gepubliceerd op 11 oktober 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001
28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2001 Bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 9 november 2001 onder het nummer 59592/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder « werklieden » verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Bijdrage
Art. 2.Overeenkomstig artikel 33, § 1, van de statuten van het « Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen », geordend door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 wordt een bijdrage bepaald vanaf 1 januari 2001, de bijdrage van het sociaal fonds wordt bepaald op 1,94 pct. van de niet-geplafonneerde brutolonen van de arbeiders.
Vanaf 1 januari 2002 wordt de bijdrage gebracht op 2,94 pct. van de niet-geplafonneerde brutolonen van de arbeiders.
Van deze bijdrage wordt 1 pct. voorbestemd om het sectoraal pensioenfonds te financieren, zoals werd bepaald in artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001.
Die bedrijven, die gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst of een akkoord op ondernemingsvlak dat reeds bestond op 31 december 2000 en voorzover dat deze overeenkomst of dit akkoord, alsook het reglement van deze aanvulling op het wettelijke pensioenstelsel, werden neergelegd bij de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, ten laatste op 31 oktober 2001, kunnen vrijgesteld worden van de supplementaire bijdrage zoals voorzien in alinea 3 van het huidige artikel, waarbij deze voornoemde ondernemingen de 1 pct. aanwenden voor de verbetering van hun individueel pensioenfonds. HOOFDSTUK III. - Inning en invordering
Art. 3.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958). HOOFDSTUK IV. - Duur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 augustus 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX