gepubliceerd op 20 juni 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
28 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de 208 en 213, § 2, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 26 mei 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 maart 2001;
Gelet op het akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 september 2001.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van de presentiegelden en vergoedingen, toe te kennen aan voorzitters, leden en secretarissen van bepaalde raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt een artikel 16bis ingevoegd, luidende : « Art. 16bis . Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Technische medische raad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het voornoemde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die Technische medische raad;3° 2,48 euro aan de secretaris van die Technische medische raad.»
Art. 2.Vanaf de datum van uitwerking van de bepalingen van dit besluit tot 31 december 2001 moet in artikel 1 respectievelijk « 600 F », « 300 F » en « 100 F » worden gelezen in plaats van « 14,87 euro », « 7,44 euro » en « 2,48 euro ».
Art. 3.Het voormelde besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE