en de Minister bevoegd voor de Justitie zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Justitie, S. DE CLERCK