gepubliceerd op 06 februari 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling
28 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, inzonderheid artikelen 17 en 19;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustut 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;
Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende dat de wetten van 5 en 18 maart 1998, hierboven vermeld, in werking treden op 1 maart 1999; overwegende dat de leden van de commissies voor voorwaardelijke invrijheidstelling een opleiding moeten kunnen volgen vanaf 1 februari 1999; overwegende dat bijgevolg het administratief statuut en het geldelijk statuut van de assessoren uiterlijk op die datum van toepassing moet zijn;
Op voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het artikel 17 van de wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling treedt in werking op 1 februari 1999
Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 januari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie T. VAN PARYS