Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 mei 2019
gepubliceerd op 19 juni 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019202378
pub.
19/06/2019
prom.
28/05/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MEI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 Wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement (Overeenkomst geregistreerd op 28 februari 2019 onder het nummer 150721/CO/149.01) Sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT gesloten in toepassing van artikel 10 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, en in uitvoering van artikel 9, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PSC 149.01). HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters vallende onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN. § 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, evenals het solidariteitsreglement bedoeld in artikel 5, tweede lid en artikel 8, worden neergelegd ter Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst en van het als bijlage opgenomen solidariteitsreglement wordt gevraagd. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 4.Deze overeenkomst heeft tot voorwerp de wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT. HOOFDSTUK III. - Aansluitingsvoorwaarden

Art. 5.§ 1. Alle arbeiders bedoeld in artikel 1 die op 1 januari 2002 of op elke latere datum met de werkgevers verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst, ongeacht de aard van deze overeenkomst, worden ambtshalve aangesloten bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 2. De arbeiders dienen aangesloten te zijn bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel en in dienst te zijn bij een werkgever vallende onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement om aanspraak te kunnen maken op de solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 4. HOOFDSTUK IV. - Solidariteitsprestaties

Art. 6.Met betrekking tot de solidariteitstoezegging worden de volgende solidariteitsprestaties weerhouden : 1° De financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen ten belope van 0,30 EUR per dag van inactiviteit tussen 1 januari 2004 en 31 december 2005, ten belope van 0,50 EUR per dag van inactiviteit tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010, ten belope van 0,80 EUR per dag van inactiviteit tussen 1 januari 2011 en 31 december 2011 en ten belope van 1,00 EUR per dag van inactiviteit vanaf 1 januari 2012 van de aangeslotene in de sector tijdens de hierna vermelde periodes van inactiviteit en overeenkomstig de vermeldingen dienaangaande in de codes van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid : a) de periodes van tijdelijke werkloosheid in de zin van artikelen 49 (technische stoornis), 50 (slecht weer) en 51 (economische werkloosheid) van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, alsook de werkloosheid in de zin van artikel 26, eerste lid (overmacht) of 28, 1° (sluiting wegens jaarlijkse vakantie) van diezelfde wet;b) de vergoede periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, invaliditeit, bevallings- of zwangerschapsrust, vaderschapsverlof en de periodes die worden gedekt door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte;2° De vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden van de aangeslotene tijdens zijn beroepsloopbaan bij een in artikel 1, § 1 bedoelde werkgever door middel van een forfaitair bruto bedrag van 1 500,00 EUR. De solidariteitsprestaties traden in werking vanaf 1 januari 2004. HOOFDSTUK V. - Aanduiding van de rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging

Art. 7.Met de uitvoering van de solidariteitstoezegging wordt belast het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de solidariteitstoezegging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor de sector van de elektriciens", FBZ-SSPE, daartoe aangewezen bij beslissing van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PSC 149.01) van 5 oktober 2004.

De regels betreffende het beheer van de solidariteitstoezegging worden vastgelegd in een solidariteitsreglement dat als bijlage is opgenomen bij en integraal deel uitmaakt van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Transparantieverslag

Art. 8.De rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging stelt jaarlijks een "transparantieverslag" op, zijnde een verslag over het beheer van de solidariteitstoezegging dat volgende informatie bevat : 1° de financieringswijze van de solidariteitstoezegging en de structurele wijzigingen hierin;2° de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;3° het rendement van de beleggingen;4° de kostenstructuur;5° de winstdeling;6° de technische grondslagen voor de tarifering alsook in welke mate en voor welke duur de technische grondslagen van de tarifering worden gewaarborgd wanneer de pensioeninstelling een welbepaald resultaat garandeert op de gestorte bijdragen;7° de toepasselijke methode overeenkomstig artikel 24, § 4 van de WAP;8° het huidige niveau van financiering van de garantie bedoeld in artikel 24 van de WAP. Dit transparantieverslag wordt ter beschikking gesteld van de inrichter bedoeld in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement.

Op hun eenvoudig verzoek deelt de inrichter dit verslag mee aan de arbeiders bedoeld in artikel 1, alsook aan de gewezen arbeiders die nog steeds actuele of uitgestelde rechten genieten overeenkomstig het pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019. HOOFDSTUK VII. - Bijdrage

Art. 9.§ 1. Overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement, bedroeg met ingang van 1 januari 2002 de jaarlijkse bijdrage voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel 1 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2006 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,30 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 juli 2006 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,36 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2008 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,46 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2012 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,70 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 juli 2014 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,80 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2016 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 2,10 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht. § 2. Van deze jaarlijkse bijdrage werd tot en met 31 december 2010 95 pct. aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging en 5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging.

Vanaf 1 januari 2011 wordt 95,5 pct. van deze jaarlijkse bijdrage aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging en 4,5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging. § 3. Elke werkgever die onder het toepassingsgebied valt van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019, is gehouden tot de betaling van de bijdrage. Tot en met 31 december 2016 werd deze bijdrage geïntegreerd in de globale bijdragen die de werkgever trimestrieel verschuldigd was. Vanaf 1 januari 2017 gebeurt de inning van deze bijdragen via de gedifferentieerde inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waardoor de bijdrage bestemd voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel wordt afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor bestaanszekerheid.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maakt de bijdrage voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel over aan de inrichter.

Vervolgens maakt de inrichter het gedeelte van de bijdrage bestemd voor de financiering van de pensioentoezegging over aan de pensioeninstelling en het gedeelte van de bijdrage bestemd voor de financiering van de solidariteitstoezegging aan de rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging bedoeld in artikel 5. HOOFDSTUK VIII. - Uitbetaling van de voordelen

Art. 10.De modaliteiten en procedure van uitbetaling van de voordelen van de solidariteitstoezegging worden bepaald in het solidariteitsreglement opgenomen als bijlage bij de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

In elk geval zijn de voordelen voortvloeiende uit de voormelde solidariteitsprestaties ten vroegste betaalbaar vanaf 1 januari 2005 en voor zover aan de aansluitingsvoorwaarden van artikel 3, § 2 is voldaan. HOOFDSTUK IX. - Duur van de overeenkomst

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 heft op en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT (geregistreerd op 22 december 2011 onder het nummer 107525/CO/149.01), zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement (geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer 123012/CO/149.01).

Zij treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 12.De opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst, indien één van de contracterende partijen hierom verzoekt bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, kan enkel geschieden indien dit paritair subcomité de beslissing neemt om het sociaal karakter van het sectoraal pensioenstelsel of het volledige sectoraal pensioenstelsel op te heffen.

Deze beslissingen zijn enkel geldig wanneer zij 80 pct. van de in het paritair subcomité benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van de stemmen van de in het paritair subcomité benoemde, gewone of plaatsvervangende leden, die de arbeiders vertegenwoordigen, hebben bekomen.

De opzegging vereist de eerbiediging van een opzegtermijn van 6 maanden.

Art. 13.De gevolgen van opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden in het solidariteitsreglement bepaald, dat als bijlage bij de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is opgenomen.

Art. 14.De nietigheid of de onafdwingbaarheid van één der bepalingen van deze overeenkomst brengt de geldigheid of de afdwingbaarheid van de overige bepalingen niet in het gedrang.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2019.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement Sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT ten gunste van de arbeiders van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PSC 149.01) Solidariteitsreglement HOOFDSTUK I. - Instelling

Artikel 1.Voorwerp § 1. Het hierna volgende solidariteitsreglement wordt afgesloten in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement afgesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PSC 149.01).

Dit reglement omvat de rechten en verplichtingen van de inrichter, van de werkgevers, van de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden, van de rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging, van de pensioeninstelling en van de verzekeringsonderneming, de aansluitingsvoorwaarden, alsook de regels inzake de uitvoering van de solidariteitstoezegging. § 2. Dit reglement is onderworpen aan de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van de pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult.

Het is eveneens onderworpen aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.

Art. 2.Definities Voor de toepassing van dit solidariteitsreglement wordt verstaan onder : 2.1. Solidariteitstoezegging De toezegging van solidariteitsprestaties door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement. 2.2. Pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement. 2.3. Pensioenstelsel Een collectieve pensioentoezegging. 2.4. Inrichter Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector van de elektriciens" daartoe aangeduid bij beslissing van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PSC 149.01) van 23 april 2002. 2.5. Werkgever Elke werkgever die arbeiders tewerkstelt vallende onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement. 2.6. Aangeslotene De arbeider die behoort tot de categorie van het personeel waarvoor de inrichter het sociaal sectoraal pensioenstelsel heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het solidariteitsreglement voldoet, alsook de gewezen arbeider die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het pensioenreglement opgenomen als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement. 2.7. Arbeider Voor de toepassing van dit solidariteitsreglement wordt onder "arbeider" verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke werklieden. 2.8. Solidariteitsinstelling De rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging. Overeenkomstig artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement, werd hiertoe aangewezen het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de solidariteitstoezegging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor de sector van de elektriciens", het FBZ-SSPE. 2.9. Pensioeninstelling AXA Belgium, naamloze vennootschap van verzekeringen toegelaten onder het nr. 0039 voor de verzekeringsverrichtingen leven en niet-leven (koninklijk besluit van 4 juli 1979, Belgisch Staatsblad van 14 juli 1979) met maatschappelijke zetel gevestigd te 1000 Brussel, Troonplein 1 overeenkomstig artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement. 2.10. Verzekeringsonderneming AXA Belgium, naamloze vennootschap van verzekeringen toegelaten onder het nr. 0039 voor de verzekeringsverrichtingen leven en niet-leven (koninklijk besluit van 4 juli 1979, Belgisch Staatsblad van 14 juli 1979) met maatschappelijke zetel gevestigd te 1000 Brussel, Troonplein 1. 2.11. Individuele rekening De binnen de pensioeninstelling per aangeslotene voorziene rekening waarop de premie voor de pensioentoezegging per actieve aangeslotene wordt gestort, zoals bedoeld in 2.13. van artikel 2 van het pensioenreglement als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement en waarop tevens de bedragen in uitvoering van de solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 4, 1°, a) en b) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement als premie worden gestort. 2.12. Jaarlijkse pensioenfiche De jaarlijkse pensioenfiche opgesteld door de pensioeninstelling, zoals bedoeld in artikel 7, § 5 van het pensioenreglement als bijlage opgenomen is bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement. 2.13. Uittreding - Hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering; - Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering; - Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd. 2.14. Solidariteitsfonds Collectieve reserve die in het kader van het sociaal sectoraal pensioenstelsel bij de solidariteitsinstelling wordt gevestigd. 2.15. WAP Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. HOOFDSTUK II. - Verplichtingen van de inrichter, van de werkgever, van de aangeslotene, van de solidariteitsinstelling, van de pensioeninstelling en van de verzekeringsonderneming

Art. 3.Verplichtingen van de inrichter § 1. Algemeen De inrichter verbindt zich ten aanzien van de aangeslotenen alle inspanningen te doen die nodig zijn voor een goede uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement. § 2. Betaling van de bijdrage aan de solidariteitsinstelling De jaarlijkse bijdrage voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel bedraagt, overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement : 1 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werden verricht vanaf 1 januari 2002.

Met ingang van 1 januari 2006 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,30 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 juli 2006 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,36 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2008 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,46 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2012 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,70 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 juli 2014 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,80 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2016 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 2,10 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Tot en met 31 december 2016 werd deze bijdrage geïntegreerd in de globale bijdragen die de werkgever trimestrieel verschuldigd was.

Vanaf 1 januari 2017 gebeurt de inning van deze bijdragen via de gedifferentieerde inning.

Binnen de 10 werkdagen na de ontvangst van de bijdrage van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel maakt de inrichter 4,5 pct. van deze bijdrage over aan de solidariteitsinstelling ter financiering van de solidariteitstoezegging bij wijze van maandelijkse voorschotten.

Na de trimestriële berekening van de bijdrage betaalt de inrichter aan de solidariteitsinstelling het saldo van de bijdrage. § 3. Mededeling van gegevens aan de solidariteitsinstelling De inrichter bezorgt aan de solidariteitsinstelling de volgende gegevens betreffende alle aangeslotenen : 1° naam, voorna(a)m(en), adres, geboortedatum, taalstelsel, geslacht, burgerlijke staat en rijksregisternummer van de aangeslotene;2° data van in- en uitdiensttreding van een arbeider in/uit de sector;3° bedrag van de bruto kwartaalwedde van de aangeslotene;4° het aantal dagen per jaar van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b);5° alle andere gegevens die voor de solidariteitsinstelling nodig zijn voor de goede uitvoering van haar verplichtingen. Elke wijziging die zich voordoet met betrekking tot deze gegevens wordt door de inrichter in het geïnformatiseerd databestand volgend op de wijziging of op het ogenblik dat de solidariteitsinstelling erom verzoekt aan de solidariteitsinstelling meegedeeld. Bij gebreke hieraan, voert de solidariteitsinstelling haar verbintenissen uit op basis van de in haar bezit zijnde gegevens. § 4. Informatie aan de aangeslotene 4.1. De inrichter bezorgt aan de aangeslotene op diens eenvoudig verzoek het jaarlijks transparantieverslag bedoeld in artikel 6, § 4, alsook de tekst van het solidariteitsreglement. 4.2. De inrichter verbindt zich ertoe om ten voordele van de aangeslotenen een telefoonlijn open te stellen en te bemannen met een medewerker die op de hoogte is van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement en de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement, alsook van het onderhavig solidariteitsreglement en van andere elementen die van belang zijn in het kader van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Deze helpdesk staat ter beschikking van de aangeslotenen.

De concrete vraagstellingen van de aangeslotenen in verband met het sociaal sectoraal pensioenstelsel zullen in eerste instantie door de medewerker bedoeld in het voorgaande lid worden beantwoord. Indien deze medewerker de vraag van de aangeslotene onmogelijk zelf kan beantwoorden, zal hij hierover de solidariteitsinstelling, de pensioeninstelling en/of de verzekeringsonderneming contacteren.

Art. 4.Verplichtingen van de werkgever § 1. Betaling van de bijdrage Overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement, stortte de werkgever met ingang vanaf 1 januari 2002 aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de bijdrage voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel, waarvan het totale jaarlijkse bedrag per actieve aangeslotene met ingang van 1 januari 2002 vastgesteld was op 1 pct. van zijn bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Vanaf 1 januari 2005 werd de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 8,86 pct. die door de werkgevers verschuldigd is op de stortingen die bedoeld zijn ter aanvulling van een wettelijk rust- of overlevingspensioen, tegelijk ingehouden met de bijdrage van 1 pct..

Het bedrag was dus gelijk aan 1,084 pct. van de bruto jaarbezoldiging van de actieve aangeslotene waarop de inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Met ingang van 1 januari 2006 werd de bijdrage bepaald op 1,30 pct., dewelke dus op 1,41 pct. van de bruto jaarbezoldiging kwam van de actieve aangeslotene waarop de inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Met ingang van 1 juli 2006 werd de jaarlijkse bijdrage bepaald op van 1,36 pct., dewelke dus op 1,47 pct. van de bruto jaarbezoldiging kwam van de actieve aangeslotene waarop de inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Met ingang van 1 januari 2008 werd de bijdrage bepaald op 1,46 pct., dewelke dus op 1,58 pct. kwam van de bruto jaarbezoldiging van de actieve aangeslotene waarop de inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Met ingang van 1 januari 2012 werd de bijdrage bepaald op 1,70 pct., dewelke dus op 1,84 pct. kwam van de bruto jaarbezoldiging van de actieve aangeslotene waarop de inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gedaan.

Met ingang van 1 juli 2014 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,80 pct., dewelke dus op 1,95 pct. kwam van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2016 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 2,10 pct., dewelke dus op 2,28 pct. komt van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Tot en met 31 december 2016 werd deze bijdrage geïntegreerd in de globale bijdragen die de werkgever trimestrieel verschuldigd was.

Vanaf 1 januari 2017 gebeurt de inning van deze bijdragen via de gedifferentieerde inning. § 2. Mededeling van gegevens aan de inrichter De werkgever is ertoe gehouden aan de inrichter en/of aan de solidariteitsinstelling, op hun eenvoudig verzoek, alle nodige gegevens en inlichtingen mee te delen die deze laatste nodig achten voor de goede uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement.

Art. 5.Verplichtingen van de aangeslotene § 1. Algemeen De aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van het onderhavige solidariteitsreglement. § 2. Mededeling van inlichtingen en gegevens De aangeslotene machtigt de inrichter, de solidariteitsinstelling en de werkgever alle inlichtingen te verschaffen die nodig zijn voor de uitvoering van het solidariteitsreglement.

In voorkomend geval verstrekt de aangeslotene of bij overlijden van de aangeslotene, de begunstigde(n) aan de inrichter en aan de solidariteitsinstelling, op hun eenvoudig verzoek, de gegevens die nodig zouden zijn voor de uitvoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Art. 6.Verplichtingen van de solidariteitsinstelling § 1. Solidariteitsfonds De solidariteitsinstelling stort alle bijdragen die zij van de inrichter ontvangt voor de financiering van de solidariteitstoezegging in het solidariteitsfonds. § 2. Overmaken van sommen en mededeling van de gegevens aan de pensioeninstelling Na de trimestriële berekening van de premie, zoals gedefinieerd in artikel 12, § 1, punt 1.1., stort de solidariteitsinstelling aan de pensioeninstelling de bedragen voor de financiering van de solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b).

De solidariteitsinstelling bezorgt ten laatste de tweede maand van het tweede trimester dat volgt op het meest recente trimester waarvan ze de gegevens ter beschikking heeft aan de pensioeninstelling alle gegevens die zij nodig heeft om de bedragen voortvloeiende uit deze solidariteitsprestaties als premies op de individuele rekening van de aangeslotene te storten. § 3. Verzekeringsovereenkomst Ter dekking van het risico inherent aan de in artikel 10, 2° vermelde solidariteitsprestatie sluit de solidariteitsinstelling een overlijdensverzekeringsovereenkomst met de verzekeringsonderneming.

In het kader hiervan betaalt zij aan de verzekeringsonderneming de nodige premies en bezorgt zij aan deze laatste voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst de volgende gegevens : 1° naam, voorna(a)m(en), adres, geboortedatum, taalstelsel, geslacht, burgerlijke staat en rijksregisternummer van de aangeslotene;2° alle andere gegevens die voor de verzekeringsonderneming nodig zijn voor de goede uitvoering van haar verbintenissen. Elke wijziging die zich met betrekking tot deze gegevens zou kunnen voordoen, worden door de solidariteitsinstelling tegen uiterlijk 31 december van elk jaar, aan de verzekeringsonderneming meegedeeld. Bij gebreke hieraan, voert de verzekeringsonderneming haar verbintenissen uit op basis van de in haar bezit zijnde gegevens. § 4. Jaarlijks transparantieverslag De solidariteitsinstelling stelt jaarlijks een transparantieverslag op omtrent haar beheer van de solidariteitstoezegging dat volgende informatie bevat : 1° de financieringswijze van de solidariteitstoezegging en de structurele wijzigingen hierin;2° de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;3° het rendement van de beleggingen; 4 ° de kostenstructuur; 5° de winstdeling;6° de technische grondslagen voor de tarifering alsook in welke mate en voor welke duur de technische grondslagen van de tarifering worden gewaarborgd wanneer de pensioeninstelling een welbepaald resultaat garandeert op de gestorte bijdragen;7° de toepasselijke methode overeenkomstig artikel 24, § 4 van de WAP;8° het huidige niveau van financiering van de garantie bedoeld in artikel 24 van de WAP. Dit transparantieverslag wordt ter beschikking gesteld van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotene.

Art. 7.Verplichtingen van de pensioeninstelling § 1. Storting van de bijdragen ontvangen van de solidariteitsinstelling op de individuele rekeningen De eerste dag van de tweede maand van het tweede trimester volgend op het meeste recente trimester opgenomen in de geïnformatiseerde databestanden van de inrichter stort de pensioeninstelling de bedragen die zij van de solidariteitsinstelling heeft ontvangen met betrekking tot de solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) als premie op de individuele rekening van de aangeslotenen en dit op basis van de gegevens die zij op dat ogenblik van de solidariteitsinstelling heeft ontvangen. § 2. Uitbetaling van het aanvullend pensioen gevormd in het kader van de solidariteitstoezegging Het aanvullend pensioen opgebouwd in het kader van de solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) wordt door de pensioeninstelling aan de aangeslotene uitgekeerd overeenkomstig de modaliteiten bepaald in 1.5. en volgende van artikel 12, § 1. § 3. De pensioeninstelling is enkel tot de uitvoering van haar verbintenissen gehouden voor zover zij van de solidariteitsinstelling volgende gegevens heeft ontvangen : 1° naam, voorna(a)m(en), adres, geboortedatum, taalstelsel, geslacht, burgerlijke staat en rijksregisternummer van de aangeslotene;2° data van in- en uitdiensttreding van een arbeider in/uit de sector;3° het bedrag van de bruto kwartaalwedde, zoals bepaald in artikel 11, § 2;4° het aantal dagen per jaar van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b);5° alle andere gegevens die voor de pensioeninstelling nodig zijn voor de goede uitvoering van haar verplichtingen. Elke wijziging die zich voordoet met betrekking tot deze gegevens wordt door de inrichter in het geïnformatiseerd databestand volgend op de wijziging of op het ogenblik dat de pensioeninstelling erom verzoekt aan de pensioeninstelling meegedeeld. Bij gebreke hieraan, voert de pensioeninstelling haar verbintenissen uit op basis van de in haar bezit zijnde gegevens. § 4. Fiscale en parafiscale inhoudingen De pensioeninstelling staat in voor het verrichten van de fiscale en sociale inhoudingen op de uitkeringen die zij betaalt, voor de uitkering van de netto uitkeringen aan de begunstigde(n), bedoeld in 2.2. van artikel 12, evenals voor het opstellen van de verschillende aangiftes.

Art. 8.Verplichtingen van de verzekeringsonderneming § 1. Vergoeding bij overlijden tijdens de loopbaan In uitvoering van de gesloten overlijdensverzekeringsovereenkomst en op basis van de door de solidariteitsinstelling betaalde premies betaalt de verzekeringsonderneming aan de begunstigde(n) bedoeld in 2.2. van artikel 12 een vergoeding in geval van overlijden van de aangeslotene tijdens zijn beroepsloopbaan, zoals nader bepaald in § 2 van artikel 12. § 2. Fiscale en parafiscale inhoudingen De verzekeringsonderneming staat in voor het verrichten van de fiscale en sociale inhoudingen op de uitkeringen die zij betaalt, voor de uitbetaling van de netto uitkeringen aan de begunstigde(n) bedoeld in 2.2. van artikel 12, evenals voor de opstelling van de verschillende aangiftes. HOOFDSTUK III. - Beschrijving van de solidariteit

Art. 9.Aansluiting en aansluitingsvoorwaarden 1.1. Verplichte aansluiting De aansluiting bij het solidariteitsluik van het sociaal sectoraal pensioenstelsel is verplicht voor alle arbeiders in dienst bij een werkgever, bedoeld in 2.5. van artikel 2, op 1 januari 2002 of later, en dit ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst. 1.2. Ogenblik van de aansluiting De aansluiting heeft plaats op de eerste dag van de maand waarop de arbeider aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en ten vroegste op 1 januari 2002. 1.3. Arbeiders die in dienst blijven na de pensioenleeftijd De arbeiders die na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd (zonder dat zij het wettelijke pensioen opnemen) in dienst blijven van een werkgever bedoeld in 2.5. van artikel 2 blijven bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel aangesloten en kunnen aanspraak maken op hun solidariteitsprestaties voor zover zij voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden.

Art. 10.Solidariteitsprestaties Overeenkomstig artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement, worden volgende solidariteitsprestaties weerhouden : 1° De financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen ten belope van 0,30 EUR per dag van inactiviteit tussen 1 januari 2004 en 31 december 2005, ten belope van 0,50 EUR per dag van inactiviteit tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010, ten belope van 0,80 EUR per dag van inactiviteit tussen 1 januari 2011 en 31 december 2011 en ten belope van 1,00 EUR per dag van inactiviteit vanaf 1 januari 2012 van de aangeslotene in de sector tijdens de hierna vermelde periodes van inactiviteit en overeenkomstig de vermeldingen dienaangaande in de codes van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid : a) de periodes van tijdelijke werkloosheid in de zin van artikelen 49 (technische stoornis), 50 (slecht weer) en 51 (economische werkloosheid) van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en de werkloosheid in de zin van artikel 26, eerste lid (overmacht) of 28, 1° (sluiting wegens jaarlijkse vakantie) van diezelfde wet;b) de vergoede periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, invaliditeit, bevallings- of zwangerschapsrust, vaderschapsverlof en de periodes die worden gedekt door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte;2° De vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan bij een werkgever bedoeld in artikel 1, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst door middel van een forfaitaire vergoeding ten bedrage van 1 500,00 EUR op jaarbasis. De solidariteitsprestaties treden in werking vanaf 1 januari 2004.

Art. 11.Financiering van de solidariteitsprestaties § 1. Overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement, bedroeg de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel per arbeider met ingang van 1 januari 2002 1 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2006 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,30 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 juli 2006 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,36 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2008 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,46 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2012 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,70 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 juli 2014 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 1,80 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Met ingang van 1 januari 2016 werd de jaarlijkse bijdrage aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel bepaald op 2,10 pct. van de bruto jaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht.

Van deze jaarlijkse bijdrage werd tot en met 31 december 2010 95 pct. aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging en 5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging.

Vanaf 1 januari 2011 wordt 95,5 pct. van deze jaarlijkse bijdrage aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging en 4,5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging.

Elke werkgever die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst valt, is gehouden tot de betaling van deze bijdrage dewelke tot en met 31 december 2016 geïntegreerd werd in de globale bijdragen die de werkgever trimestrieel aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigd was. Vanaf 1 januari 2017 gebeurt de inning van deze bijdragen via gedifferentieerde inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waardoor de bijdrage bestemd voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel wordt afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor bestaanszekerheid.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maakt de bijdrage voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel over aan de inrichter.

Vervolgens maakt de inrichter het gedeelte van de bijdrage bestemd voor de financiering van de pensioentoezegging over aan de pensioeninstelling en het gedeelte van de bijdrage bestemd voor de financiering van de solidariteitstoezegging aan de rechtspersoon die met de uitvoering van de solidariteitstoezegging is gelast.

De fiscale en parafiscale lasten op de bijdrage zijn niet in de bijdrage begrepen en zijn ten laste van de werkgever. § 2. Op basis van de gegevens meegedeeld door de inrichter berekent de solidariteitsinstelling elk trimester de trimestriële solidariteitsbijdrage voor elke actieve aangeslotene overeenkomstig de volgende formule : Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 1 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005.

Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 1,30 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006.

Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 1,36 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode 1 juli 2006 tot en met 31 december 2007.

Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 1,46 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011.

Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 1,70 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2014.

Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 1,80 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode 1 juli 2014 tot en met 31 december 2015.

Solidariteitsbijdrage = 4,5 pct. x 2,10 pct. (W x 1,08) voor de weddes en de eindejaarspremie die betrekking hebben op de periode vanaf 1 januari 2016.

Waarbij : W : de som van de maandelijkse bruto wedden en de eventuele eindejaarspremie van het kalenderjaar waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht;

W x 0,08 : het vakantiegeld.

Het eventuele tekort voortvloeiende uit deze berekening ten opzichte van de door de inrichter betaalde voorschotten worden door de solidariteitsinstelling van de inrichter gevorderd.

Art. 12.Uitvoering van de solidariteitsprestaties § 1. Solidariteitsprestaties bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) : financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen 1.1. Na ontvangst van de nodige gegevens van de solidariteitsinstelling gaat de pensioeninstelling over tot de berekening van het per aangeslotene te storten bedrag voor de financiering van het aanvullend pensioen volgens volgende formules : - Voor de dagen van inactiviteit tussen 1 januari 2004 en 31 december 2005 : 0,30 EUR x aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene; - Voor de dagen van inactiviteit tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 : 0,50 EUR x aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene; - Voor de dagen van inactiviteit tussen 1 januari 2011 en 31 december 2011 : 0,80 EUR x aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene; - Voor de dagen van inactiviteit vanaf 1 januari 2012 : 1,00 EUR x aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene. 1.2. Na mededeling van het aldus berekende bedrag door de pensioeninstelling aan de solidariteitsinstelling, put deze laatste dit bedrag uit het solidariteitsfonds en maakt dit zonder dralen over aan de pensioeninstelling. 1.3. Na ontvangst van dit bedrag stort de pensioeninstelling dit bedrag als premie op de individuele rekening van de aangeslotene. 1.4. In zover het correct aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene tijdens maximaal vier kwartalen voorafgaand aan zijn (vervroegde) pensionering, de ingang van het SWT of zijn overlijden door de solidariteitsinstelling niet aan de pensioeninstelling kunnen worden meegedeeld, gebeurt de berekening van het bedrag met betrekking tot deze solidariteitsprestaties voor deze ontbrekende kwartalen op basis van een geraamd aantal dagen van inactiviteit overeenkomstig volgende formule : - Aantal dagen van inacitiviteit betreffende de ontbrekende kwartalen = n x gemiddelde van de 4 laatst gekende kwartalen waarbij : n = aantal ontbrekende kwartalen (gebroken getal, twee decimalen, ervan uitgaand dat één kwartaal 90 dagen omvat); - De nog op de individuele rekening te storten bijdrage wordt berekend door toepassing van de formule bepaald in 1.1. op de aldus geraamde aantal dagen van inactiviteit.

Na mededeling van dit bedrag door de pensioeninstelling aan de solidariteitsinstelling, put deze laatste dit bedrag uit het solidariteitsfonds, voor zover dit voldoende gestijfd is, en maakt zij dit bedrag over aan de pensioeninstelling. Vanaf de ontvangst ervan stort de pensioeninstelling dit bedrag als premie op de individuele rekening van de betrokken aangeslotene.

Indien het correct aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene betreffende meer dan vier kwartalen voorafgaand aan zijn (vervroegde) pensionering, de ingang van het SWT of zijn overlijden ontbreken, neemt de solidariteitsinstelling alle nodige maatregelen om deze ontbrekende gegevens te bekomen. Op basis hiervan berekent de pensioeninstelling het in het kader van deze solidariteitsprestaties te betalen bedrag voor de financiering van het aanvullend pensioen op basis van de formule bepaald in 1.1..

Na mededeling van dit bedrag door de pensioeninstelling aan de solidariteitsinstelling, put deze laatste dit bedrag uit het solidariteitsfonds, voor zover dit voldoende gestijfd is, en maakt dit over aan de pensioeninstelling. Vanaf de ontvangst ervan stort de pensioeninstelling dit bedrag als premie op de individuele rekening van de aangeslotene. 1.5. De uitbetaling van het in het kader van deze solidariteitsprestaties opgebouwd aanvullend pensioen gebeurt overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 14 van het pensioenreglement opgenomen als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement, behoudens de afwijkingen bepaald in 1.4.. § 2. Solidariteitsprestatie bedoeld in artikel 10, 2° : vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan 2.1. Voor de uitvoering van de solidariteitsprestatie bedoeld in artikel 10, 2° sluit de solidariteitsinstelling met de verzekeringsonderneming een overlijdensverzekeringsovereenkomst.

De collectieve verzekeringsovereenkomst wordt opgemaakt in de combinatie "tijdelijke verzekering duur één jaar". Indien de aangeslotene bij het verstrijken van de overeenkomst in leven is, vervalt de overeenkomst en verwerft de verzekeringsonderneming de betaalde premies voor het bedrag van het door haar gedekte risico.

De met betrekking tot deze tijdelijke overlijdensverzekering te betalen premie wordt door de solidariteitsinstelling uit het solidariteitsfonds geput en maandelijks vooraf binnen de eerste 8 dagen van de maand van de vervaldag waarop ze betrekking heeft door de solidariteitsinstelling aan de verzekeringsonderneming overgemaakt.

Op basis van de door de solidariteitsinstelling aan de verzekeringsonderneming betaalde premies en meegedeelde gegevens betaalt deze laatste bij overlijden van de aangeslotene tijdens zijn beroepsloopbaan bij een werkgever bedoeld in 2.5. in dat jaar, een forfaitaire bruto vergoeding van 1 500,00 EUR aan de begunstigde(n) bedoeld in 2.2.. 2.2. In geval van overlijden van de aangeslotene tijdens zijn beroepsloopbaan bij een werkgever bedoeld in 2.5. van artikel 2, wordt, ongeacht de oorzaak, de omstandigheden of de plaats van het overlijden, een forfaitaire bruto vergoeding van 1 500,00 EUR uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende rangorde : 1° de noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner van de aangeslotene; 2° bij ontstentenis van deze echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, aan de natuurlijke persoon die de aangeslotene heeft aangeduid op het formulier "Aanduiding van begunstigde" bedoeld in 2.2.1., 2° van artikel 14, § 2 van het pensioenreglement als bijlage opgenomen bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement; 3° bij ontstentenis, aan de kinderen van de aangeslotene, per gelijke delen;is een kind van de aangeslotene vooroverleden, dan komt het aandeel van dat kind per gelijke delen toe aan zijn kinderen; bij ontstentenis, per gelijke delen, onder de andere kinderen van de aangeslotene; het kind is degene waarvan de verwantschap ten opzichte van zijn rechtsvoorganger rechtsgeldig is vastgesteld, en dit ongeacht de wijze van vaststelling van de verwantschap; 4° bij ontstentenis, aan de ouders van de aangeslotene, per gelijke delen;bij ontstentenis van één van hen, aan de overlevende; 5° bij ontstentenis, aan de grootouders van de aangeslotene, per gelijke delen;bij ontstentenis van één van hen, aan de overlevende; 6° bij ontstentenis, aan de broers en zusters van de aangeslotene, per gelijke delen;bij ontstentenis van één van hen, aan zijn of haar kinderen; bij ontstentenis daaraan, aan de andere broers of zusters van de aangeslotene, per gelijke delen; 7° bij ontstentenis, aan de andere wettelijke erfgenamen van de aangeslotene, per gelijke delen, met uitsluiting van de Staat;8° bij ontstentenis van de voormelde begunstigde(n) wordt de solidariteitsprestatie in het solidariteitsfonds gestort. 2.3. Opdat de verzekeringsonderneming tot de uitkering zou kunnen overgaan, dient (dienen) de begunstigde(n) het aangifteformulier, ingevuld en ondertekend, aan de solidariteitsinstelling over te maken, vergezeld van de volgende documenten : - een uittreksel uit de overlijdensakte; - een recto verso fotokopie van de identiteitskaart van de begunstigde(n); - een kopie van de bankkaart van de begunstigde(n); - indien de prestatie gestort wordt aan een minderjarige of aan een persoon die onder een regime van onbekwaamheid of onder gerechtelijke bescherming is geplaatst, een officieel document waarin de naam, de hoedanigheid en het adres van de wettelijke vertegenwoordiger(s) vermeld staan, alsook een attest van de bank dat aangeeft dat de rekening begunstigde geopend is op naam van de minderjarige of de onbekwame en dat deze rekening geblokkeerd is tot de meerderjarigheid of het opheffen van de onbekwaamheid; - een attest of een akte van erfopvolging of een ander bewijskrachtig document die de hoedanigheid en de rechten van de begunstigde(n) vermeldt, indien geen aanwijzing bij naam van de begunstigde(n) gebeurde en de begunstigde niet de langstlevende echtgeno(o)t(e) is, voor zover de solidariteitsinstelling de informatie van deze documenten al niet in zijn bezit had.

De verzekeringsonderneming kan aan de begunstigde(n) desgevallend bijkomende documenten vragen die zij nodig heeft om tot de uitkering te kunnen overgaan. 2.4. Van zodra de solidariteitsinstelling het aangifteformulier met de bijhorende documenten heeft ontvangen, maakt zij deze over aan de verzekeringsonderneming.

Hierbij deelt de solidariteitsinstelling tevens de gegevens betreffende de ontbrekende kwartalen mee, voor zover deze gekend zijn. 2.5. Na de ontvangst van de documenten bedoeld in 2.3. van dit artikel en voor zover alle gegevens en premies door de solidariteitsinstelling aan de verzekeringsonderneming werden overgemaakt, gaat de verzekeringsonderneming over tot de uitbetaling van de solidariteitsprestatie aan de begunstigde(n).

De verzekeringsonderneming bezorgt aan de begunstigde(n) een vereffeningsafrekening met de vermelding van de bruto en netto bedragen van het kapitaal of van de rente, alsook de fiscale en parafiscale inhoudingen die door de verzekeringsonderneming worden verricht.

Eénmaal per maand stelt de verzekeringsonderneming de solidariteitsinstelling in kennis van de uitkeringen verricht tijdens de voorgaande maand.

Art. 13.Solidariteitsfonds § 1. Principe Binnen de solidariteitsinstelling wordt een solidariteitsfonds opgericht. § 2. Financiering Het solidariteitsfonds wordt gefinancierd door : - de bijdragen voor de financiering van de solidariteitstoezegging, zoals bepaald in artikel 6, § 1; - de solidariteitsprestatie bij overlijden tijdens de loopbaan zonder begunstigingstoewijzing; - de stortingen van de inrichter bestemd om de activa van het solidariteitsfonds aan te vullen; - de intrest voortvloeiende uit het beheer van het solidariteitsfonds; - de eventuele winstdeling betreffende de overlijdensverzekeringsovereenkomst.

Art. 14.Niet-betaling van de voorschotten, de bijdragen en de premies § 1. Procedure 1.1. Niet tijdige betaling door de inrichter aan de solidariteitsinstelling Alle voorschotten en bijdragen die in uitvoering van het huidige solidariteitsreglement verschuldigd zijn, dienen door de inrichter aan de solidariteitsinstelling te worden gestort binnen de daartoe voorziene termijnen, zoals bepaald in artikel 3, § 2.

In geval van niet-betaling van deze voorschotten en bijdragen wordt de inrichter, ten vroegste 30 dagen na het verstrijken van deze termijnen, bij aangetekend schrijven door de solidariteitsinstelling in gebreke gesteld, waarbij de inrichter op de gevolgen van de niet-betaling wordt gewezen.

Indien binnen de 30 dagen na deze ingebrekestelling de inrichter niet overgaat tot betaling van de ontbrekende bedragen, dan zal de solidariteitsinstelling binnen de daarop volgende 30 dagen iedere aangeslotene in dienst, de pensioeninstelling en de verzekeringsonderneming van deze niet-betaling bij gewoon schrijven in kennis stellen. 1.2. Niet tijdige betaling door de solidariteitsinstelling aan de verzekeringsonderneming Bij niet-betaling van de premies binnen de termijn bepaald in 2.1. van artikel 12, § 2, wordt de solidariteitsinstelling door de verzekeringsonderneming bij aangetekend schrijven in gebreke gesteld waarin wordt herinnerd aan de vervaldag voor de premiebetaling en aan de gevolgen van de niet-betaling.

De verzekeringsovereenkomst kan door de verzekeringsonderneming van rechtswege worden opgezegd in geval van niet-betaling van de premies binnen de 30 dagen na de verzending van dit aangetekend schrijven.

In geval van opzegging en na het verstrijken van deze termijn van 30 dagen komt de solidariteitsprestatie bedoeld in artikel 10, 2° volledig ten laste van de solidariteitsinstelling. § 2. In het geval de activa van het solidariteitsfonds de voorzieningen en schulden van dit fonds niet dekken, maakt de inrichter aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) een herstelplan over teneinde het evenwicht te herstellen.

Bij het mislukken van dit plan wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement herzien.

Indien deze maatregelen onvoldoende zijn, wordt het solidariteitsfonds bij gelijke delen vereffend ten voordele van de aangeslotenen die, op de datum van de vereffening van het solidariteitsfonds, bij een werkgever bedoeld in artikel 1, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld en aan de aansluitingsvoorwaarden voldoen.

Art. 15.Fiscale bepalingen Overeenkomstig artikel 59 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen mogen : a) Het pensioen, voortvloeiende uit het sociaal sectoraal pensioenstelsel, winstdeling inbegrepen, vermeerderd met : - het wettelijk pensioen naar aanleiding van de pensionering; - de andere extra wettelijke uitkeringen van dezelfde aard, doch met uitzondering van de individuele levensverzekering en het pensioensparen, uitgedrukt in jaarlijkse renten, niet meer bedragen dan 80 pct. van de laatste normale bruto jaarbezoldiging, rekening houdend met een normale duurtijd van de beroepsbezigheid; b) De uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid, voortvloeiende uit het sociaal sectoraal pensioenstelsel, vermeerderd met : - de wettelijke uitkeringen bij overlijden of arbeidsongeschiktheid door arbeidsongeval of ongeval, door beroepsziekte of ziekte; - de extra wettelijke uitkeringen van dezelfde aard, uitgedrukt in jaarlijkse renten, niet meer bedragen dan de normale bruto jaarbezoldiging.

Art. 16.Beëindiging of wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement - Gevolgen voor het sociaal sectoraal pensioenstelsel § 1. Wijziging of opheffing van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 januari 2019 Het onderhavige solidariteitsreglement is afgesloten in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement, die op haar beurt gesloten is in uitvoering van artikel 9, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - PENSIOEN en het desbetreffende pensioenreglement.

Indien en in de mate dat deze collectieve arbeidsovereenkomsten worden gewijzigd of opgezegd, zal ook het solidariteitsreglement worden gewijzigd of stopgezet.

Ingeval van opzegging van één of beide voormelde collectieve arbeidsovereenkomsten, stelt de inrichter de solidariteitsinstelling hiervan onmiddellijk in kennis opdat deze laatste de pensioeninstelling, de verzekeringsonderneming en de aangeslotenen bij gewoon schrijven in kennis zou kunnen stellen van de opheffing en haar gevolgen voor de solidariteitstoezegging.

Bij de opheffing van de solidariteitstoezegging mag het solidariteitsfonds noch aan de inrichter, noch aan de solidariteitsinstelling, noch aan de werkgevers, noch geheel, noch gedeeltelijk, worden teruggestort. Het solidariteitsfonds wordt bij gelijke delen verdeeld ten gunste van de aangeslotenen die, op de datum van de vereffening van het solidariteitsfonds, in dienst zijn bij een werkgever bedoeld in artikel 1, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2019 betreffende de wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - SOLIDARITEIT en het desbetreffende solidariteitsreglement. § 2. Wijziging van solidariteitsinstelling In zoverre bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PSC 149.01) voor de uitvoering van de solidariteitstoezegging een andere solidariteitsinstelling wordt aangeduid, wordt het solidariteitsfonds aan die andere solidariteitsinstelling overgedragen.

Bij wijziging van solidariteitsinstelling vult de inrichter de eventuele tekorten van dit solidariteitsfonds aan.

De inrichter licht de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) voorafgaandelijk in over de verandering van de solidariteitsinstelling en van de eventueel daaruit voortvloeiende overdracht van het solidariteitsfonds. De inrichter stelt eveneens de aangeslotenen hiervan in kennis.

Bij wijziging van solidariteitsinstelling mag geen enkele vergoeding of verlies van winstdeling ten laste van de aangeslotenen worden gelegd, of van de op het ogenblik van overdracht verworven pensioenreserves worden afgetrokken. HOOFDSTUK IV. - Verwerking en bescherming van persoonsgegevens

Art. 17.§ 1. Inrichter en solidariteitsinstelling 1. In het kader van de inrichting en uitvoering van dit sectoraal pensioenstelsel en de naleving in dit verband van de verplichtingen die onder andere voortvloeien uit de WAP, moeten een aantal persoonsgegevens van de aangeslotenen en/of hun begunstigden verwerkt worden door de inrichter en de solidariteitsinstelling. De inrichter en de solidariteitsinstelling verbinden er zich toe om bij de verwerking van die persoonsgegevens de toepasselijke wetgeving na te leven met inbegrip van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (afgekort als AVG of GDPR). In het kader deze wetgeving zijn de inrichter en de solidariteitsinstelling gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.

De inrichter en de solidariteitsinstelling zullen de persoonsgegevens die zij verzamelen en/of ontvangen in het kader van dit sectoraal pensioenstelsel uitsluitend verwerken met het oog op de inrichting, het beheer en de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel.

Zij verbinden er zich ertoe om deze gegevens bij te werken, te verbeteren, alsook de onjuiste of overbodige gegevens te verwijderen. 2. De inrichter en de solidariteitsinstelling nemen de gepaste technische en organisatorische maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen onder meer toevallige of ongeoorloofde vernietiging, het toevallig verlies, de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens.Zij voorzien de nodige maatregelen opdat elke persoon die door hen gemachtigd wordt om de persoonsgegevens te verwerken in het kader van dit sectoraal pensioenstelsel, de vertrouwelijke aard van deze gegevens zal respecteren. 3. Iedere aangeslotene of begunstigde waarvan persoonsgegevens bewaard en/of bewerkt worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels een schriftelijk verzoek aan de inrichter of de solidariteitsinstelling.De inrichter en/of de solidariteitsinstelling zullen een passend gevolg geven aan deze verzoeken binnen de termijnen en de voorwaarden zoals voorzien in de toepasselijke wetgeving (met inbegrip van de AVG). 4. Op het moment van aansluiting wordt de wettelijk vereiste informatie omtrent de gegevensverwerking ter beschikking gesteld van de aangeslotene.De aangeslotene wordt geacht desgevallend zijn mogelijke begunstigde(n) die volgens de volgorde voorzien in artikel 14, § 2 eventueel aanspraak zouden kunnen maken op een overlijdensprestatie (echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, kinderen,...) te informeren omtrent de verwerking van hun persoonsgegevens door de inrichter, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van dit sectoraal pensioenstelsel. Wanneer de begunstigde effectief aanspraak maakt op een overlijdensprestatie, wordt hem/haar de wettelijk vereiste informatie omtrent de gegevensverwerking van zijn persoonsgegevens ter beschikking gesteld. 5. De naleving hiervan wordt onder meer opgevolgd door de functionaris voor gegevensbescherming (ook data protection officer of DPO) van de inrichter en de solidariteitsinstelling.De DPO kan door de aangeslotenen en begunstigden worden gecontacteerd per e-mail aan privacy@volta-org.be over alle aangelegenheden die verband houden met de verwerking van hun persoonsgegevens en de uitoefening van hun rechten in dit verband. § 2. Verzekeringsonderneming 1. Algemeen Wat betreft de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst, is de verzekeringsonderneming de verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens. De functionaris voor de gegevensbescherming van de verzekeringsonderneming kan gecontacteerd worden op de volgende adressen : Per post : AXA Belgium - Data Protection Officer (TR1/884), Troonplein 1, 1000 Brussel Via e-mail : privacy@axa.be 2. Doeleinden van de gegevensverwerking en bestemmelingen van de gegevens De persoonsgegevens die door de betrokkene zelf worden meegedeeld of die op legitieme wijze door de verzekeringsonderneming worden ontvangen van ondernemingen van de groep AXA, van ondernemingen die in relatie staan met deze ondernemingen, van de inrichter, van de werkgever van de betrokkene of van derden, mogen door de verzekeringsonderneming verwerkt worden voor de volgende doeleinden : - Het beheer van het personenbestand : - dit zijn verwerkingen die uitgevoerd worden om de databases - in het bijzonder de identificatiegegevens - met betrekking tot alle natuurlijke en rechtspersonen die in het kader van deze solidariteitstoezegging in relatie staan met de verzekeringsonderneming, samen te stellen en up-to-date te houden; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor het beheer en de uitvoering van de solidariteitstoezegging en de verzekeringsovereenkomst met de solidariteitsinstelling en voor de naleving van de wettelijke verplichtingen door de verzekeringsonderneming; - Het beheer van de verzekeringsovereenkomst : - dit betreft de verwerking die wordt uitgevoerd met het oog op de - al dan niet geautomatiseerde - aanvaarding of weigering van risico's voor het sluiten van de verzekeringsovereenkomst of bij latere herwerkingen ervan; op de opmaak, bijwerking en beëindiging van de verzekeringsovereenkomst; op de - al dan niet geautomatiseerde - inning van de onbetaalde premies; op het beheer van de schadegevallen en de regeling van de verzekeringsprestaties; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en voor de naleving van de wettelijke verplichtingen; - De dienstverlening aan de klanten : - dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd in het kader van de digitale diensten, bijkomend aan de verzekeringsovereenkomst, aan de klanten (bijvoorbeeld de ontwikkeling van een digitale klantenzone); - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en/of van deze bijkomende digitale diensten; - Het beheer van de relatie tussen de verzekeringsonderneming en de verzekeringstussenpersoon : - dit betreft verwerkingen uitgevoerd in het kader van de samenwerking tussen de verzekeringsonderneming en de verzekeringstussenpersoon; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verzekeringsonderneming die bestaan uit de uitvoering van de overeenkomsten tussen de verzekeringsonderneming en de verzekeringstussenpersoon; - De opsporing, preventie en bestrijding van fraude : - dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd om - al dan niet op geautomatiseerde wijze - verzekeringsfraude op te sporen, te voorkomen en te bestrijden; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verzekeringsonderneming die bestaan uit de vrijwaring of het herstel van het technische en financiële evenwicht van het product, de tak of de verzekeringsmaatschappij zelf; - De bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme : - dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd om - al dan niet op geautomatiseerde wijze - het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op te sporen, te voorkomen en te bestrijden; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van een wettelijke verplichting die de verzekeringsonderneming moet naleven; - Bewaking van de portefeuille : - dit betreft verwerkingen die uitgevoerd worden om - al dan niet op geautomatiseerde wijze - het technische en financiële evenwicht van de verzekeringsportefeuilles te controleren en in voorkomend geval te herstellen; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verzekeringsonderneming die bestaan uit de vrijwaring of het herstel van het technische en financiële evenwicht van het product, de tak of de verzekeringsonderneming zelf; - Statistische studies : - dit betreft verwerkingen uitgevoerd door de verzekeringsonderneming of een derde met het oog op statistische studies voor diverse doeleinden, zoals aanvaarding van risico's en tarifering; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verzekeringsonderneming die bestaan uit het maatschappelijke engagement, het streven naar efficiëntie en de verbetering van de kennis van haar vakgebieden.

In de mate dat de mededeling van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de hiervoor opgesomde doeleinden, mogen de persoonsgegevens meegedeeld worden aan andere ondernemingen van de AXA Groep en aan ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan (advocaten, experts, adviserende artsen, herverzekeraars, medeverzekeraars, verzekeringstussenpersonen, dienstverleners, andere verzekeringsmaatschappijen, vertegenwoordigers, follow-up bureaus voor tarifering, schaderegelingsbureaus, Datassur).

Deze gegevens mogen ook meegedeeld worden aan de controle-instanties, aan de bevoegde overheidsdiensten en aan elk ander overheids- of priveorganisme waarmee de verzekeringsonderneming persoonsgegevens kan uitwisselen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.

