Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 maart 2001
gepubliceerd op 22 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het Sociaal Fonds van de betonindustrie

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012206
pub.
22/05/2001
prom.
28/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/28/2001012206/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het Sociaal Fonds van de betonindustrie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het Sociaal Fonds van de betonindustrie.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999 Vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het Sociaal Fonds van de betonindustrie (Overeenkomst geregistreerd op 13 augustus 1999 onder het nummer 51984/CO/106.02)

Artikel 1.In toepassing van artikel 14 van de statuten van het Sociaal Fonds van de betonindustrie vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, wordt de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 113 BEF per werkdag en per werkman of werkster, met een maximum van 565 BEF per week.

Als werkdagen worden aangezien : 1° de effectief en gedeeltelijk gepresteerde dagen;2° de niet gepresteerde dagen en de gedeeltelijk niet gepresteerde dagen voor dewelke de werkgever gehouden is een bezoldiging te betalen;3° de dagen gedurende dewelke het werk onderbroken wordt ingevolge de vakantie waarop de werknemers recht hebben bij toepassing van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.

Art. 2.Voornoemde dagelijkse of wekelijkse hoofdelijke bijdrage wordt aangewend : - ter financiering van de werking van het fonds; - ter financiering van de voordelen voorzien in artikel 5 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst; - ter financiering van de bijdrage ter vervolmaking van economische, sociale en technische kennis van de werknemersvertegenwoordigers en de werkgeversvertegenwoordigers zoals bepaald in artikel 3, 3° van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst; - voor het creëren van middelen ter bevordering van de tewerkstelling ten bate van de risicogroepen. - voor het financieren van een programma-pakket opleidingen "industriële vorming" met inbegrip van initiatieven ter bevordering van het stressbeleid, voorkoming van rugklachten en omgaan met gevaarlijke stoffen.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1999 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door één van de contracterende partijen mits naleving van een opzegging van drie maand.Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, bij een ter post aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 maart 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^