Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 maart 2001
gepubliceerd op 17 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en sociaal Fonds der bedienden van de suikernijverheid en haar bijproducten" en tot vaststelling van zijn statuten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012240
pub.
17/05/2001
prom.
28/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/28/2001012240/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en sociaal Fonds der bedienden van de suikernijverheid en haar bijproducten" en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en sociaal Fonds der bedienden van de suikernijverheid en haar bijprodukten" en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976 houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en Sociaal Fonds der bedienden van de suikernijverheid en haar bijprodukten" en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2000 onder het nummer 53796/CO/220)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de suikerfabrieken, de raffinaderijen, de fabrieken van invertsuiker, citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken, de distilleerderijen.

Art. 2.Het artikel 2 van de statuten wordt als volgt gewijzigd : « De maatschappelijke zetel van het sociaal fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Kortenberghlaan, 172. »

Art. 3.Het artikel 13 van de statuten wordt als volgt gewijzigd : « Vanaf 1 januari 1999 is de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 0,20 pct. van de wedden aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds der bedienden van de suikernijverheid en haar bijprodukten".

Vanaf 1 januari 1999 tot 31 december 1999 is de werkgeversbijdrage bestemd voor het Centrum voor functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid vastgesteld op 0,03 pct. van de wedden aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Vanaf 1 januari 1999 tot 31 december 2000 is de werkgeversbijdrage bestemd voor het Instituut voor Professionele Vorming met het oog op de opleiding van de risicogroepen vastgesteld op 0,10 pct. van de wedden aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit overeenstemmend de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de professionele vorming gesloten voor de bedienden van de voedingsnijverheid op 12 mei 1999.

Vanaf 1 januari 2000 tot 30 juni 2001 wordt een bijkomende werkgeversbijdrage door het fonds geïnd. Zij bedraagt 0,10 pct. van de wedden aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en heeft tot doel het Instituut voor Professionele Vorming toe te laten om specifieke activiteiten voor professionele vorming te ontwikkelen. »

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 1 januari 1999. Ze is gesloten voor onbepaalde duur.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 maart 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^