Als de betrokkene ook klant is van AXA Bank Belgium, mogen deze persoonsgegevens door de verzekeringsonderneming verwerkt worden in gezamenlijke bestanden met het oog op het beheer van het personenbestand, en meer bepaald het beheer en de update van de identificatiegegevens. 3. Overdracht van gegevens buiten de Europese Unie De andere ondernemingen van de AXA Groep, de ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan en aan wie de persoonsgegevens worden meegedeeld, kunnen zich zowel in de Europese Unie als erbuiten bevinden.In geval van overdracht van persoonsgegevens naar derden die zich buiten de Europese Unie bevinden, houdt de verzekeringsonderneming zich aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht zijn voor dergelijke overdrachten. De verzekeringsonderneming waarborgt namelijk een adequaat beschermingsniveau voor de aldus overgedragen persoonsgegevens, op basis van de door de Europese Commissie ingestelde alternatieve mechanismen, zoals de standaard contractuele voorwaarden of ook de bindende ondernemingsregels voor de AXA Groep in geval van overdrachten binnen de groep (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 2014, p. 78547). De betrokkene kan van de door de verzekeringsonderneming getroffen maatregelen om persoonsgegevens te mogen overdragen buiten de Europese Unie een kopie verkrijgen door zijn aanvraag te sturen naar de verzekeringsonderneming op het hierna vermelde adres (paragraaf "Contact opnemen met de verzekeringsonderneming"). 4. Gegevensbewaring De verzekeringsonderneming bewaart de persoonsgegevens die verzameld worden met betrekking tot de verzekeringsovereenkomst tijdens de hele duur van de contractuele relatie of de hele uitkeringsperiode van prestaties krachtens deze pensioentoezegging, met bijwerking ervan telkens de omstandigheden dit vereisen, dit verlengd met de wettelijke bewaartermijn of met de verjaringstermijn om het hoofd te kunnen bieden aan een vordering of eventueel verhaal, ingesteld na het einde van de contractuele relatie of na de afsluiting van het schadedossier. De verzekeringsonderneming bewaart de persoonsgegevens met betrekking tot geweigerde offertes of offertes waaraan de verzekeringsonderneming geen gevolg heeft gegeven tot vijf jaar na de uitgifte van de offerte of de weigering om een contract af te sluiten. 5. Noodzaak om persoonsgegevens mee te delen De persoonsgegevens met betrekking tot de betrokkene die de verzekeringsonderneming vraagt om mee te delen, zijn noodzakelijk voor de afsluiting en de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst.De niet-mededeling van deze gegevens kan de afsluiting of de goede uitvoering van de verzekeringsovereenkomst onmogelijk maken. 6. Vertrouwelijkheid De verzekeringsonderneming heeft alle vereiste maatregelen getroffen om de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens te vrijwaren en om zich te wapenen tegen niet-gemachtigde toegang, misbruik, wijziging of wissing van deze gegevens. De verzekeringsonderneming volgt hiertoe de standaarden inzake veiligheid en continuïteit van de dienstverlening en evalueert regelmatig het veiligheidsniveau van zijn processen, systemen en toepassingen, alsook dat van zijn partners. 7. Rechten van de betrokkene De betrokkene heeft het recht : - om van de verzekeringsonderneming de bevestiging te krijgen of de hem betreffende persoonsgegevens verwerkt of niet verwerkt worden, en om deze gegevens - indien ze verwerkt worden - te raadplegen; - om zijn persoonsgegevens die onjuist of onvolledig zijn, te laten rechtzetten en in voorkomend geval te laten aanvullen; - om zijn persoonsgegevens in bepaalde omstandigheden te laten wissen; - om de verwerking van zijn persoonsgegevens in bepaalde omstandigheden te laten beperken; - om zich, om redenen die verband houden met zijn specifieke situatie, te verzetten tegen een verwerking van de persoonsgegevens op basis van de gerechtvaardigde belangen van de verzekeringsonderneming. De verantwoordelijke voor de verwerking verwerkt dan de persoonsgegevens niet langer, tenzij zij aantoont dat er rechtmatige en dwingende redenen voor de verwerking zijn die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene; - om zich te verzetten tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens met het oog op direct marketing, met inbegrip van de profilering die wordt verricht met het oog op direct marketing; - om bezwaar te maken tegen een beslissing die uitsluitend gebaseerd is op een geautomatiseerde verwerking, met inbegrip van profilering, waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of die hem aanmerkelijk treft; als deze geautomatiseerde verwerking echter noodzakelijk is voor de afsluiting of de uitvoering van een contract, heeft de persoon het recht op een menselijke tussenkomst van de pensioenstelling om zijn standpunt te uiten en om de beslissing van de verzekeringsonderneming te betwisten; - om zijn persoonsgegevens die hij aan de verzekeringsonderneming heeft meegedeeld, te ontvangen in een gestructureerd, gangbaar en machine leesbaar formaat; om deze gegevens door te zenden aan een andere verwerkingsverantwoordelijke, als (i) de verwerking van zijn persoonsgegevens gebaseerd is op zijn toestemming of noodzakelijk is voor de uitvoering van een contract en (ii) de verwerking gebeurt aan de hand van geautomatiseerde processen; en te verkrijgen dat zijn persoonsgegevens rechtstreeks van de ene naar de andere verwerkingsverantwoordelijke worden doorgezonden, als dat technisch haalbaar is; - om zijn toestemming te allen tijde in te trekken, zonder afbreuk te doen aan de verwerkingen die rechtmatig gebeurden vóór de intrekking ervan, als de verwerking van zijn persoonsgegevens gebaseerd is op zijn toestemming. 8. Contact opnemen met de verzekeringsonderneming Als de betrokkene klant is bij de verzekeringsonderneming, kan hij zijn Klantenzone op AXA.be raadplegen en daar zijn persoonsgegevens en zijn voorkeuren inzake direct marketing beheren, en ook zijn persoonsgegevens raadplegen.

De betrokkene kan de verzekeringsonderneming contacteren om zijn rechten uit te oefenen, door invulling van het formulier beschikbaar op de pagina "Ons contacteren" via de knop "Bescherming van uw gegevens", toegankelijk via een hyperlink onderaan op de homepagina op de site AXA.be.

De betrokkene die zijn rechten wil uitoefenen, kan de verzekeringsonderneming ook contacteren door per post een gedateerde en ondertekende brief te sturen, vergezeld van een recto verso fotokopie van zijn identiteitskaart, naar het adres : AXA Belgium - Data Protection Officer (TR1/884), Troonplein 1, 1000 Brussel.

De verzekeringsonderneming zal de aanvragen verwerken binnen de wettelijk voorziene termijnen. Behoudens duidelijk ongegronde of overmatige aanvragen, zal geen enkele betaling gevorderd worden voor de verwerking van zijn aanvragen. 9. Klacht indienen Als de betrokkene meent dat de verzekeringsonderneming de reglementering ter zake niet naleeft, wordt hij verzocht eerst contact op te nemen met de verzekeringsonderneming. De betrokkene kan ook een klacht indienen bij de Autoriteit voor de Bescherming van Persoonsgegevens op het volgende adres : Drukpersstraat 35 1000 Brussel Tel. + 32 2 274 48 00 Fax + 32 2 274 48 35 contact@apd-gba.be De betrokkene kan ook klacht indienen bij de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats. 10. Klachtenbehandeling Elk probleem in verband met de groepsverzekering kan door de inrichter, de werkgever, de aangeslotene, de begunstigde(n) of rechthebbenden van deze personen aan de verzekeringsonderneming worden voorgelegd via de gebruikelijke tussenpersonen.Als de inrichter, de werkgever, de aangeslotene, de begunstigde(n) of rechthebbenden van deze personen het niet eens zijn met het standpunt van de verzekeringsonderneming, kunnen zij een beroep doen op de dienst "Customer Protection" van de verzekeringsonderneming (Troonplein 1, 1000 Brussel, e-mail : customer.protection@axa.be, Tel. : 02 678 61 11, Fax : 02/678 93 40).

Als de inrichter, de werkgever, de aangeslotenen, de begunstigde(n) of de rechthebbenden van deze personen vinden dat ze op die manier niet de gepaste oplossing hebben gekregen, kunnen zij zich richten tot de Dienst Ombudsman Verzekeringen (De Meeûsplatsoen 35, 1000 Brussel, e-mail : info@ombudsman.as, Fax: 02/547 59 75) als bevoegde entiteit.

De inrichter, de werkgever, de aangeslotene en de begunstigde(n) hebben altijd de mogelijkheid om de tussenkomst van het gerecht te vragen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2019.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^