gepubliceerd op 13 maart 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
28 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 104bis, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 15 juli 1998;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een afdeling XVbis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hoofdstuk III, onder titel III van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 : « Afdeling XVbis Verzaking aan het recht op uitkeringen
Art. 236bis.Een gerechtigde kan het recht op uitkeringen verzaken.
Hiertoe moet hij een aanvraag richten aan zijn verzekeringsinstelling, waarin hij de periode opgeeft van verzaking. De aanvraag moet slaan op een periode van minimum één maand en mag niet verder reiken dan een periode van zes maanden. De aanvraag moet gebeuren bij aangetekende brief en heeft ten vroegste uitwerking vanaf de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de aanvraag bij de verzekeringsinstelling is toegekomen, waarbij de poststempel bewijskracht heeft. De aanvraag kan hernieuwd worden.
De verzaking dient te slaan op het volledig bedrag van de uitkeringen.
De verzaking kan echter geen afbreuk doen aan de rechten die derden kunnen laten gelden op het geheel of op een gedeelte van de uitkeringen.
Onder dezelfde voorwaarden, als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de gerechtigde de verzaking aan de uitkeringen, die werd toegestaan, beëindigen. »
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN