Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 januari 1998
gepubliceerd op 13 februari 1998

Koninklijk besluit tot uitbreiding tot andere categorieën financiële instellingen van artikel 157 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen

bron
ministerie van financien
numac
1998003054
pub.
13/02/1998
prom.
28/01/1998
ELI
eli/besluit/1998/01/28/1998003054/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot uitbreiding tot andere categorieën financiële instellingen van artikel 157 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, inzonderheid op artikel 157, § 3;

Gelet op het advies van de Raad van State, gewezen op 10 december 1997 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het feit dat de toepassing van artikel 157 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, dat de tegenstelbaarheid aan derden waarborgt van transacties van schuldvergelijking tussen kredietinstellingen (« netting ») en de gevolgen van een vonnis tot faillietverklaring t.a.v. de betalingen, transacties en handelingen uitgevoerd door kredietinstellingen neutraliseert, hoogdringend uitgebreid dient te worden naar de in dit besluit vermelde financiële instellingen, om reden dat (i) deze instellingen in steeds belangrijkere mate gaan deelnemen aan conventionele schuldvergelijking en aan vereffeningssystemen en (ii) zij krachtens de nieuwe regeling inzake eigen vermogen, hun behoefte aan eigen vermogen moeten kunnen berekenen op grond van netto bedragen, t.t.z. rekening houdend met het risicoverlagend effect van bilaterale overeenkomsten van schuldvernieuwing of schuldvergelijking; dat onderhavig besluit overigens slechts verworven beginselen uitbreidt naar een mindere categorie financiële instellingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 157 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen is eveneens toepasselijk, voor de transacties en betalingen die door dit artikel beheerst worden : - op de instellingen en ondernemingen bedoeld in artikel 2, § 1, 1°, 2° en § 2 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs en alsook op de vennootschappen voor makelarij in financiële instrumenten bedoeld in boek II, titel II van deze wet; - op de financiële instellingen bedoeld in artikel 3, § 1, 5° van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen; - alsook op de beleggingsinstellingen in de zin van artikel 105 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.

Art. 2.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

^