gepubliceerd op 18 oktober 2002
Koninklijk besluit tot opheffing van het Koninklijk besluit van 16 juni 1999 betreffende de evaluatie van de medische praktijkvoering
28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit tot opheffing van het Koninklijk besluit van 16 juni 1999 betreffende de evaluatie van de medische praktijkvoering
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 35undecies, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en vervangen bij de wet van 10 december 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1999 betreffende de evaluatie van de medische praktijkvoering;
Gelet op het overleg van 4 juli 2001 in het « Overlegcomité », bedoeld in het koninklijk besluit van 5 juni 1998 houdende oprichting van een Overlegcomité tussen de Minister belast met Volksgezondheid, de Minister van Sociale Zaken, de beroepsverenigingen van de artsen en de verzekeringsinstellingen;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 16 juni 1999 betreffende de evaluatie van de medische praktijkvoering nooit is toegepast;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 16 augustus 2001;
Gelet op het advies nr. 32.865/3 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2002 met toepassing van artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister belast met Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 16 juni 1999 betreffende de evaluatie van de medische praktijkvoering wordt opgeheven.
Art. 2.Onze Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft en Onze Minister die de Sociale Zaken in zijn bevoegdheid heeft, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE