gepubliceerd op 26 november 1997
Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor verstrekkingen inzake klinische biologie verricht in het laboratorium van het Prins Leopold Instituut voor tropische geneeskunde te Antwerpen voor het jaar 1997
28 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor verstrekkingen inzake klinische biologie verricht in het laboratorium van het Prins Leopold Instituut voor tropische geneeskunde te Antwerpen voor het jaar 1997
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 april 1997 tot wijziging van artikel 22 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in uitvoering van artikel 12, 4° van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het advies, uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 28 juli 1997;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 september 1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat enerzijds de erkenningscriteria bedoeld in artikel 22, 16°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, nog niet door de Koning werden vastgelegd terwijl het anderzijds onontbeerlijk is dat dringend maatregelen genomen worden op de verstrekkingen inzake klinische biologie verricht in het laboratorium van het Prins Leopold Instituut voor tropische geneeskunde te Antwerpen voor 1997 te financieren;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 september 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Onder de hierna vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en het Prins Leopold Instituut voor tropische geneeskunde te Antwerpen een overeenkomst worden gesloten waarbij, in afwijking van de wets- en reglementsbepalingen betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, tijdelijk voor 1997 in een bijzondere regeling wordt voorzien voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor verstrekkingen inzake klinische biologie die door het laboratorium van het Instituut worden verricht.
Art. 2.De bepalingen van de in artikel 1 genoemde overeenkomst zijn van toepassing op alle verstrekkingen die in het laboratorium van de contracterende instelling worden verricht ten behoeve van niet ter verpleging opgenomen patiënten voor wie de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging verschuldigd is.
Voor die verstrekkingen moet het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden worden gevraagd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7ter van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen.
Het sluiten van een dergelijke overeenkomst impliceert de toepassing van de derdebetalersregeling voor alle verstrekkingen bedoeld in artikel 3.
De bepalingen van een dergelijke overeenkomst zijn van toepassing op de verstrekkingen die worden verricht van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1997.
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder verstrekkingen verstaan, de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 3, § 1, A, II en C, I; 24, § 1 en 26, § 1bis van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en waarvoor het laboratorium een erkenning heeft verkregen van de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, voor zover ze worden verricht ten behoeve van patiënten voor wie de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging verschuldigd is.
Art. 4.§ 1. De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgesteld op grond van : 1° een begrotingsenvelop op jaarbasis waarvan het bedrag voor 1997 wordt vastgesteld op 7 815 878 frank;2° de tegemoetkomingen voor de in artikel 3 bedoelde verstrekkingen, ten belope van de honoraria welke voor die verstrekkingen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 50 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, aangepast met toepassing van het bepaalde in artikel 155 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. § 2. De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging bestaat uit : 1° het forfaitair bedrag bedoeld in § 1, 1°. Dat forfaitair bedrag wordt in de overeenkomst ingeschreven en wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betaald op de 15e van de maand die volgt op die waarin de overeenkomst is ondertekend; 2° de in § 1, 2° bedoelde tegemoetkomingen.
Art. 5.De Minister van Sociale Zaken kan een stuurgroep oprichten waarvan hij de samenstelling vaststelt, met het oog op het opmaken van een evaluatieverslag van de gesloten overeenkomst.
Art. 6.De in artikel 4, § 2, 1° bedoelde tegemoetkoming wordt aangerekend op de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.I.Z.I.V.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1997.
Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 oktober 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN