Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 september 2006
gepubliceerd op 06 oktober 2006

Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 8, § 10, 1°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006023014
pub.
06/10/2006
prom.
28/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/28/2006023014/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 8, § 10, 1°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels


VERSLAG AAN DE KONING Sire, In uitvoering van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid het hoofdstuk V, wordt U ertoe gemachtigd om de bedragen, voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels te verhogen.

De van kracht zijnde reglementering bepaalt dat, indien het loon, geherwaardeerd op de ingangsdatum van het pensioen, en desgevallend omgerekend naar een tewerkstelling die met een volledige arbeidsregeling overeenstemt lager is dan 13.151,04 euro, het pensioen voor het betrokken kalenderjaar wordt berekend op voormeld bedrag (dat overeenstemt met twaalf maal het gemiddeld minimum maandinkomen zoals vastgelegd in de CAO nr. 43 van 2 mei 1988), en dit voor elk kalenderjaar waarvoor een tewerkstelling is bewezen die tenminste overeenstemt met één derde van een volledige arbeidsregeling.

De overige voorwaarden zijn : - een tewerkstelling in de hoedanigheid van werknemer gedurende tenminste 15 kalenderjaren bewijzen, en - geen aanspraak maken op een pensioenbedrag dat 13.014,41 euro (gezinsbedrag) of 10.411,53 euro (bedrag voor een alleenstaande) overschrijdt.

Voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan op 1 oktober 2006 wordt het loon, bedoeld in artikel 8, § 1 van voormeld koninklijk besluit van 23 december 1996 verhoogd met 17 %. Dit heeft als resultaat dat de pensioenopbrengst, voor de jaren waarin het minimum jaarrecht voor een volledig jaar in de plaats komt van het werkelijk loon, op het peil van het gewaarborgd minimumpensioen wordt gebracht.

Commentaar van de artikelen Artikel 1 verhoogt het bedrag van het loon, voorzien in artikel 8, § 1, eerste lid met 17 %.

Artikel 2 bepaalt de ingangsdatum van deze maatregel, namelijk de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan op 1 oktober 2006.

Artikel 3 belast de Minister van Leefmilieu en Pensioenen met de uitvoering van dit besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Leefmilieu en Pensioenen, B. TOBBACK

28 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 8, § 10, 1°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet betreffende het Generatiepact van 23 december 2005, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 8, § 10, 1°, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 10 juli 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juli 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 juli 2006;

Gelet op het advies nr. 41.076/1/V van de Raad van State, gegeven op 8 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bedrag van het loon, beoogd bij artikel 8, § 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels wordt verhoogd met 17 %.

Art. 2.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 oktober 2006.

Art. 3.Onze Minister van Leefmilieu en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu en Pensioenen, B. TOBBACK

^